September 2014 - waardering: 7
Inleiding
Wie had ooit gedacht dat ik een 19de-eeuws, van origine
Frans boek, met een dergelijke titel zou lezen en bespreken? Ik in elk geval
niet. Maar toen Literasa mij liet weten dat Claudel zijn Rivier van
vergetelheid hierop gebaseerd heeft, was mijn nieuwsgierigheid gewekt. En
eigenlijk ook wel een beetje omdat ik van Brugge houd.... En daarom werd dit mijn
derde boek in deze Ik-lees-Frans-maand (KLIK HIER).
George Rodenbach
(Doornik 1858 - Parijs 1898) was een Franstalig Belgisch schrijver en dichter.
Hij was een van de eerste vooraanstaande Belgische letterkundigen die de Franse
symbolistische dichtkunst omarmde en werd internationaal bekend. Ook in de hier
besproken roman uit 1892 speelt het symbolisme (KLIK HIER)
een belangrijke rol. In Brugge –waar zijn vader geboren werd- heeft de
schrijver nooit gewoond en daardoor kon de stad voor hem gemakkelijk
legendarische vormen aannemen. Rodenbach heeft de stad in Bruges-la-Morte tot
een innerlijk landschap omgevormd. Dat gebeurt doordat hij voortdurend een
analogie legt tussen de stad en de dode vrouw die in het hoofd van het
hoofdpersonage voortleeft.
Publicatie van de
roman ‘Bruges La Morte’ vond eerst plaats in de vorm van een feuilleton
in de Figaro van 4 tot 14 februari 1892 en kwam in juni dat jaar in boekvorm uit bij
Flammarion. Hoewel de Bruggenaren het boek verafschuwden werd het in vele talen
vertaald en bleek het een internationaal succes. Ook nu nog wordt het geregeld
heruitgegeven. Men zegt dat het er toe bijgedragen heeft dat het kwijnende Brugge zich
ontwikkelde tot een toeristenstad.
Samenvatting
Hugues Viane is
jong weduwnaar geworden. Hij vestigt zich in Brugge, woont alleen in een groot
huis en wordt verzorgd door een oude dienstmeid, Barbe. De melancholie van deze
oude, slapende stad verenigt zich met de weemoed en de droefheid om zijn
overleden vrouw. Hugues cultiveert haar foto's en spulletjes, die niet mogen
worden aangeroerd. Dan ontmoet hij Jane, een danseres uit Lille, en in haar
ziet hij zijn overleden vrouw terug. Na enige tijd bezoekt hij haar dagelijks,
maar hij vertelt niets over zijn weduwschap, zelfs niet als hij enkele jurken
meeneemt om ze door haar te laten aanpassen. Zij vindt ze uit de mode, lacht en
danst ermee op tafel. Intussen weet de hele stad af van zijn voor die tijd
(einde 19e eeuw) en voor die stad (het katholieke, Vlaamse Brugge) schokkende
levenswandel. Stilaan groeit bij Hugues ook het besef dat Jane niet dezelfde is
als zijn overleden vrouw, om wie hij nog steeds rouwt. Zij bedriegt hem en
verspilt zijn geld. Toch kan hij het niet uit maken. Voor het eerst nodigt hij
haar uit bij hem thuis, op de dag van de Heilig Bloedprocessie. Zijn diepgelovige
huishoudster wil Jane niet bedienen en neemt ontslag. Jane, niet wetende wat al
die foto's en spullen van zijn vrouw voor hem betekenen, lacht ermee en daagt
hem uit. Dan voltrekt zich een drama, terwijl de klokken luiden over de dode
stad. (zie ook: Wikipedia, klik hier).
Leeservaring
De vertaling die ik las, is uit 1978. Dat zal er toe
bijgedragen hebben dat het taalgebruik in de roman niet ouderwets overkomt. De
stijl is uiteraard anders: die is duidelijk 19de-eeuws. Maar op de een of
andere manier accepteer je dat gemakkelijk, als behorend bij dit specifieke
boek met de stad Brugge als decor èn een van de hoofdpersonen.
"Er was een mysterieuze gelijkenis
ontstaan. Zijn echtgenote was dood, en de stad waarin hij ging wonen moest ook
dood zijn. Hij had het decor van een stad als Brugge ook nodig voor zijn diepe
rouw.(.....) De stad die vroeger ook bemind en mooi was geweest, belichaamde
het voorwerp van zijn verdriet. Brugge was zijn dode. En zijn dode was Brugge.
Alles verenigde zich in eenzelfde lot. Brugge was de dode stad, die zelf in het
graf lag van haar stenen kades, met haar reien die verkilde aderen waren
geworden toen de krachtige hartslag van de zee was gestokt."
In de hoofdstukken die volgen, zien we hem dwalen door
deze stad, waarbij alles meewerkt om de diepe rouw weer te geven: het
beschreven beeld van de stad met haar zeer oude huizen, duistere watervlakken in de
reien, het sombere gebeier van de kerkklokken, kil en nat weer. Binnenhuis is
het al niet anders. Alles is doodstil, hij heeft geen lust in lezen of visite,
in alle kamers blijven de meubels en snuisterijtjes onaangeroerd en de foto's
en haar haarvlecht zijn kostbare relikwieën geworden die op bijna religieuze
manier worden aanbeden. Het liefst zou hij snel sterven om bij haar te zijn.
Maar dan denkt hij op een avondlijke dwaaltocht door de
stad zijn vrouw te zien lopen: het blijkt een danseres te zijn die erg op haar
lijkt. Hij volgt haar, vindt uit waar ze woont en legt contact. Aanvankelijk is
hij ervan overtuigd dat wat hij doet geen probleem is: in deze vrouw eert hij
zijn overleden vrouw. Maar de mensen in de stad zien dat anders. Steeds verder
raakt hij verstrikt in deze verhouding en als hij begint te beseffen dat er
iets niet klopt, dat deze vrouw een totaal andere is dan degene die hij
verloor, maken de (bekende Brugse) zwanen hem op een donkere avond op
mysterieuze wijze duidelijk dat er onheil opkomst is: er zal iemand sterven.
De symboliek blijft een rol spelen, ook in de Heilige
Bloedprocessie die langs zijn huis trekt. Naarmate de schrijn met het relikwie
dichter bij komt en de mensen knielen op straat voltrekt zich het drama.
Zo
melodramatisch schrijft men tegenwoordig niet meer en toch, vreemd om te moeten
constateren, ik las het met meer bewondering en genoegen dan Rivier van
vergetelheid van Philippe Claudel (KLIK HIER) . Het is duidelijk dat Meuse l'oubli er nauw aan verwant is. De
uitwerking van de plot is echter totaal anders. Maar verrassender vond ik, dat
ik er ook zaken in herkende die terugkomen in De hemel boven Parijs van Bregje
Hofstede (KLIK HIER), zij het veel subtieler dan de manier waarop Claudel er mee bezig is
geweest. Fascinerend dus! Echt iets voor mij om dat eens allemaal uit te diepen
in een volgende blog.
Georges Rodenbach ligt begraven te Parijs op het kerkhof
Père Lachaise. Het grafmonument toont de dichter die uit het graf stapt met een
roos in de hand. Op het onderste deel van het graf is een tempelierskruis
gegraveerd. En verder de tekst: Seigneur, donnez-moi donc cet espoir de revivre, dans la
mélancholique éternité du livre.
En zo geschiedde.....
George Rodenbach - Brugge-de-dode. Amsterdam/Antwerpen, Van Kampen/Standaard Uitg., 1978. Paperback, 122 pg., oorspr. titel: Bruges la Morte, vert. door Marjolein Jacobs en Jolijn Tevel, onder red. en met een nawoord van Wim Zaal. ISBN: 90-60-91207-1.
© JannieTr, september 2014.
Ik las dit boek als derde voor Ik lees Frans in september (KLIK HIER).
Je hebt in deze bespreking de essentie van het boek helemaal gevat! Doet me erg terugdenken aan mijn bachelorscriptie, waarin ik het boek uitgebreid had geanalyseerd. Door Bruges-la-Morte te imiteren, merk je ook dat Meuse l'oubli Claudels debuut was. Zelfs de formulering van de titel (Meuse l'oubli -> plaatsnaam + abstracter woord) is soortgelijk. En er zijn inderdaad nog verhalen met diezelfde verhaalcomponent. Binnenkort lees ik Hofstede, je maakt me alvast enorm nieuwsgierig!
BeantwoordenVerwijderenZeer interessant! Danku.
BeantwoordenVerwijderenZeer interessant! Danku.
BeantwoordenVerwijderen