September 2014 - waardering: 7,5.
Inleiding
Kort nadat ik dit voorjaar besloot om mee te doen met de
Ik lees Nederlands uitdaging 2014 (KLIK HIER),
uitgeschreven door INGE LEEST won ik twee boeken die
ze af en toe verloot onder de deelnemers. Het waren M. door Shira Keller en
Woesten van Kris Van Steenberge. Er kwam van alles tussen, maar ik ben blij dat
ik even de tijd heb gevonden om aan Woesten te beginnen. Wat een heerlijk (leesclub)boek!
Kris Van Steenberge (1963) is (toneel)schrijver,
regisseur en docent. Hij woont in Lier. Verhalen van zijn ooit inwonende
grootvader over de Groote Oorlog vormen de kiem voor zijn debuutroman.
Samenvatting
Woesten brengt ons
naar de Vlaamse klei, waar de negentiende eeuw ten einde loopt. In het dorp
treedt Elisabeth, dochter van de smid, in de echt met de jonge arts Guillaume
Duponselle. Het zal geen gelukkig huwelijk worden. Als Elisabeth acht maanden
later van een tweeling bevalt, blijkt de eerstgeborene een prachtige zoon,
Valentijn. Het tweede kind is zo mismaakt dat Guillaume weigert hem een naam te
geven. Toch blijft Nameloos in leven. Omdat hij vader en dorpelingen doet
huiveren, gaat Nameloos gesluierd door het leven. Dan doet de Eerste
Wereldoorlog zijn intrede. Woesten vertelt een broeierig verhaal vol
dorpsgefluister. Voor allen pakt de toekomst anders uit dan verwacht. (Achterkant
boek).
Leeservaring
Niets wist ik nog over dit boek toen ik het ontving.
Inmiddels blijkt het op de shortlist te staan van De Bronzen Uil 2014 te staan, een prijs voor het beste
Nederlandstalige romandebuut in Vlaanderen. En terecht mag ik wel zeggen. Ik
heb dit boek om meerdere redenen met veel plezier gelezen. Ten eerste is het
een spannend en intrigerend boek. Daarnaast heeft het een uitgekiende structuur, met functionele perspectiefwisselingen en
een sfeertekening die voor zowel de
omgeving, de tijdsgeest als de hoofdpersonen en bijfiguren treffend genoemd mag
worden.
Het dikke boek is verdeeld in 5 flinke delen, waarbinnen
enkele hoofdstukken. Elk deel wordt vanuit het perspectief van een van de hoofdrolspelers verteld.
In het eerste deel (Vleugels) is dat Elisabeth, de
dochter van de smid. We lezen (in de zij-vorm) over haar eerste verliefdheid op
Hendrik (door haar moeder niet goedgekeurd), haar verlangen door te mogen leren
(kan ook niet), haar vriendschap met de oudere heer Funke (die haar van literatuur
voorziet), haar huwelijk met de jonge arts (mag wel van haar moeder), haar verdriet
en haar zorgen om haar gehandicapte zoon. Vooral de problemen met haar man en
zijn harteloze gedrag doen haar verdriet en in het geheim spaart ze voor een
lange vakantie elders als haar zoons groot genoeg zijn, maar dan gebeurt er een
drama dat Elisabeth het leven kost.
Het tweede deel (Splinters) wordt verteld vanuit het hij-perspectief
van Guillaume, haar echtgenoot. We lezen deels hetzelfde verhaal, maar krijgen
een totaal andere indruk. Dat maakt het juist zo'n interessant leesclubboek:
hier is goed te ervaren hoeveel invloed een perspectief heeft. Al staat er
hij/zij, als het om een zgn. personaal perspectief gaat, dan zien we alles toch
alleen via de gedachten en daden van deze persoon. Het is dus net zo
onbetrouwbaar als een ik-perspectief. Hier gaat het verhaal verder dan de dood
van Elisabeth. De Groote Oorlog is begonnen en Guillaume gaat er heen als
legerarts. Ook dat loopt niet goed af.
Inmiddels zijn we bij deel drie (Geboden). Voor het eerst
een ik-perspectief. Het is Nameloos die zijn verhaal begint ver na de dood van
zijn ouders, op het moment dat hij een belangrijke beslissing heeft genomen.
Terugblikkend vertelt hij hoe hij de jaren van zijn jeugd en jongvolwassenheid
heeft ervaren en wat er daarna gebeurd is. We beginnen ook een vermoeden te
krijgen wat er werkelijk met zijn moeder is gebeurd.
Dan volgt deel vier (Bevelen). Ook een ik-perspectief,
maar ditmaal de gezonde tweelingbroer: Valentijn. Hij is zwaargewond uit de
oorlog gekomen en woont nu bij een weduwe in Engeland. Ook hij blikt terug. Dan
komt een vroeger vriendinnetje hem opzoeken om hem op de hoogte te brengen van
een erfenis die hem in staat zal stellen, samen met zijn broer een nieuw leven
op te bouwen in hun oude omgeving.
In het laatste deel (Tweezaam) wisselen Nameloos en
Valentijn elkaar af in de ik-vorm. Ze ontmoeten elkaar en gaan eerst in het
oude huis wonen om later de droom van hun moeder waar te maken. Via Hendrik
komen ze te weten wat er echt met hun moeder is gebeurd en Nameloos kan
vertellen waarom. Het laatste hoofdstukje heet Wij en wordt uit beider naam
geschreven.
Woesten is de plaats waar het zich (bijna
allemaal) afspeelt. Het eerste deel lijkt zo uit eind 19de eeuw te komen, het
deel over de oorlogshandelingen is naargeestig, zonder gruwelijk te zijn. De
eenzaamheid van Nameloos, het verkeerd begrijpen van elkaars motieven en
gevoelens tussen Elisabeth en Guillaume, de achtergrond van Meneer Funke en het
machtsmisbruik van de pastoor, de onmacht en de tevergeefse liefde van Hendrik:
alles wordt met zoveel psychologie en gedoseerd ingebracht, dat het van de
eerste tot de laatste bladzijde fascinerend blijft. En wat blijft hangen zijn
toch vooral de gevoelens van al dit nutteloze leed, leed dat mensen elkaar
aandoen: in het klein (door onbegrip, zwijgzaamheid of egoïsme) of in het groot
(in de oorlog). Maar denk vooral niet dat het een naargeestig boek is! Het is vooral spannend en beeldend geschreven
met toch min of meer een happy-end: het leven deelde zijn klappen uit, maar de
tweeling vindt een nieuw begin, ergens anders, waar geen nare herinneringen
zijn.
"Wij staren
naar de overkant. Er ligt zoveel daar, voorbij de flikkerende spiegel van de
zee. Bestofte herinneringen onder de nieuw opgetrokken gevels. Onder het voegsel
van de trotse steunberen die net niet bezweken. Op het schuim van het bier dat
men er brouwt. Achter de oogleden van wie het land weer in rechte voren trekt.
Tussen de fijne vingers van vrouwen die onverstoorbaar zijn blijven klossen. Wij
zijn hier. Het ligt allemaal daar".
Ik heb geen van de andere boeken voor de Bronzen Uil
gelezen, maar dat deze in aanmerking komt voor de prijs, lijkt me niet meer dan
terecht!
Kris van Steenbergen - Woesten. Antwerpen/Amsterdam,
Vrijdag/Podium, 2013. Paperback, 382 pg. ISBN 9789460012020.
©JannieTr, september 2014.
Ik las dit boek als 17/20 voor de Ik Lees Nederlands
Uitdaging 2014.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten