zondag 28 augustus 2016

Koos van Zomeren - Een jaar in scherven

Onlangs verscheen in de Serie Privédomein Jasper en zijn knecht, geschreven door Gerbrand Bakker (KLIK HIER). Ik had wel van de serie gehoord, maar er eigenlijk nooit iets uit gelezen. Nu was het me al eerder opgevallen dat G.B. in zijn artikelen en op zijn weblog, maar ook soms in interviews, over Koos van Zomeren sprak alsof er een verwantschap bestond tussen die twee. Op een enkel vlak herkende ik die ook wel, maar toen ik ontdekte dat ook Koos van Zomeren voor het Privédomein geschreven heeft, besloot ik daar eens dieper op in te gaan. En dus kocht ik een (tweedehands) pocket uitgave van Een jaar in scherven (naar Privédomein nr. 150). Om daarbij meer overeenkomsten te ontdekken, dan ik voor mogelijk had gehouden.

Samenvatting

Wie zijn wij? Hoe zijn wij geworden wie we zijn? Met grimmige opgewektheid, speels en ernstig tegelijk, zet Koos van Zomeren boek na boek op stapel in de hoop iets omtrent dit soort raadsels duidelijk te maken. In Een jaar in scherven leidt dit proces van onderzoek en zelfonderzoek tot een nieuw hoogtepunt in zijn werk. Het boek bevat het journaal dat Van Zomeren in 1987 heeft bijgehouden, gelardeerd met talloze extra's: autobiografische verhalen, herinneringen, natuurreportages, rechtbankverslagen en interviews met Van Zomerens vader en met zijn voormalige kameraden uit de Socialistiese Partij. Het geheel biedt meer dan een dagboek. Het is een imposant mozaïek, waarin de grote en kleine dingen van alledag voortdurend overvloeien in droomprotocollen en herinneringen die de kernen van Van Zomerens leven en schrijverschap steeds nauwer omcirkelen. Daarbij is hij weer in vele gedaanten aanwezig: als natuurliefhebber, als milde spotter en wrevelige moralist, als lyricus en als voortreffelijk aforist. (Arbeiderspers).

Leeservaring

Koos van Zomeren schreef zijn dagboek voor deze reeks in 1987. Hij worstelde op dat moment met de gedachte het journalistieke werk definitief de rug toe te keren en zich op het schrijven van verhalen en romans te concentreren. Om daarvan te kunnen leven is het wel noodzakelijk succes te hebben. Net als G.B. heeft hij niet veel op met het literaire wereldje, maakt zich boos over domme recensenten en interviewers, heeft slapeloze nachten vlak voor de presentatie van een nieuw boek en zit als genomineerde in spanning te wachten op de uitslag van een literaire prijs. Ook het filosoferen over wanneer je een echte schrijver bent en of je dat ook nog bent als je in opdracht schrijft en waar je de onderwerpen vandaan moet halen, hebben ze gemeen. Of G.B. daar al helemaal uit is, weet ik niet, maar K. van Z. is inmiddels al jaren zo'n succesvol schrijver dat ik aanneem dat hij daarover zelf geen twijfels meer heeft.

Dan zijn er de honden: in dit boek is er voor Rekel een bijrol. Later krijgen zowel Rekel als Stanley een eigen boek. Jasper heeft wel een duidelijke rol in het dagboek van G.B. Het zou me dan ook niet verbazen dat, als er ooit een andere hond in zijn leven komt, deze de hoofdrol krijgt in een nieuw boek. De natuur speelt voor natuurbeschermer Koos en hovenier Gerbrand uiteraard ook een rol in beider dagboeken. G.B. haalt Het verlangen naar hazelworm aan, als hij zelf hazelwormen in zijn Eifeltuin ontdekt!
Waarschijnlijk moeten we de jeugdherinneringen aan familie en het opgroeien in een bepaalde omgeving wel als kenmerkend beschouwen voor een dergelijk dagboek. Niet uitzonderlijk dus.

Maar terwijl K. van Z. ons deelgenoot maakt van de dagelijkse gebeurtenissen in zijn privéleven en van wat hem zoal opvalt in de natuur tijdens zijn wandelingen of gesprekken met deskundigen, speelt er nog iets anders. Aanvankelijk op de achtergrond. Net als bij G.B. blijkt het boek veel meer geworden te zijn dan louter een dagboek. Beiden hebben getracht iets belangrijks uit hun leven nader te beschouwen, om het beter te kunnen begrijpen. En daarvoor moesten ze diep graven in hun herinneringen. En in het geval van K.v.Z.: zijn oude kameraden opzoeken.

Al op 12 januari: "Gisteravond in de auto over de partij zitten piekeren. Hoe paste het besluit communist te worden in mijn leven?" Het zou de rode draad worden in het dagboek. Ondanks alle andere zaken die hij vasthoudend uitzoekt over het familieleven en over het Herwijnen van vroeger, keert de Socialistiese Partij (zoals ze toen heette) terug in zijn overpeinzingen. Waarom werd hij lid, waarom besloot hij uiteindelijk ermee te stoppen, wat is er daartussen allemaal gebeurd en hoe is het zijn toenmalige partijgenoten en vrienden vergaan? Heeft hij mensen teleurgesteld? Had hij dingen anders moeten doen? Hij bezoekt zijn oude kameraden onder het mom van een interview voor een artikel. Het zet de zaken voor hem op een rij. Hij wil het afsluiten.

19 februari: "Ons links was zo absurd dat de enige manier om er mee te breken een radicale was. Links of rechts is dan naar mijn idee het probleem niet. Het probleem is iets te vinden dat het leven de moeite waard maakt. Schrijven dus. Uit wanhoop, chaos, gemeenheid, leugens en narigheid iets moois creëren." Lijkt dat niet veel op de depressieve wanhoop van G.B., die stelde juist dan te gaan schrijven om een moeilijke periode het hoofd te kunnen bieden?

Het dagboek wordt geregeld onderbroken met korte teksten zoals die uiteindelijk elders gepubliceerd zijn en waarvan we de aanloop er naar toe in de dagboeken hebben meegemaakt. Dat is een goede vondst. Het beviel mij wel om te zien hoe zoiets (ongeveer) tot stand komt. Zo gebeurt het ook met het artikel dat hij uiteindelijk schrijft over zijn verhouding met de Partij onder de titel Voorwaarts.

K. van Z. is van mijn generatie en dus kan ik me veel van de beschreven gebeurtenissen herinneren. Herkenning maakt lezen prettiger. Maar ik heb minstens zoveel genoten van zijn natuurbeschrijvingen en zijn nuchtere, maar o zo rake opmerkingen:
"Je hoort tegenwoordig klagen dat mét de kerk, allerlei, op zichzelf toch mooi, ritueel is afgeschaft. En inderdaad, een stijlvolle uitvaart maak je nog maar zelden mee. Maar zwijgend te moeten aanhoren hoe Atje (een geliefd familielid, red.) naar de hel verwezen werd, dat was ook niet wat je je voorstelt bij een  passende plechtigheid."

Op bezoek in Friesland, waar een otter is gesignaleerd, de laatste in die omgeving.
"Hoe zou het  zijn om de laatste otter van Eernewoude te zijn? Als een nachtmerrie waarschijnlijk, leven in een wereld na de bom. Eenzaam, zonder twijfel. Op een of ander manier moet ze weten dat haar bestaan zinloos voorbij gaat. Ergens in dat prachtige lijf moet het verlangen sluimeren naar een soortgenoot, een ontmoeting, een opening naar de toekomst.
Uitsterven is wel een erg hevige manier van sterven."

Vooral het feit dat beide schrijvers in hun dagboek op zoek gingen naar een antwoord op iets wat hen al langer bezig hield, vond ik treffend. Verder wil ik hun boeken niet met elkaar vergelijken. Ze hebben een geheel eigen stijl. En een heel ander leven achter de rug, dat ze beiden boeiend beschrijven in hun dagboek, al dan niet tussen de regels door....

Koos van Zomeren - Een jaar in scherven. Amsterdam. De Arbeiderspers, 1994. Tweede druk (van Privé domein 1988). Pb, 352 pg. ISBN:90-295-6017-7

© JannieTr, augustus 2016.

Ik lees Nederlands 32/35.



4 opmerkingen:

  1. Privédomein, dacht ik, wat is dat eigenlijk? Heb het even opgezocht en ben nu ook weer wijzer geworden. Altijd leuk een blog die tot onderzoek aanspoort en iets nieuws leert.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Hoi Niek, de serie Privé-Domein is een serie van de uitgeverij de Arbeiderspers vol met egodocumenten. Voor liefhebbers de mooiste serie uit de Nederlandse literatuur. Zelf heb ik vrij veel van de boeken uit deze serie besproken op mijn blog en IJsbrand van boeklog.info heeft er nog veel meer besproken. Groetjes, Erik

      Verwijderen
  2. Hoi Jannie, ik heb dit boek met plezier gelezen. Vooral van de natuurbeschrijvingen werd ik blij, het tweede deel met zijn vele beschouwingen over de partij boeide mij aanzienlijk minder. Aan Gerbrand Bakker moet ik nog steeds beginnen. Groetjes, Erik

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Ook mij raakten vooral de natuurbeschrijvingen. Ik lees nu zijn Bomenboek en ga daarna beslist nog meer van hem lezen. Wat de partij betreft: mij boeide zijn worsteling en de achtergronden die ik niet kende. En, zoals ik al schreef: als leeftijdgenoot herkende ik veel in de gebeurtenissen, dat maakt ook verschil.

    BeantwoordenVerwijderen