"Ik heb de beste baan van de wereld. Ik onderzoek waar mensen gelukkig van worden. Op het Happiness Research Institute, een onafhankelijke denktank die zich bezig houdt met welzijn, geluk en kwaliteit van leven, onderzoeken we de oorzaken en effecten van menselijk geluk en werken we aan de verbetering van de kwaliteit van leven van mensen over de hele wereld."
Aldus Meik Wiking (hoofd van het Instituut en onderzoeker) in zijn inleiding bij Hygge: de Deense kunst van het leven. Diverse internationale onderzoeken wijzen Denemarken geregeld aan als het gelukkigste land ter wereld. Wiking is ervan overtuigd dat dat te maken heeft met het moeilijk te vertalen begrip 'hygge'. In een mooi vormgegeven boek wisselt hij statische gegevens en vergelijkingen met andere (voornamelijk West-Europese) landen af met voorbeelden van hygge in Denemarken en geeft tips voor wie zelf met deze lifestyle aan de slag zou willen gaan.
Een exacte vertaling geven van 'hygge' is niet goed mogelijk. In het Nederlands komt 'gezelligheid' nog het meest in de buurt, maar hygge is meer. Daarbij komt dat de Denen het woord aan allerlei voorwerpen en omstandigheden vastplakken: zo zijn er hyggesokken, een vrijdagshygge, iemand is in een hyggestemming, of kiest voor een hyggemoment in zijn hyggekrogt (een hoekje waar je gezellig kunt zitten).
Voor de Denen is hygge in de eerste plaats een sociaal gebeuren: een prettig samenzijn met een kleine groep familieleden of vrienden, liefst binnenshuis. Traditie, de kwaliteit van het contact , gelijkwaardigheid en harmonie spelen daarbij een belangrijke rol. Elke vrijdagavond bijvoorbeeld met het hele gezin of met goede vrienden een bordspel spelen, kaarsen aansteken en bij de open haard zitten praten. Niemand heeft het hoogste woord, men luistert naar elkaar en maakt samen lekkere hapjes klaar.
Het boek staat vol met 'hyggelige' voorbeelden, van recepten tot kleding, van seizoensideeën tot verlichting en meubeltips. Alleen daarom al is het een inspirerend boek: voor ieder wat wils, er is zelfs een hoofdstuk 'hygge voor de kleine beurs'. Maar daarnaast zijn de terloops opgesomde onderzoeksresultaten zeker ook het lezen waard.
In een land waar de weersomstandigheden verre van ideaal zijn en dat de hoogste belastingtarieven ter wereld heeft, wonen de gelukkigste mensen ter wereld. Hoe kan dat? Door de verzorgingsstaat, stelt Wiking. De Denen staan volkomen achter het idee van de verzorgingsstaat, die via de belastingen collectieve rijkdom omzet in welzijn. Ze zien het niet als belasting betalen, maar als investering in de maatschappij. De verzorgingsstaat beperkt de risico's voor burgers en gaat daarmee gevoelens van angst en onzekerheid te lijf en verhindert dat men extreem ongelukkig wordt. Gratis gezondheidszorg voor iedereen, gratis universitair onderwijs en relatief royale secundaire arbeidsvoorwaarden dragen eraan bij dat ook degenen die het niet zo breed hebben gelukkiger zijn dan in andere rijke landen.
Maar uit zijn onderzoek blijkt dat ook hygge een rol speelt. Sociale relaties zijn van doorslaggevend belang en die zijn met een kortere werkweek en via kleinschalige activiteiten binnenshuis bijvoorbeeld vanzelfsprekender. Daarnaast valt het onderlinge vertrouwen op en het gevoel van vrijheid en controle over het eigen leven. Wiking denkt dat hygge en geluk met elkaar samenhangen omdat hygge het dagelijks geluk nastreeft en omdat sommige aspecten van hygge leiden tot geluk. Tot slot gaat hij nog even in op welke dat zijn (het sociale vangnet, genieten en dankbaarheid o.a.).
Politieke leiders willen weten waarom de ene maatschappij gelukkiger is dan de andere. Verschillende landen willen meten hoe succesvol ze zijn als maatschappij, niet alleen aan de hand van economische groei, maar ook in hoeverre de kwaliteit van leven is verbeterd. Het bruto binnenlands product is niet overal meer de belangrijkste indicator voor groei. Daarbij haalt hij Robert Kennedy aan, die veertig jaar geleden al opmerkte:
"Het bruto nationaal product zorgt niet voor gezonde kinderen, de kwaliteit van hun opleiding of het plezier in hun spel. Het behelst niet de schoonheid van onze poëzie of de sterkte van onze huwelijken, de intelligentie van ons publieke debat of de integriteit van onze ambtenaren... Kortom, het meet alles behalve datgene wat het leven de moeite waard maakt."
Met mooie foto's en inspirerende ideeën, qua lifestyle èn op het gebied van onze veranderende maatschappij, is het een fijn lees- en kijkboek voor een breed publiek.
Meik Wiking - Hygge: de Deense kunst van het leven. Vert. uit het Engles door Barbara Lampe. Amsterdam, Lev., 2016. Geb., 287 pg., isbn:978-94-005-0818-7
© Jannie Trouwborst, april 2017.
zondag 23 april 2017
maandag 17 april 2017
Jan Terlouw - Kop uit 't zand
Jan Terlouw behoeft geen introductie. Wie hem niet kent van zijn kinderboeken of de spannende romans samen met zijn dochter, kent hem beslist als politicus. Zijn zorgen over het klimaat bracht hij onlangs tijdens een lang televisie-interview nadrukkelijk onder de aandacht in een emotioneel betoog. Hoewel velen nog lang smalend napraatten over "het touwtje uit de brievenbus" zijn uiteindelijk de boeken die in het interview ter sprake kwamen van groter belang. Het zijn opnieuw een jeugdboek: Het hebzuchtgas, en daarnaast Kop uit 't zand, een novelle over het klimaat.
Hoewel ik me bewust ben van de gevaren van de klimaatveranderingen en de noodzaak de CO2 uitstoot te beperken en daar graag mijn bescheiden bijdrage aan wil leveren, ben ik geschrokken van wat ik dankzij de novelle van Terlouw bijleerde. Om deze belangrijke informatie onder de aandacht te brengen van zoveel mogelijk mensen heeft hij die in deze novelle verwerkt. Ik kan niet stellen dat het een literair hoogstandje is geworden. Maar wel een aardig achtergrondverhaal bij een belangrijke boodschap en juist door die boodschap het waard om besproken èn gelezen te worden.
Het verhaal speelt voor een groot deel in een denkbeeldige (maar niet onwaarschijnlijke) toekomst. Bart is afgestudeerd in de Weg- en waterbouw in Delft. Hij is getrouwd met Fleur, juriste. Op een symposium ontmoet hij Arie, die bij Rijkswaterstaat werkt. Ze raken bevriend en biljarten geregeld samen. Arie probeert Bart te overtuigen dat het noodzakelijk is om maatregelen te nemen tegen de stijging van de zeespiegel en dat de CO2 uitstoot beperkt moet worden om erger te voorkomen. Op zijn werk bij Rijkswaterstaat wordt er niet naar hem geluisterd en ook Bart denkt dat het allemaal wel meevalt. Zijn onmacht om zijn reële zorgen duidelijk te maken, drijft Arie tot wanhoop en hij neemt een drastisch, afschuwelijk besluit.
Bart voelt zich geroepen het levenswerk van Arie voort te zetten, maar niet met evenveel inzet. Het zet allemaal weinig zoden aan de dijk. De politiek reageert ook nogal laconiek. Het leven kabbelt voort, halfslachtige maatregelen zouden het tij moeten keren, maar dat die niet voldoende zijn, blijkt als er een enorme watersnoodramp uitbreekt. De inmiddels bijna volwassen kinderen van Bart en Fleur nemen het heft in eigen handen: ze hebben geen geloof meer in de loze beloftes van de politiek en in de capaciteit van de wetenschappers om veranderingen af te dwingen. Het gaat immers om hun toekomst en die van hun kinderen. Toch zijn er nog enkele rampen nodig om er voor te zorgen dat men echt naar hen luistert.
Tussen de regels door maakt Terlouw duidelijk hoe de stand van zaken wat betreft het klimaat nu is, wat er te verwachten valt en waarom het omslagpunt nadert, waarop een ramp niet meer te voorkomen is. Welke mechanismen er dan in werking treden die elkaar alleen nog maar zullen versterken en niet te stoppen zijn. Angstaanjagend. En overtuigend.
Geen sterren van mij voor deze novelle. De inhoud is vele malen belangrijker dan de vorm. Het verhaal leest gemakkelijk weg, maar des te ongemakkelijker is de boodschap. Kop uit 't zand dus en allemaal lezen. En dan met kennis van zaken besluiten wat het juiste antwoord op deze noodkreet moet zijn.
Jan Terlouw - Kop uit 't zand, een novelle over het klimaat. Uitgeverij De Kring, 2016. Pb., 95 pg. ISBN:978-90-6297-046-5.
© Jannie Trouwborst, april 2017.
Hoewel ik me bewust ben van de gevaren van de klimaatveranderingen en de noodzaak de CO2 uitstoot te beperken en daar graag mijn bescheiden bijdrage aan wil leveren, ben ik geschrokken van wat ik dankzij de novelle van Terlouw bijleerde. Om deze belangrijke informatie onder de aandacht te brengen van zoveel mogelijk mensen heeft hij die in deze novelle verwerkt. Ik kan niet stellen dat het een literair hoogstandje is geworden. Maar wel een aardig achtergrondverhaal bij een belangrijke boodschap en juist door die boodschap het waard om besproken èn gelezen te worden.
Het verhaal speelt voor een groot deel in een denkbeeldige (maar niet onwaarschijnlijke) toekomst. Bart is afgestudeerd in de Weg- en waterbouw in Delft. Hij is getrouwd met Fleur, juriste. Op een symposium ontmoet hij Arie, die bij Rijkswaterstaat werkt. Ze raken bevriend en biljarten geregeld samen. Arie probeert Bart te overtuigen dat het noodzakelijk is om maatregelen te nemen tegen de stijging van de zeespiegel en dat de CO2 uitstoot beperkt moet worden om erger te voorkomen. Op zijn werk bij Rijkswaterstaat wordt er niet naar hem geluisterd en ook Bart denkt dat het allemaal wel meevalt. Zijn onmacht om zijn reële zorgen duidelijk te maken, drijft Arie tot wanhoop en hij neemt een drastisch, afschuwelijk besluit.
Bart voelt zich geroepen het levenswerk van Arie voort te zetten, maar niet met evenveel inzet. Het zet allemaal weinig zoden aan de dijk. De politiek reageert ook nogal laconiek. Het leven kabbelt voort, halfslachtige maatregelen zouden het tij moeten keren, maar dat die niet voldoende zijn, blijkt als er een enorme watersnoodramp uitbreekt. De inmiddels bijna volwassen kinderen van Bart en Fleur nemen het heft in eigen handen: ze hebben geen geloof meer in de loze beloftes van de politiek en in de capaciteit van de wetenschappers om veranderingen af te dwingen. Het gaat immers om hun toekomst en die van hun kinderen. Toch zijn er nog enkele rampen nodig om er voor te zorgen dat men echt naar hen luistert.
Tussen de regels door maakt Terlouw duidelijk hoe de stand van zaken wat betreft het klimaat nu is, wat er te verwachten valt en waarom het omslagpunt nadert, waarop een ramp niet meer te voorkomen is. Welke mechanismen er dan in werking treden die elkaar alleen nog maar zullen versterken en niet te stoppen zijn. Angstaanjagend. En overtuigend.
Geen sterren van mij voor deze novelle. De inhoud is vele malen belangrijker dan de vorm. Het verhaal leest gemakkelijk weg, maar des te ongemakkelijker is de boodschap. Kop uit 't zand dus en allemaal lezen. En dan met kennis van zaken besluiten wat het juiste antwoord op deze noodkreet moet zijn.
Jan Terlouw - Kop uit 't zand, een novelle over het klimaat. Uitgeverij De Kring, 2016. Pb., 95 pg. ISBN:978-90-6297-046-5.
© Jannie Trouwborst, april 2017.
zondag 9 april 2017
Herman Koch - Makkelijk leven
De Boekenweek is alweer voorbij. Natuurlijk kocht ik enkele boeken en kreeg het boekenweekgeschenk cadeau. Meestal koop ik ook het boekenweekessay. Maar Conny Palmen? Nee, daar had ik niet zo'n behoefte aan. Dit jaar maar niet dus.
In dit blog combineer ik een vraag van Martha in de serie #50books (KLIK HIER) met een korte beoordeling van Makkelijk leven van Herman Koch. Want wat wilde ze weten?
Vraag 14: Heb jij het boekenweekgeschenk al gelezen?
Dat is een hele goeie vraag. In dit geval: ja. Maar als ik in mijn kast kijk? Ik mag mezelf de trotse eigenaar noemen van bijna alle boekenweekgeschenken vanaf 1939 (op 3 na). Daarnaast veel kinderboekenweekgeschenken en vanaf 1988 bijna alle boekenweekessay's. Heb ik die dan ook allemaal gelezen? Nee. Als ik er zo langs kijk, valt me op dat ik van de oudere er beduidend meer gelezen heb dan de laatste jaren. Vaak begon ik wel enthousiast, maar verschoof de interesse al snel naar de aangeschafte boeken en beloofde ik mezelf later het boekenweekgeschenk te lezen. Nu neem ik er nog wel eens een mee voor in de trein: handzaam en uit te lezen op de heen- en terugreis.
Ik herinner mij Hella Haasse - Oeroeg, Hubert Lampo - De goden moeten hun getal hebben, Henri Knap - De ronde van '43 (heeft mijn zoon op zijn literatuurlijst gezet), Maarten 't Hart - De Ortolaan, Remco Campert - Sombermans actie, Biesheuvel - Een overtollig mens, e.a. Latere uitgaven las ik minder vaak, soms wel het essay (Renate Dorrestein - Laat me niet alleen of Jeroen Brouwers - Sire, er zijn geen Belgen, bv). Het voelde geregeld alsof er in latere jaren minder aandacht aan het schrijven van het geschenk was besteed, waardoor ik de belangstelling na enkele bladzijden verloor. Of ik kende al ander werk van de schrijver, waar ik niet bijster enthousiast over was en dan liet ik het lezen maar zitten. Anna Enquist - De ijsdragers en Bernlef - De pianoman herinner ik me dan weer wel.
En nu is er dus Herman Koch. Over Het diner was ik wel enthousiast. Maar Zomerhuis met zwembad viel me tegen. Daarna heb ik eigenlijk nooit meer iets van hem gelezen. Maar het redelijk dunne Makkelijk leven haalde me over het toch nog eens te proberen. Iedereen is zo enthousiast over De greppel, misschien moest hij maar een tweede kans krijgen. Mag ik eerlijk zijn? Ja dat moet toch eigenlijk wel in een blog met recensies: het viel me tegen. Natuurlijk kun je stellen: je mag van zo'n gelegenheidsboekje ook niet teveel verwachten, maar dan ik denk aan het verschil met "vroeger". Ik heb echt het idee, dat het toen een hele eer was het geschenk te mogen schrijven en daar ging men eens goed voor zitten, om iets moois en degelijks af te leveren, een visitekaartje voor de rest van het oeuvre. Niet iets dat tussen neus en lippen door eventjes afgeraffeld moet worden.
Is het zo erg met Makkelijk leven? Nee, dat nou ook weer niet. Het verhaal boeide me in elk geval meer dan andere geschenken. De inhoud laat ik hier verder achterwege, daar is al genoeg over geschreven. Ik heb het helemaal uitgelezen en dat zegt ook wat. Er staan heerlijke, echte Koch-zinnen in:
"Zelf ben je je veel sterker bewust van je afwezigheid dan anderen. Het geeft alvast een inkijkje in de tijd die na jou komt, wanneer je er niet meer bent. Ook dan zullen de mensen al snel weer over hun vakantieplannen doorpraten. Over de laatste films. Waarschijnlijk al tijdens het tweede glas wijn in de koffiekamer van het rouwcentrum."
Er zitten hilarische stukjes in die nog iets laten zien van de Jiskefet-humor van lang geleden. Als de kleinkinderen op bezoek zijn en volgestopt worden met alles wat hun moeder absoluut niet goed gevonden zou hebben. Of de manier waarop de hoofdpersoon doordraait in zijn gemaal en gefantaseer en dat op miraculeuze wijze kan doen uitmonden in absurde en onlogische conclusies die nergens op gebaseerd zijn.
Er valt dus heus wel wat te genieten, maar nu ook weer niet zoveel dat het een aanbeveling is voor me om weer eens een ander boek van Koch te lezen. Al zul je mij niet snel horen zeggen dat vroeger alles beter was, ben ik toch bang dat dat voor de boekenweekgeschenken wel op gaat.
Ik ben benieuwd welk boekenweekgeschenk jij helemaal hebt uitgelezen. Laat het gerust weten in een reactie hier onder.
Herman Koch - Makkelijk leven. CPNB, 2017. Geb., 95 pg., isbn:978-90-5965-4112.
© Jannie Trouwborst, april 2017.
Ik ben heel benieuwd naar de antwoorden van anderen. Wil je ook meedoen? Iedereen is vrij om de vragen te beantwoorden zoals hij of zij wil. Laat een link naar je eigen blog achter in de reacties onder het blog van Martha (KLIK HIER) of alleen je reactie. Zo kan iedereen lezen wat jij ervan vindt.
In dit blog combineer ik een vraag van Martha in de serie #50books (KLIK HIER) met een korte beoordeling van Makkelijk leven van Herman Koch. Want wat wilde ze weten?
Vraag 14: Heb jij het boekenweekgeschenk al gelezen?
Dat is een hele goeie vraag. In dit geval: ja. Maar als ik in mijn kast kijk? Ik mag mezelf de trotse eigenaar noemen van bijna alle boekenweekgeschenken vanaf 1939 (op 3 na). Daarnaast veel kinderboekenweekgeschenken en vanaf 1988 bijna alle boekenweekessay's. Heb ik die dan ook allemaal gelezen? Nee. Als ik er zo langs kijk, valt me op dat ik van de oudere er beduidend meer gelezen heb dan de laatste jaren. Vaak begon ik wel enthousiast, maar verschoof de interesse al snel naar de aangeschafte boeken en beloofde ik mezelf later het boekenweekgeschenk te lezen. Nu neem ik er nog wel eens een mee voor in de trein: handzaam en uit te lezen op de heen- en terugreis.
Ik herinner mij Hella Haasse - Oeroeg, Hubert Lampo - De goden moeten hun getal hebben, Henri Knap - De ronde van '43 (heeft mijn zoon op zijn literatuurlijst gezet), Maarten 't Hart - De Ortolaan, Remco Campert - Sombermans actie, Biesheuvel - Een overtollig mens, e.a. Latere uitgaven las ik minder vaak, soms wel het essay (Renate Dorrestein - Laat me niet alleen of Jeroen Brouwers - Sire, er zijn geen Belgen, bv). Het voelde geregeld alsof er in latere jaren minder aandacht aan het schrijven van het geschenk was besteed, waardoor ik de belangstelling na enkele bladzijden verloor. Of ik kende al ander werk van de schrijver, waar ik niet bijster enthousiast over was en dan liet ik het lezen maar zitten. Anna Enquist - De ijsdragers en Bernlef - De pianoman herinner ik me dan weer wel.
En nu is er dus Herman Koch. Over Het diner was ik wel enthousiast. Maar Zomerhuis met zwembad viel me tegen. Daarna heb ik eigenlijk nooit meer iets van hem gelezen. Maar het redelijk dunne Makkelijk leven haalde me over het toch nog eens te proberen. Iedereen is zo enthousiast over De greppel, misschien moest hij maar een tweede kans krijgen. Mag ik eerlijk zijn? Ja dat moet toch eigenlijk wel in een blog met recensies: het viel me tegen. Natuurlijk kun je stellen: je mag van zo'n gelegenheidsboekje ook niet teveel verwachten, maar dan ik denk aan het verschil met "vroeger". Ik heb echt het idee, dat het toen een hele eer was het geschenk te mogen schrijven en daar ging men eens goed voor zitten, om iets moois en degelijks af te leveren, een visitekaartje voor de rest van het oeuvre. Niet iets dat tussen neus en lippen door eventjes afgeraffeld moet worden.
Is het zo erg met Makkelijk leven? Nee, dat nou ook weer niet. Het verhaal boeide me in elk geval meer dan andere geschenken. De inhoud laat ik hier verder achterwege, daar is al genoeg over geschreven. Ik heb het helemaal uitgelezen en dat zegt ook wat. Er staan heerlijke, echte Koch-zinnen in:
"Zelf ben je je veel sterker bewust van je afwezigheid dan anderen. Het geeft alvast een inkijkje in de tijd die na jou komt, wanneer je er niet meer bent. Ook dan zullen de mensen al snel weer over hun vakantieplannen doorpraten. Over de laatste films. Waarschijnlijk al tijdens het tweede glas wijn in de koffiekamer van het rouwcentrum."
Er zitten hilarische stukjes in die nog iets laten zien van de Jiskefet-humor van lang geleden. Als de kleinkinderen op bezoek zijn en volgestopt worden met alles wat hun moeder absoluut niet goed gevonden zou hebben. Of de manier waarop de hoofdpersoon doordraait in zijn gemaal en gefantaseer en dat op miraculeuze wijze kan doen uitmonden in absurde en onlogische conclusies die nergens op gebaseerd zijn.
Er valt dus heus wel wat te genieten, maar nu ook weer niet zoveel dat het een aanbeveling is voor me om weer eens een ander boek van Koch te lezen. Al zul je mij niet snel horen zeggen dat vroeger alles beter was, ben ik toch bang dat dat voor de boekenweekgeschenken wel op gaat.
Ik ben benieuwd welk boekenweekgeschenk jij helemaal hebt uitgelezen. Laat het gerust weten in een reactie hier onder.
Herman Koch - Makkelijk leven. CPNB, 2017. Geb., 95 pg., isbn:978-90-5965-4112.
© Jannie Trouwborst, april 2017.
Ik ben heel benieuwd naar de antwoorden van anderen. Wil je ook meedoen? Iedereen is vrij om de vragen te beantwoorden zoals hij of zij wil. Laat een link naar je eigen blog achter in de reacties onder het blog van Martha (KLIK HIER) of alleen je reactie. Zo kan iedereen lezen wat jij ervan vindt.
maandag 3 april 2017
Maarten 't Hart - De moeder van Ikabod
In 2015 is de J.M.A. Biesheuvelprijs (KLIK HIER) voor de beste Nederlandstalige verhalenbundel in het leven geroepen. Het bijzondere aan deze geldprijs is, dat de hoogte ervan bepaald wordt door de bereidheid van lezers er aan bij te dragen via crowdfunding, zonder dat ze nog weten naar wie hij zal gaan. Dat bepaalt een vakjury. Tijdens de Week van het korte verhaal wordt de winnaar bekend gemaakt. Dit jaar won Maarten 't Hart de prijs met zijn verhalenbundel De moeder van Ikabod. Het prijzengeld bedroeg ruim € 5000. Eerdere winnaars waren Rob van Essen en Marente de Moor.
In de bundel staan 18 korte verhalen. Het eerste verhaal De stiefdochters van Stoof las ik eerder als deeltje van de Bruna serie Literaire juweeltjes. De andere waren allemaal nieuw voor me. Ik vermoed dat deze voor het merendeel nog niet zo heel lang geleden geschreven zijn. Ze komen onmiskenbaar uit de koker van Maarten 't Hart, maar de toon is anders. Ik kan het niet anders omschrijven, dan dat er een zekere mildheid in geslopen is. Misschien zijn zijn korte verhalen daar bij uitstek geschikt voor.
De bekende thema's keren er uiteraard in terug: het geloof, de klassieke muziek, vogels en zijn moestuin. Soms spelen ze een hoofdrol, vaak is het achtergrondmuziek. Wat ook nooit ontbreekt is de humor, afwisselend venijnig en scherp, dan weer dwaas en hilarisch. Aan de onverwachte wendingen binnen verhaal lees je het plezier af waarmee hij zijn fantasie de vrije loop geeft. Ook al stoelen veel verhalen, zoals vaker in zijn werk, ongetwijfeld op autobiografische feiten.
Voor ieder wat wils in deze geslaagde bundel. Wie vooral van een hilarisch verhaal houdt, zal genieten van De buitendeur, een hachelijk avontuur dat Maarten overkomt in Leiden, als hij in de vroege morgen wordt beroofd en gedwongen om mee te doen met een overval. Zijn mildere toon ten aanzien van het geloof komt het best tot uiting in De moeder van Ikabod. Een aantrekkelijke vrouwelijke dominee, een kerkdienst waarbij niemand komt opdagen en een interessante discussie over het geloof zijn de hoofdbestanddelen van dit verhaal.
Het meeste plezier heeft 't Hart ongetwijfeld beleefd aan het schrijven van Het kompas, waarin hij zijn huis probeert te verkopen voor een redelijke prijs. Zoals in de meeste andere verhalen in deze bundel verandert een normale gebeurtenis gaandeweg in een klucht en wat is leuker voor een schrijver om het verhaal steeds verder op te rekken en af te sluiten met een goed gevonden uitsmijter.
Het is geen wonder dat Maarten 't Hart met deze bundel de J.M.A. Biesheuvelprijs heeft gewonnen. Toeval is dat er ook een heel kort verhaal in staat met als titel: De hoofdprijs. Daarin wordt hij meermaals verward met Maarten Biesheuvel. Ook op het moment dat bekend werd (in 2006) dat aan Biesheuvel de P.C. Hooftprijs toegekend was. Nee, ik ga niet verklappen hoe dat verhaal verder gaat. Voor alle verhalen in deze bundel geldt dat de clou het perfect afmaakt en dat geldt ook voor De hoofdprijs. Maar dat juist hij nu de J.M.A. Biesheuvelprijs wint, is een wending die hij met al zijn fantasie niet voorzag.
Maarten 't Hart - De moeder van Ikabod. Amsterdam, De ArbeidersPers, 2016. Geb., 283 pg., ISBN:978-90-295-1004-2.
© Jannie Trouwborst, april 2017.
De bekende thema's keren er uiteraard in terug: het geloof, de klassieke muziek, vogels en zijn moestuin. Soms spelen ze een hoofdrol, vaak is het achtergrondmuziek. Wat ook nooit ontbreekt is de humor, afwisselend venijnig en scherp, dan weer dwaas en hilarisch. Aan de onverwachte wendingen binnen verhaal lees je het plezier af waarmee hij zijn fantasie de vrije loop geeft. Ook al stoelen veel verhalen, zoals vaker in zijn werk, ongetwijfeld op autobiografische feiten.
Voor ieder wat wils in deze geslaagde bundel. Wie vooral van een hilarisch verhaal houdt, zal genieten van De buitendeur, een hachelijk avontuur dat Maarten overkomt in Leiden, als hij in de vroege morgen wordt beroofd en gedwongen om mee te doen met een overval. Zijn mildere toon ten aanzien van het geloof komt het best tot uiting in De moeder van Ikabod. Een aantrekkelijke vrouwelijke dominee, een kerkdienst waarbij niemand komt opdagen en een interessante discussie over het geloof zijn de hoofdbestanddelen van dit verhaal.
Het meeste plezier heeft 't Hart ongetwijfeld beleefd aan het schrijven van Het kompas, waarin hij zijn huis probeert te verkopen voor een redelijke prijs. Zoals in de meeste andere verhalen in deze bundel verandert een normale gebeurtenis gaandeweg in een klucht en wat is leuker voor een schrijver om het verhaal steeds verder op te rekken en af te sluiten met een goed gevonden uitsmijter.
Het is geen wonder dat Maarten 't Hart met deze bundel de J.M.A. Biesheuvelprijs heeft gewonnen. Toeval is dat er ook een heel kort verhaal in staat met als titel: De hoofdprijs. Daarin wordt hij meermaals verward met Maarten Biesheuvel. Ook op het moment dat bekend werd (in 2006) dat aan Biesheuvel de P.C. Hooftprijs toegekend was. Nee, ik ga niet verklappen hoe dat verhaal verder gaat. Voor alle verhalen in deze bundel geldt dat de clou het perfect afmaakt en dat geldt ook voor De hoofdprijs. Maar dat juist hij nu de J.M.A. Biesheuvelprijs wint, is een wending die hij met al zijn fantasie niet voorzag.
Maarten 't Hart - De moeder van Ikabod. Amsterdam, De ArbeidersPers, 2016. Geb., 283 pg., ISBN:978-90-295-1004-2.
© Jannie Trouwborst, april 2017.
Abonneren op:
Posts (Atom)