donderdag 19 oktober 2017

Sanneke van Hassel - Stille grond


Landa en Johannes, de twee hoofdpersonen uit de roman Stille grond van Sanneke van Hassel, lijken uit twee totaal verschillende werelden te komen. Zij woont met haar man Leon en pas geboren dochtertje Cato in het luxe appartementencomplex Domus Aurea en kijkt (letterlijk en figuurlijk) neer op de rommelige opvang voor kwetsbare mensen waar Johannes werkt: Smallenburg. Landa zou het liefst willen dat de opvang verdwijnt, zodat er een parkje met speelgelegenheid voor kinderen kan komen. Johannes is gehecht aan de plek en hoopt na vele verhuizingen nu eindelijk een plek gevonden te hebben voor zijn cliënten waar ze voor langere tijd kunnen blijven. Om ze nog meer zinvolle bezigheden te kunnen bieden, is hij een moestuin begonnen bij de opvang. Maar ook omdat het hem herinnert aan zijn jeugd in het landelijke Noord-Holland.

Landa is nog erg onzeker over haar moederschap. Ze heeft niemand om op terug te vallen. Haar man is druk met zijn werk, terwijl zij het hare kwijtgeraakt is door de crisis kort nadat ze vertelde dat ze zwanger was. Haar moeder is sinds het overlijden van Landa's vader snel achteruit gegaan, lijkt haar dochter niet meer te kennen en is niet geïnteresseerd in haar kleinkind. Aan haar twee vriendinnen heeft ze ook niets. Een nieuwe baan vinden blijkt niet zo gemakkelijk en al is ze blij met haar dochter, de invulling van haar dagen ervaart ze al snel als weinig zinvol. Zeker als Leon voor een goede oppas zorgt, zodat ze haar handen vrij heeft om te "netwerken" zoals hij zegt. Alleen... ze heeft helemaal geen netwerk. Cato en de oppas kunnen het prima vinden, Landa voelt zich steeds overbodiger als ze doelloos rondjes rijdt door Rotterdam of ergens in een café op haar laptop naar vacatures zoekt. Eigenlijk is het dan geen wonder meer dat ze zich met verbetenheid stort op haar idee van een parkje op de plek van de opvang Smallenburg. Ze is bereid daarvoor heel ver te gaan.

Johannes heeft ook niemand. Zijn ouders leven niet meer en zijn zus woont ver weg. Streng opgevoed in een religieus milieu door een hardhandige vader koos hij er al snel voor het huis te verlaten en een opleiding te volgen tot sociaal werker. Op veel plekken heeft hij gewerkt en meegemaakt dat de regels hoe om te gaan met kwetsbare mensen steeds veranderden. Hij verbaast hem, hij heeft zich er maar bij neergelegd, al kan hij niet wennen aan het idee dat er steeds minder begrip is voor de medemens die het om wat voor reden dan ook niet redt in de huidige samenleving Ook kan hij niet goed omgaan met de enorme bureaucratie, vergaderfrequentie en de politieke spelletjes die nodig zijn om de opvang in stand te houden. Tot aan fraude in zijn administratie toe.

Om en om krijgen Johannes en Landa het woord in de roman. Ze komen echter nauwelijks met elkaar in contact. En hoewel ze tegenstrijdige belangen hebben, hebben ze veel meer gemeen dan ze ooit zullen beseffen. Beiden hadden een liefdeloze jeugd met een tekort aan aandacht. Beiden hunkeren naar een zinvol bestaan, een ideaal om voor te vechten. Johannes begint uitgeblust te raken, Landa voelt zich overbodig en niet gezien.

Dat stille stukje grond daar beneden aan de flat wordt de inzet van een conflict, door Landa in gang gezet. In een parkje zal ze andere moeders spreken, kunnen buurtfeesten gehouden worden, zal ze eindelijk contacten opdoen. De buren in de flat, die nu nog zo afstandelijk zijn, zullen haar dankbaar zijn. Elk wissewasje grijpt ze aan om Smallenburg en haar bewoners in diskrediet te brengen. Op vergaderingen probeert Johannes zich te verdedigen. Het gaat haar niet snel genoeg. Ze besluit  een rechts-populistische partij in te schakelen en gaat uiteindelijk over tot een wel erg riskante actie.
Ook op Johannes begint de eenzaamheid te drukken. Hij koos het vak om mensen te redden, op het goede spoor te zetten, dat lukt nog nauwelijks. Maar dan verschijnt er ineens iemand bij de opvang die hem uit zijn moedeloosheid haalt. Ook zijn daden worden riskant.

Komt er een winnaar uit deze symbolische strijd? Niet echt, er zijn wel veel slachtoffers. Het leven van Landa of Johannes is er niet wezenlijk door veranderd. Een oprisping in beider bestaan, meer zal het uiteindelijk niet blijken te zijn.

Veel bewondering heb ik voor de uitwerking van de karakters van zowel de hoofd- als bijfiguren in deze roman. Levensechte mensen komen tevoorschijn door de opmerkingen die ze maken en de manier waarop ze zich gedragen. Ze hoeven nauwelijks meer beschreven te worden: je ziet ze meteen voor je: de bemoeizuchtige, egocentrische "vriendin" Cleo, de rechts-populistische Jos de Palm, Mama Martina, de warme kokkin van Smallenburg en vele anderen. Een bonte stoet. In een grote stad die neergezet wordt zoals ze is: lawaaiig, druk en overvol. En zo zal blijven, ook als Johannes en Landa vertrokken zijn en het stukje Stille grond een andere bestemming krijgt.

Sanneke van Hassel (Rotterdam, 1971) is tot nog toe vooral bekend als auteur van verhalenbundels. Ze beheerst dit genre dan ook zo goed dat ze er al meerdere prijzen mee in de wacht sleepte. Na haar debuut IJsregen (2005) verschenen Witte veder (2007), Ezels (2012) en Hier blijf ik (2014). Als enthousiast pleitbezorger van het korte verhaal stelde ze met Annelies Verbeke de bundel Naar de stad (2012) samen: een bloemlezing met hedendaagse korte verhalen uit de hele wereld. Stille grond is haar tweede roman. In 2010 verscheen haar eerste roman Nest (KLIK HIER).

Sanneke van Hassel - Stille grond. Amsterdam, Bezige Bij, 2017. Pb., 220 pg., isbn:978-90-234-5427-4.

© Jannie Trouwborst, oktober 2017.

2 opmerkingen:

  1. Wat heb je dit mooi beschreven! En daarmee heb je mij overtuigd. Ik had eerlijk gezegd de boeken van Sanneke van Hassel van mijn lijstje gegooid. Ik vond de verhalen in 'Hier blijf ik' erg fijn, maar 'De ochtenden' heb ik niet uitgelezen. Maar dit boek zet ik er toch weer op.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Het klink als een treurig verhaal Jannie. Zo dicht bij elkaar en dan nog zo ver van elkaar verwijderd zijn.

    BeantwoordenVerwijderen