zondag 3 februari 2019

J.J. Voskuil - De moeder van Nicolien

Omdat De buurman (KLIK HIER) van Voskuil me goed bevallen is, informeerde ik bij de grootste Voskuilfan van Nederland, Gerbrand Bakker, welke titel nog meer in aanmerking zou kunnen komen om mijn drempelvrees ten aanzien van Het Bureau te slechten. Hij raadde De moeder van Nicolien aan. 

De schoonmoeder van Maarten Koning

In dagboekvorm lezen we over de veertig laatste jaren van de moeder van Nicolien, de vrouw van Maarten de Koning. Aanvankelijk nog een gezonde, ouder wordende vrouw, maar sluipenderwijs gaat het mis. We maken mee hoe ze langzaam maar zeker dement wordt. Hersenschimmen van Bernlef was schrijnend, doordat we in het hoofd van het slachtoffer zaten, maar De moeder van Nicolien is minstens zo aangrijpend, doordat we meemaken wat er bij de direct betrokken gebeurt.
De tijdspanne tussen de losse dagboekfragmenten omvat aanvankelijk jaren of maanden, later worden dat weken en dagen. Wat eerst nog op vergeetachtigheid lijkt die bij de ouderdom hoort, wordt zo erg, dat er vermoedens ontstaan dat er meer aan de hand is. Pas achteraf valt voor Maarten en Nicolien vast te stellen dat het beginnende dementie was.
Het is de moeder van Nicolien, maar Maarten is bijzonder op haar gesteld. Het is die genegenheid die van deze roman een liefdevol portret gemaakt heeft. Hoewel ook Nicolien haar best doet de situatie het hoofd te bieden, is het toch Maarten die nooit uit zijn slof schiet en met geheugenspelletjes en grapjes probeert ontspannen met zijn gedesoriënteerde schoonmoeder om te gaan. Voor Nicolien is het allemaal veel lastiger en achteraf voelt ze zich schuldig dat ze niet geduldiger was. Maar Maarten probeert dat uit haar hoofd te praten en ook voor de lezer is duidelijk dat het allemaal niet gemakkelijk was. En dat ze er het beste van gemaakt heeft.

Voskuil stijl

Dit is pas het tweede boek dat ik lees van Voskuil, maar toch heb ik al wel enig zicht op de kracht van zijn schrijfstijl, die me zeer aan spreekt. Al kan ik me goed voorstellen dat het een stijl is, die niet bij iedereen aan zal slaan. Net als in De buurman bestaat het verhaal voor een groot deel uit dialogen en veel minder uit beschrijvingen van gebeurtenissen. Heel knap als je dat zo kan opschrijven dat de lezer via de gesprekken de gevoelens kan navoelen die in en tussen de woorden liggen. Daardoor word je veel meer bij de gebeurtenissen betrokken. 
Het verschil met Het Bureau, heb ik me laten vertellen, is dat er maar een beperkt aantal personen in voor komt. Maar dat was in De buurman niet anders. Mij stoort het niet. Ik vind deze kleine romans wel zo prettig. Maarten en Nicolien leerde ik al kennen via De buurman. Ze zijn niet wezenlijk veranderd, als is de toon onderling een stuk milder. Het dramatische verloop van de slopende dementie zet de verhoudingen niet op scherp, zoals bij De buurman, maar verzacht de verschillen in karakter en temperament door de zorgen om hun (schoon)moeder.

Een heel herkenbaar verhaal voor iedereen die te maken heeft/had met een ouder familielid dat aan deze ziekte lijdt/leed. Maar ook zonder dat is het levensecht geschreven en daardoor aangrijpend.

De achtergrond van het boek

Er komen er episodes in voor uit Het Bureau (las ik elders), maar toch was Voskuil al voordat het eerste deel daarvan verscheen met dit verhaal bezig geweest. Pas toen de dementie van zijn schoonmoeder duidelijk begon te worden heeft hij zijn oude dagboekaantekeningen gebruikt om de voorgeschiedenis te achterhalen. En er daarna een chronologisch verhaal van te maken vanaf het moment dat nog niemand doorhad welke sluipende ziekte zijn kop op begon te steken.

In een interview vertelt hij:

"Ik had in de loop van de jaren nogal wat opgeschreven dat ik nu kon begrijpen. Maar het ís niet het dagboek. Mijn aantekeningen hebben slechts de herinnering ondersteund." In Het Bureau speelt de moeder van Nicolien een marginale rol. Hij is blij dat hij dat beeld nu aan kan vullen. "Zij is een veel belangrijker persoon dan je op basis van Het Bureau zou zeggen. Zij is een nuchtere buitenstaander die geen begrip heeft voor de wetenschap, voor het opgeblazen gedoe waarin haar schoonzoon verzeild is geraakt. Zij vervult als het ware de rol die de doodgravers in Hamlet vertolken. In Maartens leven staat ze lijnrecht tegenover de wetenschappers met pretenties."
Voskuil bekent dat de houding van zijn schoonmoeder, uit wie het leven langzaam wegstroomde, hem nog altijd kan ontroeren: "Zij heeft mijn sympathie omdat zij een gewoon, nuchter mens is.  Dicht bij de zin van het leven".

En nu?

Beide boeken zijn me dus bevallen. Ik denk dat ik het eerste deel van Het Bureau nu wel aandurf. Al was het alleen maar om meer over Voskuil zelf te weten te komen. Want dat Maarten en Nicolien de alter ego's zijn voor Voskuil en zijn vrouw is ondertussen wel duidelijk. En ik mag ze wel.
Op een biografie geschreven door Gerbrand Bakker hoef ik niet meer te rekenen, begreep ik uit de column Biograferen in Trouw van 2 februari. Lees even mee:

De laatste Voskuil die ik las, was 'Requiem voor een vriend'. Ik heb nu, op 'Het Bureau' na, alles weer eens gelezen. En hoewel ik donders goed weet dat je dat wat er in een boek staat niet één op één mag verbinden aan de schrijver van het boek, ben ik nu toch wel écht van het idee af een biografie over Voskuil te willen schrijven. Als je alles wat hij geschreven heeft chronologisch zou rangschikken, heb je al snel een heel leven te pakken. Vooruit, een gefictionaliseerd leven, maar dan wel een zeer sterk autobiografisch gefictionaliseerd leven.
Het enige wat je als biograaf zou kunnen doen is de werkelijkheid van de fictie te scheiden. En snel Lousje Voskuil bezoeken. Misschien nog wat medewerkers van het P.J. Meertens Instituut te spreken zien te krijgen. Een afspraak maken met Detlev van Heest (red. huisvriend van de familie Voskuil). Maar dan nog: waarom zou je een biografie over iemand schrijven terwijl de schrijver zelf zijn uiterste best gedaan heeft zijn leven weer te geven zoals hij het in zijn boeken weergegeven heeft? Is dat niet genoeg? Moet je dat niet respecteren? (De hele column is te lezen op het weblog van Gerbrand Bakker: KLIK HIER).

Ik denk dat hij gelijk heeft. En dat er voor mij nog heel veel te lezen valt van en over Voskuil. Wordt vervolgd dus.

J.J. Voskuil - De moeder van Nicolien. Amsterdam, Van Oorschot, 2008. 9de dr. 187g., ISBN:978-90-282-4093-3  (1e dr. 1998).

© Jannie Trouwborst, februari 2019.

6 opmerkingen:

  1. Wel spannend dat je nu met deel 1 van Het Bureau gaat beginnen. Ik heb het in omgekeerde volgorde gelezen dus eerst alle delen van Het Bureau en daarna de losse boeken. Dat is vast een heel andere ervaring en daarom ben ik benieuwd hoe jij dit nu gaat vinden.
    In ieder geval leuk dat je over De Buurman en De Moeder van Nicolien zo enthousiast bent.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Ik ben ook nieuwsgierig. Maar ik ga me niet haasten ermee. Ik heb nog een paar andere boeken liggen die besproken moeten worden. Maar ik zag dat het ook te leen is als e-book. Dat geeft alle ruimte om het op te vragen en er zolang als ik wil over te doen. Je hoort er zeker meer van.

      Verwijderen
  2. Deze twee moet ik ook nodig eens lezen! Het Bureau vond ik geweldig, al zitten er ook saaie stukjes tussen, die er trouwens wel goed in passen. Het eerste deel is in elk geval de moeite waard, alleen al vanwege de sfeer van een kantoor in de jaren vijftig. Ik heb me verbaasd over zaken die toen zo normaal waren.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Ik ben ook benieuwd. Als ouwetje zal ik best het een en ander herkennen van de sfeer op kantoren in de jaren 50 en 60. Maar Het Bureau kan natuurlijk maar ten dele model staan voor andere kantoren in die periode. Ik ga op zoek naar het typerende van juist Het Bureau in deze.

      Verwijderen
  3. De buurman heb ik inmiddels gereserveerd bij de bibliotheek, je hebt me erg nieuwsgierig gemaakt naar Voskuil door de recensies en je enthousiaste tweets. De moeder van Nicolien klinkt ook goed.

    BeantwoordenVerwijderen