Het is een hele spannende dag voor Timo: hij wacht op een telefoontje van zijn mentor. Is hij geslaagd voor zijn eindexamen? Dat moet wel haast, maar het is pas zeker als hij gebeld wordt. Intussen piekert hij wat af. Over vroeger, maar ook over de toekomst. Zal hij biotechniek gaan studeren of nog een jaartje bij zijn moeder blijven? Durft hij wel naar de grote stad en hoe moet hij contact maken met andere studenten? Op het vwo was hij een buitenbeentje. Kan hij zijn moeder wel alleen achter laten of is hij het haar verschuldigd dat hij bij haar blijft? Of is dat juist een excuus om niet naar de grote stad te hoeven? Is hij een lafaard?
Het verleden
Timo had een oudere broer, Ruben, begrijpen we uit zijn gepieker. Hij had een zeldzame geestelijke beperking: het Smith-Magenissyndroom. Het duurde lang voor de diagnose gesteld werd. De vader van Timo en Ruben zag het allemaal niet meer zitten en vertrok naar het buitenland om windmolens op zee te onderhouden. Ze zagen hem nauwelijks nog. Moeder was altijd met haar "clowntje" (zoals ze Ruben noemde) bezig en Timo moest vaak op hem passen als zij moest werken. Daardoor had hij weinig vrienden en kwam hij geregeld in de problemen door de impulsieve en gevaarlijke acties van Ruben.
Op een dag misdraagt Ruben zich zo, dat de boer waarvoor ze karweitjes deden in woede ontsteekt en Ruben een blauw oog stompt. Timo is dan al gevlucht. Hij voelt zich er nog schuldig over dat hij niet opgekomen is voor zijn broer. Maar erger nog is de keer dat hij zich niet voor de zoveelste onzin actie 's nachts uit bed laat halen door Ruben en zich omdraait en verder slaapt. Ruben komt die nacht om bij een onbezonnen daad. Zijn moeder verwijt Timo niets, maar is uiteraard enorm verdrietig. Ze vindt troost in haar geloof. Dat Timo meer opheeft met Nietzsche en God dood verklaart, vindt ze moeilijk.
De toekomst
Zijn moeder zorgt goed voor Timo, soms op het benauwende af. Gaan studeren in de grote stad geeft vrijheid, maar is ook eng. Haar alleen laten lijkt egoïstisch, maar als hij blijft, is het dan voor haar of omdat hij te laf is om het grote avontuur van de studie aan te gaan? Het blijft maar spoken in zijn hoofd.
Tijdens een fietstochtje om het wachten wat dragelijker te maken, ziet Timo een bord staan bij de boer die zijn broer geslagen heeft. Hij heeft werk en het betaalt goed. Misschien eens gaan kijken wat het is en dan in de zomervakantie wat verdienen om zijn moeder een nieuwe wasmachine te geven?
Er gebeuren vreemde dingen op de boerderij. Het gesprek met de boer zet van alles in beweging bij Timo. De hooier die de boer gebruikt om het hooi op het land los te woelen en om te keren om te drogen staat model voor wat zijn verhalen en de daarop volgende spannende gebeurtenissen teweeg brengen bij Timo. Ineens wordt het gemakkelijker om een beslissing te nemen.
Sneeuweieren, maar dan anders
In 2007 verscheen Sneeuweieren, een van mijn lievelingsboeken. Noordgeest uit 2014 viel me een beetje tegen. Maar met De hooier heeft Van de Coevering een prachtige opvolger geschreven. Dezelfde intieme, mysterieuze atmosfeer, de compacte stijl, de psychologische aspecten, de raadsels die de lezer zelf mag uitpluizen en verklaren. Een novelle die één dag uit het leven van een puber beschrijft die op het punt staat een volwassene te worden. Karakters die summier en toch levensecht beschreven zijn. Metaforen die aan de natuur zijn ontleend. De trieste en zwaarmoedige ondertoon van Sneeuweieren ontbreekt. Wel weer het boerenland en de boerderijen, verlies en rouw, teleurstellingen, brand. Maar in De Hooier is de blik vooruit gericht, er gloort hoop. Dat Timo biotechniek wil gaan studeren en fan is van Nietzsche maakt het verhaal mooi rond.
Ricus van de Coevering - De hooier. Amsterdam, Atlas/Contact, 2021. Pb., 171 pg., isbn:9789025471675.
© Jannie Trouwborst, februari 2022.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten