Korte inhoud:
De
Iraanse vluchteling Bolfazl probeert in Nederland een nieuw bestaan op te
bouwen. Dat valt niet mee als je taal niet spreekt en alles zo anders is dan in
je eigenland. Hij ondervindt aanvankelijk veel steun van zijn buurman René. Doordat
zijn vrouw en zoon zich sneller de taal eigen maken, groeit het gezin uit
elkaar. Na de verdwijning (en later de dood) van René komt er een andere
buurman met wie het contact moeizamer is. Herinneringen aan het vaderland
vervagen, hij leert loslaten en de dingen accepteren zoals ze zijn.
Verhaalanalyse:
- Opbouw:
Het
boek is ingedeeld in vrij korte hoofdstukken. Als de herinneringen daarom
vragen worden verhalen/legenden uit het vaderland tussengevoegd. Dat maakt het
geheel een beetje rommelig.
- Tijd:
Na
een inleiding vanuit het “heden” wordt het verhaal chronologisch verteld: vanaf
het moment dat het gezin naar hun hoekwoning in de nieuwbouwwijk wordt gebracht
tot enkele jaren later, als ze een beetje ingeburgerd zijn. Ondertussen horen
we via flash-backs het een en ander (maar niet alles) over de reden tot vlucht
en de toestand in het thuisland.
- Plaats en ruimte:
Het
verhaal speelt grotendeels in en rond een stadje aan de IJssel. Veel
binnenshuis (en bij de buurman), deels in de omgeving. De flash-backs (soms
verteld, soms herinneringen) spelen meestal in Iran. De laatste twee
hoofdstukken in Groningen.
- Perspectief en verteller:
Het
perspectief ligt bij Bolfazl, die het verhaal vertelt.
- Personages:
Round-characters zijn er nauwelijks in deze
roman. Bolfazl is de enige die we een beetje leren kennen vanuit zijn eigen
perspectief. De vrouw en zoon blijven heel vaag, ook van de moeder die op
bezoek komt krijgen we niet veel te horen, behalve dat ze erg vroom is en de
levenswijze van de meeste Nederlanders en vooral van de buurman (homo) afkeurt.
Van René, de buurman, weten we iets meer, maar ook niet voldoende om er een
volkarakter van te kunnen maken. De nieuwe buurman, zijn vrouw en de dochter
van René blijven ook vaag. Het zijn allemaal flat-characters. Ttypetjes komen er niet in voor.
- Verhaallijnen:
Er
is de verhaallijn van Bolfazl die zijn weg moet leren vinden in dit vreemde
land en afstand moet nemen van het verleden. Dat is er de verhaallijn van René,
deels achteraf verteld door zijn ex-vrouw en dochter, deels mee beleefd via
Bolfazl. Veel blijft ook onduidelijk. De verhaallijnen blijven bovendien los
van elkaar lopen. Het verhaal van de dochter en dat van de nieuwe buurman en
zijn vrouw hangen er ook los bij. Er zit weinig samenhang wat dat betreft in de
roman.
- Thema:
Thema
is het banneling zijn. Bolfazl begrijpt dat de taal de sleutel is tot zijn
nieuwe bestaan. En met die taal wil hij een getuigenis afleggen: herinneringen
vastleggen, het proces van het vergeten, aanvaarden van wat niet te veranderen
is, vastleggen wat het proces van vluchteling zijn inhoudt.
- Motieven:
Treinen
spelen een belangrijke rol. Hij droomt er aanvankelijk veel van (zonder dat duidelijk
wordt welke rol ze speelden in zijn verleden). René pleegt zelfmoord door voor
de trein te springen. Hij moet een landgenoot identificeren die overreden is
door een trein. De nieuwe buurman is machinist. Misschien staan ze symbool voor
het leven dat zijn loop neemt: je kunt niet terug: je zit in de trein en je
moet er mee voort, of je wilt of niet. Wie uitstapt, stapt uit het leven
(René). Aan Jacobus, de machinist vraagt hij of het van belang is voor hem wie
er in zijn trein zitten. Met de trein ook gaat hij naar Groningen om er de
dochter van Reneé te bezoeken( de Hollandse vrouw waar hij naar verlangde).
Ook
pruimen en de pruimenboom spelen een rol. Zo maakt René bv. een foto van de
jonge hand van zijn dochter die een pruim (“traan”)laat vallen in de oude hand
van zijn moeder. De nieuwe buurman hakt de boom om en maakt er brandhout van
voor zijn moeder, die in een oud boerderijtje woont aan de IJsseldijk, waar
Bolfazl op bezoek gaat en zich thuis voelt, terwijl het hout in de kachel
brandt. Zijn grootmoeder brengt de laatste pruimen naar het graf van zijn net
bergraven Opa. Als René dood is, halen kwajongens de laatste pruimen uit de
boom, die ook dood gaat. Misschien dat de kleur ook van belang is: paars, de
kleur van een nieuw begin.
Dan
komt er nog enkele malen een haan in voor, die de weg wijst, of de richting
naar Mekka. Die eerst vastgeroest zat en later alle kanten op draait en
weggegooid wordt door de nieuwe buurman.
Flessen:
zie titel.
- Titel:
De
reis van de lege flessen wijst op het verhaal, dat zijn grootvader een kelder
vol lege flessen heeft, eeuwen oud. Op elke fles staat geschreven bij welke
gelegenheid de voorvader deze gedronken heeft. Als zijn grootvader is overleden
brengt zijn grootmoeder alle flessen naar de rivier en laat ze wegdrijven. Als
hij lege flessen ziet liggen langs de IJsseldijk moet hij daar weer aan denken.
Hij gebruikt ze hier als symbolen voor de herinneringen die verdwijnen, met de
stroom van het leven mee, terwijl er andere zaken voor in de plaats komen.
Ook
vertelt hij het verhaal van de as van een verslagen reus die in flessen gedaan
werd en aan de kinderen gegeven om mee te spelen. Dat naar aanleiding van een
crematie: verbranden van de hersenen staat gelijk met het verbranden van de
herinneringen: eigenlijk zou de as van het hoofd in flessen gedaan moeten
worden.
Bij
een tweede maal lezen merkte ik, dat er steeds iets is, wat een Hollander doet
of zegt, dat een verhaal uit Iran oproept. Tot hij opmerkt: ik weet niet meer
wat er echt waar is, welke verhalen ik echt gehoord heb en wat ik verzin. Ik
kan mijn herinneringen niet meer vertrouwen. De herinneringen verdwijnen ook
langzamerhand. Eerst beangstigt dat, later aanvaardt hij het: er komt iets
anders voor in de plaats. Misschien zijn de lege flessen dan wel een symbool
voor de wegdrijvende herinneringen.
- Motto’s:
Het
motto bestaat uit een in het Iraans geschreven gedicht in onleesbare tekens. Er
wordt nergens een uitleg aan gegeven.
- Genre:
Tot
op zekere hoogte zouden we het een psychologische roman kunnen noemen. Der
persoonlijke groei van een banneling wordt belicht.
- Stijl- en stijlfiguren:
De
stijl is afwisselend helder, kort en duidelijk, en poëtisch, dromerig. Droom en
realiteit, heden en verleden, werkelijkheid en legenden, ze lopen door elkaar
en wisselen elkaar af. Ik vond dat niet altijd even prettig lezen. Af en toe
weet hij subtiel weer te geven hoe culturen kunnen botsen en hoe mensen elkaar
zo kunnen kwetsen, zonder de bedoeling daartoe te hebben.
- Verhouding schrijver tot de thematiek van
het boek:
De
schrijver is zelf een vluchteling uit Iran.
Breda,
De Geus, 1997. Geb. met stofomsl.,
Gekocht
via Boekwinkeltjes (5,00 + 2,25 porto).
©
JannieTr, december 2006.
(Deze bespreking is overgenomen uit mijn oude blog en heeft een andere format)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten