Samenvatting
Eilandgasten gaat over de belevenissen van diverse
gasten die in het vakantiehuisje 'Duinroos' op Vlieland logeren, met als
centrale figuur de vrouw die het huisje schoonmaakt. Er worden zes belangrijke
vakantiebezoekjes beschreven van: een gezin waarvan de man overspel heeft
gepleegd, twee vrouwen van wie de een zwanger is en de ander ooit abortus heeft
gepleegd, een oudere man die zelfmoord wil plegen, een familie waarvan de man
woedend is op de promotie van zijn jongere collega, drie vrienden van wie de
onderlinge relatie danig verandert en als laatste een vrouw met een ernstige
ziekte.
Structuur
Eilandgasten is een raamvertelling waarin de
belevenissen van diverse gasten van een vakantiehuisje in zes verhalen worden
beschreven. De zes verhalen worden verbonden door de bespiegelingen van een
vrouw die het huisje klaar maakt voor het zomerseizoen. Het is de
schoonmaakster die een gastenboek neerlegt, dat als een rode draad door het
boek loopt en waardoor de verschillende vakantiegangers met elkaar verbonden
worden: ze schrijven er in, lezen de verhalen van de andere gasten en gebruiken
het zelfs als dagboek.
Er zijn meer verbindende elementen, naast de schoonmaakster,
het gastenboek en het huisje zelf, waardoor Eilandgasten geen
verhalenbundel, maar een roman is (zie thematiek en motieven).
De zes verhalen zijn genummerd en hebben geen titel. In drie
tussenhoofdstukken (in het begin, in het midden en aan het eind) zie je het
huisje door de ogen van de schoonmaakster. Deze hoofdstukken worden
voorafgegaan door een illustratie van een zeesterretje.
Perspectief
De drie tussenhoofdstukken zijn geschreven vanuit het
perspectief van de schoonmaakster en hebben een ik-verteller.
"Soms zou ik willen dat ik dit huis niet alleen
schoon hield, maar dat mijn armen de muren waren, mijn ogen de ramen. Dan kon ik
zien en horen wat Duinroos meemaakt".
Dit alwetende perspectief zou de schoonmaakster van Duinroos
maar al te graag willen hebben, maar dat heeft ze natuurlijk niet. Voor een
deel maakt ze wel mee wat er in Duinroos gebeurt doordat ze het gastenboek
leest, het huis inspecteert en bij elke nieuwe komst van een of meer gasten
even langs fietst en de gast begroet. Maar haar perspectief blijft natuurlijk
beperkt.
In de verhalen van de diverse gasten ligt het perspectief
wisselend bij een van de gasten. Hierdoor komen de personages goed naar voren
en zie je als lezer een verhaal van meerdere kanten. In het eerste verhaal
(over Chiel en Dana) lezen we over Chiels overspel en wat daarna gebeurde door
de ogen van Chiel én door de ogen van Dana, waardoor het verhaal van meerdere
kanten belicht wordt. Dit maakt dat je als lezer geen eenzijdig of clichématig
beeld krijgt van de overspelige man als slechterik en de bedrogen vrouw als
slachtoffer. Het gebeuren krijgt dus meer nuances, door de afwisseling in
perspectief.
De meeste verhalen van de gasten zijn in de derde persoon
geschreven, behalve het verhaal van de familie Slaghek, die elk jaar komt. Dit
verhaal lees je over de schouder van een van de (andere) gasten mee en is in de
ik-vorm geschreven. Ook het laatste verhaal staat voor het grootste gedeelte in
de ik-vorm, omdat het in dagboekvorm is geschreven.
Ruimte
De ruimte speelt in het boek een belangrijke rol. Het eiland
en het huisje zijn meer dan alleen decor. Het huisje koestert, geholpen door de
schoonmaakster, de bewoners, en de wind en het zout van het eiland werken
zuiverend op de gasten (zie ook onder thematiek).
Tijd
De gebeurtenissen in het heden spelen zich af tussen april
en september van het jaar 1997, beginnend bij de voorbereidingen op de komst
van de eerste gasten en eindigend met het schoonmaken en afsluiten van
het huisje na het vertrek van de laatste gasten.
In meerdere verhalen speelt het verleden een rol. Via
flashbacks krijgen we informatie over de gebeurtenissen voorafgaand aan de
vakantie, zoals bijvoorbeeld in het verhaal van Chiel en Dana. Het heden is
doorspekt met de heftige gebeurtenissen uit het verleden. Om beurten denken ze
terug aan het overspel en de periode daarna. Ook in het verhaal van Martine en
Sanne speelt het verleden een rol. Door Sanne's huidige zwangerschap, denkt
Martine terug aan haar eigen zwangerschap. Ook de oude man denkt voortdurend
terug aan het verleden. Kortom, alle personages dragen iets mee uit het
verleden, dat in flashbacks of via herinneringen wordt verteld.
De hoofdstukjes waarin de schoonmaakster als ik-verteller
aan het woord is, zijn bovendien in de tegenwoordige tijd geschreven en de
verhalen van de huurders in de verleden tijd.
Personages
De schoonmaakster is een vrij eendimensionaal
karakter. Zij heeft een bindende functie in het boek. Ze is een gedreven vrouw
die er goed voor zorgt dat de zaakjes in orde zijn in het huisje. Ze laat
briefjes achter met instructies omtrent het aanvullen van wc-papier of gebroken
serviesgoed. In elk verhaal laat zij wel even haar gezicht zien aan de huurders
en in sommige gevallen maakt ze een praatje, met een positieve uitkomst.
Als personage maakt ze echter geen ontwikkeling door en is daarom een 'vlak
karakter'.
De huurders van Duinroos maken allemaal een crisis
door tijdens hun verblijf op het eiland. Die lost zich tijdens de vakantie op
door het probleem uit te spreken of op te schrijven. Door de beschrijving van
de problemen worden bepaalde aspecten van het karakter van de personages goed
over het voetlicht gebracht. De personages maken bovendien in het korte
tijdsbestek een kleine ontwikkeling door die hen tot een nieuw of ander inzicht
brengt. Dit maakt de personages tot 'ronde karakters'.
Thematiek en motieven
Alle gasten die het huisje bezoeken, hebben iets meegemaakt,
waardoor ze bepaalde idealen verloren of juist gekregen hebben: door het
verblijf op het eiland verandert hun kijk op het leven. De andere omgeving
helpt daarbij. Het thema is dan ook verandering door het loskomen van de
vertrouwde omgeving. Dana die door haar man bedrogen is, zegt bijvoorbeeld
aan het eind van het eerste verhaal "dat hij niets meer goed hoefde te maken.
Dat het wel goed kwam, ooit. Dat de tijd de rest moest doen, de tijd, de wind
en het zout." (p. 39) Het eiland lijkt een helende functie te hebben.
De huurders maken allen een kleine crisis door tijdens hun
verblijf. De problemen waar zij mee te maken hebben, komen niet met elkaar
overeen, maar hebben allemaal te maken met de essentiële vragen van het leven,
over dood en leven, liefde en eenzaamheid, schuld en spijt. De gasten krijgen
te maken met problemen die draaien om dood en geboorte, trouw en ontrouw en
jaloezie en berusting.
Een steeds terugkerend motief is het fantaseren over
mensen en het raden naar hun verhalen. Dit doet de schoonmaakster voortdurend
bij de dingen die de gasten in het huisje hebben achtergelaten of veranderd
hebben. Maar ook de gasten doen dat door verhalen van andere gasten te lezen in
het gastenboek of door te reageren op spullen die andere gasten hebben
achtergelaten. Ook vragen zij zich af wie toch die vrouw op die fiets is die
hen 's ochtends zo vriendelijk begroet. Het leuke is dat het de schoonmaakster
is, die even in hun verhalen een kijkje komt nemen en daardoor een verbindend
element wordt tussen de verschillende verhalen.
Sommige dingen in het huisje krijgen bij ieder verhaal weer
een andere betekenis: het veertje dat de schoonmaakster als boekenlegger
in het gastenboek heeft gelegd, staat in het eerste verhaal symbool voor
breekbaarheid en in het tweede verhaal voor een nog niet geboren kind. In het
verhaal van de oude man is het veertje een teken van zijn overleden vrouw
Johanna. In het vierde verhaal leest Simone het verhaal van de familie Slaghek
in het gastenboek, waarbij het veertje de twee verhalen verbindt. In het vijfde
verhaal wordt het veertje in verband gebracht met engelenveren en in het
laatste verhaal dient het veertje als troost.
Op dezelfde manier komt er ook een takje in twee
verhalen voor, waar de gasten verschillende dingen in zien. In het derde
verhaal ziet de oude man een takje tegen de schouw staan, "in de vorm van
een katapult, maar je kon er ook twee armen in zien, een mannetje dat om hulp
riep." (103) Dat mannetje zou op de oude man zelf kunnen slaan. De
katapult doet hem denken aan zijn kleinzoon. In het vierde verhaal wil Simone
in een opwelling het takje als wapen gebruiken. Daarna denkt ze:
"Misschien was het toch geen toeval dat haar oog op dit takje was
gevallen, op een stuk hout dat zich splitste. Het kon. Iets dat één was geweest
kon zich splitsen." (136) Dit slaat op haar huwelijk, waar ze op dit
moment hevig aan twijfelt. Later ziet ze in het takje het kruis dat Jezus
gedragen heeft.
Titel
De titel kan op twee manieren uitgelegd worden. Enerzijds
verwijst 'eilandgasten' heel direct naar de gasten van het huisje Duinroos op
Vlieland. Anderzijds zou het ook symbool kunnen staan voor iedereen die op
aarde leeft en hier tijdelijk te gast is, waarbij ieder zijn eigen verhaal
achterlaat.
(Met dank aan: © http://www.boekentaal.info/eilandgasten-van-vonne-van-der-meer/)
Eigen
toevoegingen:
Verhouding schrijfster tot
de thematiek van het boek:
Uit
de biografische gegevens bleek, dat de schrijfster katholiek geworden is. In
Eilandgasten zou je Maria kunnen herkennen in de poetsvrouw. Ze houdt een oogje
in het zeil, bekommert zich om de gasten, creëert warmte en geborgenheid en
legt verantwoording af en dient verzoeken in bij Mister X, die de bezitter van
het huisje is (God?), maar zich nooit laat zien.
Veel
hoofdpersonen voelen een aanwezigheid, zoeken steun bij iets of iemand buiten
de beschreven personages.
Vonne van der Meer - Eilandgasten. Amsterdam,
Contact, 1999. Geb. met stofomsl., 6e dr. (nov. 1999) (1e dr. verschenen in aug. 1999).
Gekocht: via internet (€ 5,-, incl. porto).
Gelezen:
november 2006.
© JannieTr, december 2006.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten