December - de donkerste maand, lichtste maand, voor de één een feestmaand, voor de ander een rampmaand - is de maand van de lange gure avonden. Van de gordijnen dicht en een boek op de schoot. En dan het liefst een boek waarin het sneeuwt en meisjes met zwavelstokjes voor de ramen staan.
In deze verhalenbundel uit 2009 toont Vonne van der Meer ons de feestdagen van de laatste maand van het jaar in een ander perspectief dan gebruikelijk. Het zijn geen "gezellig rond de kerstboom" verhalen, al appelleren ze allemaal aan een (al dan niet verborgen) christelijke kerstgedachte.
Slechts twee verhalen zijn speciaal voor deze bundel geschreven, de vijf overige verschenen al eerder in tijdschriften of andere verhalenbundels. Voor mij waren ze allemaal nieuw.
Ze zijn niet allemaal even sterk. De best geslaagde (en tevens langste) was voor mij Het zingen, het water, de peen. Het verhaal heeft het geloof in Sinterklaas als basis. Op het moment dat de jongste in een gezin begint te twijfelen aan het bestaan van Sinterklaas heeft zijn moeder niet veel aandacht voor wat er in hem omgaat. Ook zijn vader is er niet voor hem, zijn ouders hebben duidelijk huwelijksproblemen en gaan tenslotte uit elkaar. Wat er ook in de jaren die volgen gebeurt: hij blijft geloven in Sinterklaas en zijn schoen zetten. Pesterijen van zijn broers, bespotting, zachte dwang van zijn moeder. Niets helpt. Hij blijft elke avond zijn schoen zetten met water erbij en een peen en zingt voor hij gaat slapen. In zijn eigen kamer, om zijn moeder die het niet meer aan kan zien te ontzien. Zelfs als hij verkering krijgt en zijn meisje een nachtje zal blijven slapen, volhardt hij in zijn ritueel met als gevolg: einde relatie.
Je kunt het als een psychologisch verschijnsel zien: toen niets meer zeker was en het gezin uiteen dreigde te vallen, was het geloof in Sinterklaas, die er altijd was en naar je lied luisterde, een houvast. Zelfs als er niets in je schoen zat. Rituelen bieden houvast in lastige tijden. Een metafoor voor het christelijk geloof lijkt me echter meer op zijn plaats: de moeder heeft in stilte bewondering voor de manier waarop haar zoon ondanks alles blijft geloven en volharden in zijn vertrouwen dat zijn lied gehoord wordt, dat hij gezien wordt. Zelfs als hij daar grote offers voor moet brengen.
Het verhaal wordt subtiel opgebouwd en maakt iets wat aanvankelijk absurd lijkt tot iets waar je respect voor dient te hebben: iemand die door dik en dun achter zijn overtuiging durft te blijven staan.
Vreemd gaan tijdens het schminken van een Zwarte Piet (Bedrog), het oplossen van de diefstal van Kindeke Jezus uit het stalletje (Kinderdief), Zwervers in je nieuwe huis laten wonen met Kerst (Zwartslapers), deze verhalen zijn inderdaad direct verbonden met de decemberfeestdagen. Dat geldt wat minder voor de man die vlak voor de Kerst tijdens een dienstreis beseft dat hij meer aandacht aan zijn vrouw moet schenken en cadeau's voor haar meebrengt (In vreemde handen), voor Maria die haar zoon als jong meisje moest afstaan (Maria je zoon zoekt je) en de cardiologe die tijdens een kerstbal in een blauwe jurk naar de intensive care geroepen wordt en voor Maria wordt aangezien (Blauwe Kerst). Geen van deze overige verhalen kon me erg boeien. Maar misschien hoort de sentimentaliteit van bijvoorbeeld Zwartslapers wel bij het idee van een bundel met Kerstverhalen.
Wie niet teveel verwacht, zal zich er ongetwijfeld mee kunnen vermaken tijdens de donkere dagen van december. Maar Eilandgasten vond ik toch een stuk sterker.
Vonne van der Meer - December verhalen. Amsterdam, Contact, 2009. Geb., 142 pg., isbn:978-90-254-3256-0.
© Jannie Trouwborst, december 2016.
Ik lees Nederlands 45/35.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten