Mei 2009 – Waardering: 7,0.
De dichter:
POLAK, Abraham (1914-1992) (artiestennaam Alexander Pola), acteur, tekstschrijver en omroepmedewerker (Haarlem 26-6-1914 – Amsterdam 12-10-1992). Gehuwd op 23-4-1941 met Henriette Francisca Ernestina Lijnkamp (ook bekend onder de naam Lily van Haghe) (1904-1997), voordrachtslerares. Dit huwelijk bleef kinderloos. Na echtscheiding (7-5-1954) gehuwd op 1-9-1954 met Katharina Johanna Berndsen (1923-1982), cabaretière. Uit dit huwelijk werd 1 dochter geboren: Clairy Polak, NOVA-presentratrice.
Alexander Pola is vooral bekend van radio en TV: Negen heit de klok en Radio Nederland Wereldomroep (radio), Oppassen en Zeg eens AAA (TV-series), VARA-gids (aforismen) en uiteraard Farce Majeure waar Alexander Pola veel van de cabaretachtige liedteksten voor schreef. Daarnaast verschenen van zijn hand enkele bundels met zgn. light-verses.
Bij Meander vond ik de volgende uitleg daarover:
"Light verse", in het Nederlands ook "plezierdichten" genoemd, is de naam voor de poëzie die geschreven wordt met het doel de lezer te amuseren. Samen met de traditionele lyriek en de liedjes, behoren de diverse soorten "light verse" tot de vormvaste poëzie.
Dat brengt met zich mee dat hun vaste vormkenmerken soms erg beperkend op hun inhoud gaan werken. Nochtans zijn de subgenres van de vormvaste poëzie niet altijd streng van elkaar afgescheiden: sommige ernstige dichters verwerken heel wat humor in hun teksten, en in heel wat "light verse" vinden we een ernstige of melancholieke ondertoon terug.
Het lichte vers kende in de jaren zeventig en tachtig een grote bloei, met vooraanstaande dichters als Kees Stip, Drs. P, Annie M.G.Schmidt, Driek van Wissen en Ivo de Wijs. (Bron: Meander).
Dat brengt met zich mee dat hun vaste vormkenmerken soms erg beperkend op hun inhoud gaan werken. Nochtans zijn de subgenres van de vormvaste poëzie niet altijd streng van elkaar afgescheiden: sommige ernstige dichters verwerken heel wat humor in hun teksten, en in heel wat "light verse" vinden we een ernstige of melancholieke ondertoon terug.
Het lichte vers kende in de jaren zeventig en tachtig een grote bloei, met vooraanstaande dichters als Kees Stip, Drs. P, Annie M.G.Schmidt, Driek van Wissen en Ivo de Wijs. (Bron: Meander).
Dat de vaste vormkenmerken beperkend op de inhoud werken staat voor mij niet vast. Het kan, maar het is niet noodzakelijk: we maken deze opmerking toch ook niet t.a.v. b.v. de sonnetten van Kloos of Bloem? Met de constatering dat de verschillende subgenres van de vormvaste poëzie soms maar moeilijk van elkaar afgescheiden kunnen worden kan ik het wel eens zijn. Ik vind eigenlijk Plezierdichten (zoals drs. P. ze noemt) een betere term. Maar los van dit alles staat, dat sommige dichters de kunst verstaan om juweeltjes van schijnbaar ongedwongen versjes te maken: goochelend met onze taal laten ze ons lachen of in de spiegel kijken, zetten ze aan tot nadenken of relativeren. Dat je daarvoor een echte taalkunstenaar moet zijn, wordt wel eens over het hoofd gezien.
De bundel:
In Schrijfkramp staan 5 Cursiefjes, een soort radio-columns die Alexander Pola schreef voor de Radio Wereldomroep. Nog steeds aardig om te lezen. De onderwerpen ervan zijn goed gekozen. Ze worden aangehaald door dochter Clairy Polak in de uitzending van Profiel van 14 januari 2009. Van harte aanbevolen, deze video. Schrijfkramp bevat ook een aantal liedjes uit Farce Majeure. Ook daarvan zijn er enkele op de video te beluisteren. Van het Radio-programma Negen heit de klok zijn 3 liedjes opgenomen (1947-1949).
Een bloemlezing uit bundels met light-verse vormt de hoofdmoot van deze bundel. Ze komen uit: Fabelachtig drukwerk, Kapstokken voor een grapjas, Mengvoer en Nou…èn?, handleiding voor optimisten. Het merendeel valt inderdaad onder plezierdichten, maar ze kunnen toch af en toe best venijnig bijten.
Bijzonder en verrassend zijn de gedichten waarmee de bundel opent: Uit de cyclus “Saskia”. Het zijn grensgevallen: hier gaat de term light-verse geregeld wringen.
Leeservaring:
Zelden sloeg ik vroeger een uitzending van Farce Majeure over. Toen ik dit boekje dan ook tegenkwam op de boekenmarkt kon ik het niet laten liggen. Toch had de inhoud ervan nog enige verrassingen in petto.
Wat allereerst opviel was dat de liedjes uit Farce Majeure, ondanks dat het programma op de actualiteit gebaseerd was, nog niets aan kracht ingeboet hebben. Veel van wat toen speelde is ook nu nog aan de orde. Bovendien viel me de rebelse toon van Pola op, zowel bij deze liedjes, als bij die uit Negen heit de klok. Volgens zijn dochter moeten we de stellingname van haar vader niet al te principieel opvatten, al stelde hij misstanden wel graag aan de kaak. In het uit 1949 daterende Ik ben zo heerlijk jong… geeft hij de oudere generatie een veeg uit de pan, omdat ze denken de wijsheid in pacht te hebben en geen benul hebben van wat de oorlog betekend heeft voor de generatie die ze zo heerlijk jong noemen. De liedjes uit Farce Majeure gaan over voetbalsupporters, de plezierjacht, gastarbeiders, het milieu, bezwaren tegen inenten, recycling, etc. Kortom: ze zijn nog steeds herkenbaar, al zijn ze gezongen nog beter. In de Profiel-uitzending zijn er enkele te beluisteren. De limericken en light-verse zijn goochelkunstjes met taal. Je moet er alleen niet teveel van in een keer willen lezen, want dan verslapt de aandacht voor de creatieve vondsten en bij teveel woordspelingen gaat de lol er een beetje af.
Verrassend waren echter voor mij vooral de gedichten uit de cyclus “Saskia”. Een paar citaten:
Van alle woorden, die ik heb geschreven
In heel die schrijfkramp van mijn leven
Klinkt aan het eind slechts één woord na:
Saskia.
Van alle zinnen, die ik heb geschreven
Rest er slechts één, die aan mijn leven
De zin gaf waarom ik besta:
Saskia.
* * *
Hij leefde voort omdat het leven verder ging
(Dat was hem ook herhaaldelijk verzekerd).
Dus dronk hij zonder dorst nog uit de beker
En at, al was de eetlust ook gering.
Hij deed zijn werk als vroeger en bleef noest
Maar zonder van zijn arbeid te genieten.
Het hóefde niet meer zo… maar ja “het moest!”
Dat zeiden allen steeds voordat ze hem verlieten.
* * *
Zonsondergang. Maar wie zou treuren?
Nooit toont de hemel schitterender kleuren
Dan bij die rode zwanenzang.
Het zal, mijn liefste, niet zo lang meer duren,
Maar weet dan, dat jij in mijn late uren
De kleuren was van mijn zons ondergang.
* * *
Wij droomden beiden onze eigen dromen,
Die nimmer in vervulling zullen gaan.
Wij hebben beiden er genoegen mee genomen,
Dat wij met dromen onze tijd hebben verdaan.
Als ik ontslapen ben zul jij pas uit je droom ontwaken
En weten, wat ik wist reeds al die tijd:
Dat mijn droom was: jou tijdig wakker maken
En dat ik jóuw droom was, misvormd tot werk’lijkheid.
Baarn, Fontein, 1984. Paperback, 1e dr., 126 p., isbn: 90-261-0184-8. (Alleen antiquarisch en tweedehands verkrijgbaar).
© JannieTr, 9 mei 2009.
http://profiel.kro.nl/uitzendingen/2009/0114-alexander-pola/intro.aspx
Geen opmerkingen:
Een reactie posten