Net als de jaren hiervoor hield Literasa in september de Ik lees Frans Maand (KLIK HIER). Ik wilde wel graag meedoen, maar mijn Frans is niet goed genoeg om in 1 maand een heel boek te lezen. Het werd een vertaling van Charlotte van David Foenkinos (KLIK HIER). Maar er was meer: wie haar een originele tip gaf voor een Frans boek, kon meeloten naar Het verslag van Brodeck van Philippe Claudel. Dat was wel heel verleidelijk, want ondanks dat ik weinig vertalingen lees, maak ik toch voor Claudel geregeld een uitzondering. En laat ik nu ook nog de gelukkige winnaar zijn! Ik heb het boek inmiddels gelezen en ben er zo van onder de indruk, dat het toch nog enige tijd heeft geduurd voor ik aan dit verslag kon beginnen. Maar het wordt nu wel tijd om er eens even echt voor te gaan zitten.
Samenvatting
Brodeck heeft er niet om gevraagd. Hij is door zijn dorpsgenoten
uitgekozen om een verslag te schrijven over de Anderer, een vreemdeling
die enkele maanden eerder in het dorp is komen wonen. Details zijn niet
nodig, de feiten zijn genoeg. Zolang maar duidelijk wordt dat de dood
van de vreemdeling onvermijdelijk was.
Brodeck ontdekt al snel
meer dan hij ooit kwijt zal kunnen in het verslag. Hij besluit naast het
officiële verslag een persoonlijk document bij te houden. Al
schrijvende wordt hij herinnerd aan zijn deportatie naar het kamp waar
hij al zijn waardigheid verloor, en komt hij erachter wat zijn vrouw is
aangedaan tijdens zijn afwezigheid. Intussen hoort hij steeds meer
gedempte stemmen, die hem doen inzien dat hij zelf misschien ook niet zo
thuis is onder zijn dorpsgenoten als hij tot dan toe had gedacht.
Het
verslag van Brodeck is een parabel op de Shoah waarin het woord 'jood'
niet één keer voorkomt. Haarscherp schetst Philippe Claudel tot welke
gruwelijkheden mensen in staat zijn om zichzelf te redden, maar bovenal
laat hij zien hoe liefde de kracht geeft om te volharden, tegen alle
angst in. Het verslag van Brodeck is een intense roman, waarin Claudel
met zijn gevoelige en beeldende manier van vertellen de kern van het
menselijk bestaan raakt.(Bezige Bij).
Leeservaring
Zoals de samenvatting al aangeeft, lopen er twee verhaallijnen door elkaar. Het persoonlijke verslag zoals wij dat voorgeschoteld krijgen, is geschreven door de ik-figuur Brodeck en het is eigenlijk het belangrijkste verhaal. Het vormt een onthutsend beeld van het verloop van zijn leven. Daarbinnen is hij bezig met het verslag waar zijn dorpsgenoten om vroegen, maar voor hem is dat minder belangrijk: hij moet voorzichtig zijn met wat hij opschrijft en heeft zo zijn eigen gedachten over de gebeurtenissen. Aan het einde komen de twee verhaallijnen samen: het verslag is af, hij heeft zijn conclusies getrokken en vertrekt met de drie mensen waar hij het meest van houdt uit het dorp.
Tijdens het schrijven springt het verhaal heen en weer tussen zijn bevindingen nu en wat hem in het leven is overkomen. Puur associatief en daardoor niet altijd chronologisch. Nergens noemt Claudel plaatsnamen, jaartallen, hij laat veel aan de lezer over. Dat geeft ruimte voor eigen interpretaties, maar doet je meteen beseffen dat de gruwelijke verhalen van wat mensen elkaar aan kunnen doen, zeker als ze gezamenlijk optrekken en elkaar ophitsen, van alle tijden en alle streken zijn. Net als het trachten te redden van je eigen hachje, waaraan ook hij zich eenmaal heeft schuldig gemaakt en waar hij nog altijd onder lijdt.
Bijna niemand in het verhaal krijgt een normale naam: het zijn allemaal bijnamen die karaktereigenschappen suggereren en de gedetailleerde fysieke omschrijvingen vormen karikaturen. Alleen zijn vrouw Emélia , dochtertje Poupchette en Fédorine worden bij naam genoemd en liefdevol omschreven. Het verhaal is gruwelijk, somber, maar ook poëtisch, teder. Het is realistisch en magisch, troosteloos en hoopvol. Je wordt als lezer heen en weer geslingerd, zoals Brodeck heen en weer geslingerd wordt bij het opdiepen en noteren van zijn herinneringen.
Elke interpretatie is juist, het is aan de lezer, zegt Claudel in een interview. Mij bekroop evenwel het gevoel dat er zoveel meer in dit boek zit, dan ik kan vermoeden. Maar dat het me desondanks enorm aangreep, in verwarring bracht en tot denken aanzette, blijft een feit.
Dit is mijn interpretatie: Brodeck is een jochie van 4 als hij tijdens WO I op de puinhopen van een verwoeste stad wordt gevonden door een oude vrouw: Fédorine, zijn ouders zijn dood. Ze neemt hem mee en zal altijd voor hem blijven zorgen, er is een sterke, liefdevolle band tussen beiden. Ze komen te wonen in het dorp (ergens in de Elzas/Lotharingen) waar het drama, waarover Brodeck verslag moet doen, zich afspeelt. Hij is ooit door zijn dorpsgenoten naar de stad gestuurd, om als een van de weinigen te studeren om van nut te zijn voor de rest van het dorp. Tijdens zijn studie leert hij Emélia kennen, maar hij moet samen met haar terug naar het dorp vluchten vanwege de Kristallnacht: ook hij wordt aangevallen. WO II is een feit en zijn dorp wordt door de Duitsers ingenomen. Hij wordt als Jood aangegeven, opgepakt en naar een concentratiekamp gestuurd waar hem de vreselijkste dingen overkomen en hij getuige is van de gruweldaden die mensen elkaar kunnen aandoen. Hij overleeft en keert naar huis terug. Het is de liefde voor zijn vrouw die hem door alle vernederingen en kwellingen heeft heen gesleept. Niemand had hem terug verwacht, hij krijgt signalen dat zijn vrouw door zowel door de Duitsers als de dorpelingen misbruikt is. Poupchette kan niet van hem zijn, maar hij houdt zielsveel van haar en van zijn vrouw die door alle gebeurtenissen niet meer spreekt, alleen nog neuriet. En van Fédorine. Gelukkig zijn met deze drie mensen is voor hem belangrijker dan terugkijken naar alles wat hem is aangedaan.
Dan komt er een vreemdeling naar het dorp en vraagt onderdak in de herberg. Hij heeft een ezel en een paard bij zich en kleedt zich anders, heeft een vreemde haardracht (zwarte, lange krullen). Niemand kent zijn naam. Hij is heel vriendelijk, dwaalt door het dorp en de omgeving, schrijft en tekent in een notitieboekje. De nieuwsgierigheid van de dorpsbewoners verandert langzamerhand in achterdocht, angst en afwijzing. En tenslotte in razernij en moordlust. De Anderer, zoals Brodeck hem noemt, heeft iedereen uitgenodigd om de tentoonstelling van zijn tekeningen en schilderijen te bekijken. Ze lijken onschuldig, maar wie beter kijkt, ziet dat hij hen een spiegel voor houdt: hun misdaden en slechte eigenschappen zijn aan de portretten af te lezen, de landschappen tonen de plekken waar door hun schuld vreselijke dingen gebeurden. Ze zijn behoorlijk dronken en opgefokt, als ze besluiten dat deze vreemdeling moet sterven. Ze vernielen de kunstwerken. Dan doden ze zijn twee dieren, waardoor hij ontroostbaar is. Maar dat is niet genoeg.
Brodeck stapt de herberg binnen, als de moord net heeft plaatsgevonden. Ze willen dat hij in zijn verslag duidelijk maakt, dat het niet anders kon, dat deze vreemdeling wel moest sterven. Als hij het officiële verslag af heeft, begrijpt Brodeck dat hij hier niet kan blijven. Hij vertrekt uit het dorp, heel vroeg in de morgen en heeft het gevoel alsof alles achter hem van de aardbodem verdwijnt.
Nergens de woorden Jood, Kristallnacht, WO I en WO II, collaborateurs, concentratiekamp. En de herberg, de vreemdeling, de ezel en het paard? Verwijzingen naar Jezus? De Anderer die bij zijn dood alle schuld van de dorpsbewoners op zich neemt, zodat er vergeten kan worden wat ze misdaan hebben? Op een kar kwam het kind Brodeck naar het dorp, met diezelfde kar vertrekt hij weer: de altijd dwalende Jood, nergens veilig. Zich afvragend: "Misschien ben ik wel nergens meer. Misschien ben ik uit de geschiedenis gestapt. Misschien is de tijd der fabelen wel aangebroken en ben ik de reiziger uit die fabel wel."
Een fabel: een verzonnen, moraliserende vertelling. Ook ons wordt een spiegel voorgehouden. Lees het verhaal van de reiziger uit deze fabel en word je bewust van wat er om je heen gebeurt, nog steeds.
"Ik heet Brodeck. In godsnaam, onthoud het. Brodeck".
Philippe Claudel - Het verslag van Brodeck. Amsterdam, De Bezige Bij, 2014. Pb., 15de dr., 333pg. ISBN:978-90-23453956.
© Jannie Trouwborst, november 2016.
Dit boek komt en gaat op mijn lijst. Ik ben bang dat het te moeilijk voor me is, al lijkt het me ook heel indrukwekkend.
BeantwoordenVerwijderenLiterasa (zie hieronder) heeft gelijk! Het is niet moeilijk leesbaar. Vlot en toegankelijk geschreven. Boeiend ook. Het is meer de boodschap: ik voel meer wat hij wil zeggen, dan dat ik het goed onder woorden kan brengen. Ik heb er waarschijnlijk ook niet alles uitgehaald (gebrek aan achtergrondkennis?), maar dat maakt voor het leesplezier niets uit. Dit is zo'n boek dat voor iedereen wel iets heeft. Eén boodschap is duidelijk: liefde overwint alles en haat en wraak leiden nergens toe. Kijk niet om en doe het goede.
VerwijderenHeel mooie bespreking, Jannie!! En Lalage, het is zeker niet te moeilijk. Het verhaal is vlot leesbaar, de boodschap erachter is iets complexer.
BeantwoordenVerwijderenDank je wel. Je hebt helemaal gelijk: het is fantastisch om te lezen: zowel de rustige vertelstijl, als het boeiende verhaal. En daarna laten bezinken en eigenlijk nog een keer lezen. Er valt vast nog meer te ontdekken.
Verwijderen