zaterdag 17 december 2016

Ben je dom als je spelfouten maakt?


Leren lezen, ik keek er naar uit en was dolgelukkig toen ik het kon. De boeken waren niet aan te slepen en mijn woordenschat groeide in snel tempo. Het leren voor een dictee was weinig werk: de meeste woorden kende ik al en een keer goed kijken naar een nieuw woord was voldoende om het voortaan foutloos te schrijven. Dat zoiets niet voor elk kind vanzelfsprekend is, ontdekte ik al snel.

"Heb jij geen rapport gehad?" Bedremmeld haalde mijn broertje het zijne onder zijn trui vandaan. Het was een teleurstelling voor hem dat hij ondanks alle moeite weer niet de cijfers kon laten zien die op het rapport van zijn zus stonden. Mijn ouders begrepen er niets van, hij leek slim genoeg, kreeg bijles en toch wilde het maar niet lukken.

We hebben het over de jaren vijftig van de vorige eeuw. Niemand kende nog het woord dyslexie*). Op school behandelde men hem als een trage leerling, want behalve het lezen gingen ook de verhaaltjessommen niet goed en had hij moeite met geschiedenis, aardrijkskunde en biologie. Hij werd naar een andere school gestuurd, waar er meer tijd voor hem was en hij een beetje opbloeide. Al bleven dictees voor hem stressvolle en frustrerende gebeurtenissen.

"Dat wordt dus de Ambachtsschool", kreeg mijn vader te horen. Gelukkig nam die daar niet zonder meer genoegen mee. Hij kende zijn zoon als een pienter kind met een ruime belangstelling en drong aan op een intelligentietest. Hij had gelijk: bovengemiddeld intelligent, maar met een leesprobleem, kwam er uit de test. De weg via de Ambachtsschool (LTS) leek toch de juiste, met een grote kans dat hij er uiteindelijk wel zou komen. En dat klopte: eerst nog naar de UTS (tegenwoordig MTS), daarna 18 maanden dienstplicht bij de Verbindingsdienst. Hij werd door het vak gegrepen. Telefoon en radioverbindingen, de ontwikkelingen in het draadloze tijdperk. Technische kennis werd belangrijker dan woorden spellen. Hij voelde zich niet langer dom.

Het leesprobleem kreeg een naam: woordblindheid, later dyslexie. Hij kreeg hulp om er mee om te leren gaan. Maar helemaal over gaat zoiets niet. En zo begon hij aan een carrière bij de NS. Met vallen en opstaan. Een cursus geven aan monteurs en op een schoolbord simpele woorden "foud" spellen komt niet erg deskundig over. Toch klom hij op, schreef rapporten en kon op collega's rekenen die  zijn kennis en kunde waardeerden en bekend waren met zijn probleem. Ze corrigeerden waar nodig. De computer deed zijn intrede en hij ontwikkelde zich tot programmeur en beheerder van systemen. Met behulp van cursussen waar hij zich moedig doorheen sloeg. De mogelijkheid van spellingscontrole gaf hem het laatste zetje dat nodig was om te kunnen functioneren zonder op zijn dyslexie afgerekend te worden.

Hij is er dus inderdaad uiteindelijk wel gekomen. Toen hij met pensioen ging enkele jaren geleden, had hij een functie bij de NS op academisch niveau en werd gewaardeerd door collega's die via de theoretisch weg op hetzelfde niveau gekomen waren, maar zijn in de loop der jaren opgedane praktische kennis goed konden gebruiken. En in zijn projectverslagen stonden geen spelfouten meer.

Ik ben trots op mijn broertje. Hij leest nog steeds traag. Maar hij blijft het wel doen, omdat die ruime belangstelling ook nooit verdwenen is. En weet je wat bijzonder is? Ik lees in vijf minuten een artikel, vlieg over de woorden en denk het helemaal begrepen te hebben. Hij doet er een kwartier over, maar als we er daarna over praten, dan blijkt dat mij finesses zijn ontgaan die hij wel opgepikt heeft.
 
 

Natuurlijk ben ik er ook trots op dat ik zoveel woorden ken en dat ik zelden taalfouten maak. Maar ik realiseer me heel goed, dat ik dat niet direct aan mijn inzet te danken heb. Voor al die kinderen die worstelen met deze aandoening ben ik blij dat dyslexie nu herkend wordt, dat men begrijpt dat ze niet dom zijn en dat ze, met een beetje hulp, toch komen op de plek die bij hen past. 

Overigens: aan het Groot Dictee der Nederlandse Taal doe ik niet mee. Voor zelden voorkomende, vergezochte woorden heb ik de 3-delige Van Dale en de spellingscontrole op mijn PC. 

*) Zie: http://www.steunpuntdyslexie.nl/wat-is-dyslexie/

#WOT 50: Dictee ~ 1) Bijzondere taalles 2) Dictaat 3) Diktee 4) Iets zeggend laten opschrijven 5) Schrijfoefening 6) Spellingsoefening 7) Spellingstoets 8) Spellingtoets 9) Speloefening 10) Speltest 11) Stijloefening 12) Taaloefening 

#WOT: betekent Write on Thursday. Iedere donderdag verschijnt er een woord waarover je iets kunt schrijven, vloggen of ploggen. Laat HIER een link achter naar je eigen blog zodat iedereen mee kan lezen. 

Jannie Trouwborst, december 2016.

3 opmerkingen:

  1. Wat een liefdevol verhaal over je broer! Ik betrap mezelf er ook op dat ik liever geen teksten (bijvoorbeeld blogs) met veel taalfouten lees, maar weet ook dat het vooral een afwijking van mij is dat ik niet flexibel om kan gaan met woordbeelden... Al neem ik me wel steeds voor te proberen hier wat meer ontspannen in te worden.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Ik heb precies hetzelfde hoor. Ook wel bij een tenenkrommende schrijfstijl. Ik probeer dan maar zoveel mogelijk op de inhoud te focussen. Als die overtuigt, dan moet ik maar proberen er overheen te lezen, met mijn broer in gedachten.

      Verwijderen
  2. Mooi verhaal over je broer! Mijn broer leest ook heel traag, maar hij onthoudt de tekst beter dan ik :-)

    Ik vind het dictee wel leuk om naar te kijken, maar ik neem het niet al te serieus...

    BeantwoordenVerwijderen