dinsdag 1 januari 2019

Jan Siebelink - De buurjongen

Bij het inventariseren van de vergeten boeken in december 2018 vond ik De buurjongen van Jan Siebelink terug. Die zomer cadeau gekregen en vervolgens vergeten. Waarom? Geen idee, misschien omdat ik hem niet zelf gekocht had? Na mijn teleurstelling over Oscar twee jaar geleden (KLIK HIER) stond ik eerlijk gezegd ook niet te trappelen om aan De buurjongen te beginnen. Maar ik bleek een verrassing tegoed te hebben, want het was beslist een intrigerend verhaal.

Oude bekenden

Knielen op een bed violen is zo'n bekend verhaal (en ook nog verfilmd) dat de leden van de familie Sievez voor de meeste lezers bekende figuren zijn. Ook de tuinderij van vader Sievez is bekend terrein. Vader Hans, moeder Margje en zoon Ruben spelen een belangrijke rol in dit boek over hun buurjongen Henk Wielheesen. Henk en Ruben zijn vriendjes en zitten bij elkaar op de lagere school. Maar Henk kan niet zo goed leren en als het vervolgonderwijs aan de beurt is, gaat Ruben naar  het gymnasium en Henk naar een school voor moeilijk lerende kinderen. Toch lijdt hun vriendschap, die levenslang zal duren, er niet onder.

Henk helpt Hans Sievez graag op de tuinderij en blijkt een uitzonderlijk talent te hebben voor het specialistische tuinwerk en heeft geen enkele moeite met het onthouden van de Latijnse plantennamen en de eigenschappen van de planten, bomen en struiken. Omdat zijn zoon Ruben daar geen belangstelling voor heeft, leidt Hans Sievez hem zelf op en doet de tuinderij uiteindelijk over aan Henk. Maar voor die tijd is er al heel wat gepasseerd.

De boze stiefmoeder

De moeder van Henk komt op zijn twaalfde verjaardag om bij een verkeersongeluk en al vrij snel haalt zijn vader een andere vrouw in huis. Wurgend is de beschrijving van de manier waarop ze zich gedraagt tegenover het getraumatiseerde kind dat zijn moeder mist en nu ook de aandacht, steun en veiligheid van een troostende vader moet missen, als die de kant van de nieuwe vrouw kiest. Het wordt de familie Sievez te gek en ze weten de instanties ervan te overtuigen Henk daar weg te halen en zo komt hij als pleegkind bij de familie Sievez in huis. Henk is er getuige van hoe zijn stiefmoeder gruwelijk aan haar einde komt. Zijn vader verhuist en laat Henk achter bij Hans en Margje. Ruben ontpopt zich als een zorgzame pleegbroer die altijd voor Henk klaar blijft staan.

Anna en Guusje

Ruben koopt het buurhuis en Henk ontmoet Anna. Hij wordt verliefd, ze trouwen en krijgen een dochtertje, Guusje. Ze gaan in het huis bij de tuinderij wonen. Maar hoe goed hij ook in zijn werk op de tuinderij is, met zijn gevoelens omgaan is erg moeilijk voor hem. Siebelink weet het zo te beschrijven dat de lezer zich geregeld net zo verward voelt als Henk Wielheesen. Wat is er nu precies gebeurd, waarom gedraagt hij zich zo? Of het nu vreugde is of verdriet, blijdschap of angst, liefde of wrok: hij kan het niet op een normale manier uiten. Anna leert er mee leven en houdt veel van hem (net als Margje destijds ondanks alles van Hans) en probeert hem te beschermen en bij te staan. En dat is heel moeilijk, als iemand niet praten wil of kan.
Ook Ruben doet zijn best, maar wat volgt kunnen ze niet voorkomen. 

Een echte Siebelink

Godsdienst speelt opnieuw een rol, zij het niet zo'n grote. Het is voor Henk de enige echte houvast in zijn verwarrende leven. Maar voor de andere hoofdpersonen geldt dat niet. In Ruben (de Franse leraar) kunnen we Siebelink zelf herkennen. Er wordt het een en ander aan de lezer gesuggereerd en overgelaten om zelf in te vullen. Al is het verhaal niet in de ik-vorm geschreven, toch zitten we dikwijls in Henks hoofd. Dat maakt het bij tijd en wijlen erg beklemmend.
Henk trekt zich vaak terug in het kippenhok bij zijn Javaanse vechthaan. Zo ook op de avond van zijn 64ste verjaardag, als ze hopen dat hun dochter, die ze allang niet gezien hebben, komt. Anna noemt haar man altijd Wielheesen.

"Ze keek om zich heen. De haan zat op zijn knie, als een trouwe schildknaap. Hij was de ridder op zoek naar de heilige graal. "Wat ik zeggen wil Wielheesen, ondanks alles, ik heb het met jou getroffen. Er zit geen cent kwaad in jou".
Hij wist niet wat hij daarop moest zeggen, glimlachte van verlegenheid. Hij besefte terdege dat ze de juiste woorden had gebruikt. "Soms zou ik wel willen...", begon hij. "Wat? Maak je zin af?" 
Hij keek intens naar de oude bijbelse, beduimelde plaatjes (van de lagere school, met o.a De opstanding uit het graf. red.) 
"Zeg dan wat! Het is niet duidelijk wat je zelf wilt".
Als antwoord legde hij zijn hoofd tegen haar been. Er waren woorden in zijn mond. Hij kon ze niet uitspreken. Ze zouden als een weke, vormloze massa uit zijn mond komen." 

Het is zonder meer een aangrijpend verhaal, waarin geloof, hoop en liefde opnieuw een rol spelen. Maar ook diepe rouw en onverwerkt verdriet. Een mooi vervolg op Knielen op een bed violen (KLIK HIER) en Margje.

Jan Siebelink - De buurjongen. Amsterdam, De Bezige Bij, 2018. Pb., 293 pg. isbn:978-94-031-3970-8.

© Jannie Trouwborst, januari 2019.

3 opmerkingen:

  1. Leuk, zo'n ontdekking. Ben je ook van plan om het boekenweekgeschenk te gaan lezen?

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Zeker. Niet meer dan terecht dat hij ook een keer aan de beurt komt. Maar eerst nog Margje. Ik heb laatst ook zijn debuut herlezen. Gelukkig schrijft hij nu heel anders.

      Verwijderen
  2. Wat een mooie ontdekking, ik zet ‘m gelijk op mijn lijstje, dankjewel!

    BeantwoordenVerwijderen