donderdag 31 maart 2016

Tijd als onderbelicht instrument van de schrijver

Een onderbelicht instrument dat een schrijver kan gebruiken bij de opbouw van zijn roman is TIJD. Als het goed gebruikt wordt, is het zo vanzelfsprekend een onderdeel van het verhaal, dat het bij besprekingen op leesclubs vaak over het hoofd wordt gezien. Natuurlijk constateert men wel in welke periode het verhaal zich afspeelt: is het een historische roman, speelt het verhaal nu of in een denkbeeldige toekomst? Ook de grammaticale tijd wordt wel opgemerkt: tegenwoordige tijd, verleden tijd of een afwisseling. Maar er is veel meer over TIJD op te merken.


Zo is de Chronologie vaak van belang voor de plot. Een dreigende zin uit het heden kan de toon zetten voor een verhaal dat zich daarna vanuit het verleden onontkoombaar ontwikkelt tot de dramatische gebeurtenis die in die eerste zin gesuggereerd werd. Ook zgn. Flashbacks spelen een rol in de spanningsopbouw: stukje bij beetje geven deze terugblikken zicht op wat er gespeeld heeft en gaat de lezer ze ervaren als aanwijzingen voor de afloop van het verhaal. Soms wordt ook gebruik gemaakt van Flashforwards: een vooruitblik op wat komen gaat.
Verhaallijnen kunnen in tijd parallel lopen: de gebeurtenissen in het leven van verschillende personen worden naast elkaar beschreven, om uiteindelijk in de plot samen te vallen.

Dan is er nog zoiets als Tijdsverdichting. Een schrijver kan aan een bepaalde periode in het leven van een personage uitgebreid aandacht besteden of er voor kiezen de gebeurtenissen samengevat door te geven of periodes over te slaan. Daarmee geeft hij de lezer zicht op welke periodes belangrijk zijn voor de plot. In een novelle (en vaak ook in korte verhalen) is de Duur van de beschreven tijd meestal kort: enkele uren tot enkele dagen. In een roman kan een schrijver daar ook voor kiezen, maar meestal omvat die toch een langere periode. Als daar de periode beperkt is, komt dat vaak door de vele (en soms lange) flashbacks.

Wie zich met de leesclub eens wil verdiepen in de instrumenten van de schrijver kan ik het boek Lezen in leesclubs aanbevelen. Hierin staan ook titels en vragen vermeld die je hiervoor zou kunnen gebruiken. Daarover, samen met een tiental andere tips voor leesclubs, kun je (HIER) meer vinden op mijn blog.

Deze lange inleiding komt voort uit vraag 13 van #50 books van Hendrik-Jan (KLIK HIER) : In welke roman wordt volgens jou het spel met de tijd mooi gespeeld?

Dat zijn er genoeg. Maar omdat De trein der traagheid van Johan Daisne destijds de eerste roman/novelle was die door het spel met de tijd indruk op mij maakte, wil ik die hier graag noemen. Destijds, dat is dus bijna 50 jaar geleden. Daarom heb ik het boek deze week nogmaals gelezen. Oorspronkelijk werd het in 1948 geschreven voor een tijdschrift, vele malen herdrukt en tenslotte verfilmd. Daisne was een van de auteurs die de aanzet gaven tot de stroming van het magisch realisme in de Nederlandse literatuur. Voor mijn eindexamen moest ik een bepaalde stroming kiezen en de keuze was toen snel gemaakt. Ook las ik Joachim Stiller van Hubert Lampo in die periode. Ik kreeg vervolgens belangstelling voor de magische realistische schilderkunst van bv. Carel Willink en Pyke Koch. Hoewel mijn vader altijd heel lief elk nieuw boek van Hubert Lampo voor me kocht, staan de meeste ongelezen in de kast. Na verloop van jaren kon ik voor zijn boeken geen bewondering meer opbrengen. Mijn lievelingsboek is geworden De prins van Magonia, waarin ook een andere werkelijkheid (in dezelfde tijd) een rol speelt.

Het herlezen van De trein der traagheid viel wat tegen: de gebruikte taal is inmiddels oubollig en het verhaal komt traag over. Maar wat wil je na 68 jaar! Hieronder alleen nog een samenvatting voor wie het verhaal niet kent. Er zijn daarnaast genoeg boeken verschenen over de roman zelf en de duiding ervan.

Samenvatting

Wanneer de naamloze hoofdfiguur, een schoolmeester van middelbare leeftijd, op een warme lenteavond in de trein tussen twee steden indommelt en vervolgens weer ontwaakt, blijken al z'n medepassagiers in de gehele trein in een diepe slaap verzonken. De enige uitzondering is de gepensioneerde hoogleraar Hernhutter en de jonge student Val. Wanneer het voertuig tot stilstand is gekomen besluiten ze om samen op zoek te gaan naar het dichtstbijzijnde dorp of enig ander teken van leven, onderwijl een antwoord zoekend op de vele vragen die het gezelschap op dat moment heeft. Maar niets is wat het lijkt, en langzamerhand komt het drietal tot de schokkende conclusie dat de sleutel tot dit raadsel ligt in de wetenschap van het psychische automatisme en inertie. De trein der traagheid, de titel verwijst symbolisch naar deze ‘wet der traagheid’. De wet der traagheid houdt in dat een beweging nog voortduurt ook al is de motor afgezet. Die wet zorgt ervoor dat het leven nog even doorgaat na de dood. Dat leidt tot een verrassende plot.

Johan Daisne - De trein der traagheid.  Antwerpen, Manteau, 1987. 117 pg. isbn: 90-223-0560-0 (Afgeschr. bibliotheek ex.).
 
© JannieTr, maart 2016.
Ik lees Nederlands 2016: 16/35.



De leesvraag #50books (KLIK HIER) is een initiatief van Peter in 2013. Martha nam het in 2014 over en in 2015 ging Peter zelf weer verder. Vanaf 2016 doet Hendrik-Jan dat. Vanaf "2016: vraag 2" probeer ik ook elke week mee te doen.

6 opmerkingen:

  1. De Trein der Traagheid. Ja, als tiener was ik ook zeer gecharmeerd van dit boek. Geen idee of ik destijds begreep waar het over ging maar ik wist wel dat het mij aansprak op een andere manier dan die ik gewend was. Interessant om hier de samenvatting weer eens te lezen. En ik ben nu ook wel geneigd om het weer eens te herlezen. Eens zien of ik het nog in de kast heb staan.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Van Daisne heb ik altijd veel gehouden (meer dan van Lampo, die vooral bij zijn latere boeken regelrechte missers had). Indertijd genoot ik bij deze novelle van de symboliek, van het idee dat er een soort gebied tussen leven en dood of tussen tijd en eeuwigheid zou zijn. Ik ben benieuwd of het bij mij herlezing zou kunnen doorstaan. Ook aan boeken als Winterrozen voor een kwakzalver en vooral De man die zijn haar kort liet knippen bewaar ik goede herinneringen.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Dat laatste staat hier ook nog ongelezen in de kast, misschien dat ik dat t.z.t. nog eens lees. Ik ben eigenlijk benieuwd of jongeren van nu nog wel eens Daisne en Lampo lezen. Als tiener vond ik het intrigerend maar ook erg moeilijk.

      Verwijderen
    2. Deze reactie is verwijderd door de auteur.

      Verwijderen
    3. Ik beland hier als negentienjarige, hopeloos op zoek naar een recente recensie van het werk van Daisne! Ik kreeg "de ruiter op de wolken" van Hubert Lampo cadeau uit de boekenkast van de grootouders van mijn vriend. Zo kwam ik in contact met het magisch realisme en via die weg ook met Daisne. Nu moet ik wel eerlijk bekennen dat ik voordien, zelfs als studente Nederlandse taal-en letterkunde, nog nooit van beide namen had gehoord. Een grote schande, als je het mij vraagt, want ik vind beide schrijvers echt heel fascinerend! Vooral van "De goden moeten hun getal hebben" van Lampo was ik enorm onder de indruk.
      Dus om een antwoord te geven op je vraag: als jongere kom je in de regel niet meer in contact met Lampo en Daisne, maar wie het geluk heeft hen wel ergens tegen te komen, kan hun boeken nog steeds bijzonder smaken!

      Verwijderen
    4. Deze reactie is verwijderd door de auteur.

      Verwijderen