Toen Hendrik-Jan aankondigde dat de volgende vraag over boeken en muziek zou gaan, dacht ik in eerste instantie: daar kan ik niets mee, want ik luister nooit naar muziek tijdens het lezen, het leidt me teveel af. Maar hij bedoelde iets heel anders. De vraag luidt: Denk jij bij een specifiek boek aan een bepaald muziekstuk of liedje? (vraag 26: KLIK HIER). Daar moest ik toch ook nog even over nadenken, maar toen schoot me een specifiek boek te binnen dat ik als antwoord kon aandragen.
In december 2011 las ik Het grote zwijgen van Erik Menkveld. (KLIK HIER). Hoofdpersonen in deze biografische roman zijn de componisten Alphons Diepenbrock en Matthijs Vermeulen. Daarnaast is een belangrijke rol weggelegd voor Jo, de geheime liefde en muze van Fons Diepenbrock en voor Elsa, zijn vrouw. Ook Willem Mengelberg (dirigent van o.a. het Concertgebouworkest) en andere componisten spelen hun rol, zoals Debussy en Gustav Mahler, een persoonlijke vriend van Diepenbrock. Een aantal bijfiguren is verzonnen.
Ik weet te weinig van klassieke muziek. Ter voorbereiding bezocht ik daarom de pagina's over Alphons Diepenbrock (1862-1921) en Matthijs Vermeulen (1888-1967) op Wikipedia. Ook over het stuk waarmee de roman begint, Marsyas, was er het een en ander te vinden. En op You-tube bleek het heel goed mogelijk de meeste van de in het boek genoemde stukken te beluisteren. Dit alles is niet per se nodig om het verhaal te kunnen volgen, maar het geeft wel een extra dimensie die ik toch niet graag gemist had.
De titel Het grote zwijgen, verwijst in de eerste plaats naar een stuk dat Diepenbrock schreef in 1906: Im grossen Schweigen (1906), symfonisch lied (tekst van Friedrich Nietzsche). De strekking van Nietzsches tekst speelt een grote rol, zowel in de opvattingen van Diepenbrock daarover, als in het verschil van mening tussen hem en Vermeulen. Daarnaast is het een verwijzing naar de grootste angst van componisten: niet (meer) gehoord te worden. Het schrijven van muziek heeft alleen zin als deze ten gehore gebracht wordt en blijft worden.
Dat ik me bij dit boek vooraf zozeer in deze componisten en de bijbehorende muziek verdiepte, zegt meer over mijn manier van lezen dan over de relatie die ik zou leggen tussen tussen boeken en muziek. Zodra een boek een achtergrond heeft waar ik niet zo in thuis ben, probeer ik me die eerst eigen te maken voor ik verder lees. Vandaar waarschijnlijk ook mijn voorkeur voor Nederlandse literatuur: vaak is de omgeving en culturele achtergrond me bekend. En anders spijker ik die (al lezende of via andere bronnen) bij.
De Graanrepubliek van Frank Westerman zette me aan tot het lezen van de officiële biografie van Mansholt en tot het bezoeken van de theatervoorstelling Mansholt (in een boerderij in Colijnsplaat). En een bezoek aan deze streek tijdens onze vakantie in Groningen. Dankzij dit boek en de boeken van Gerbrand Bakker weet ik inmiddels het verschil tussen de Wieringermeer en de Wieringerwaard (KLIK HIER). En dat laatste gebied zou ik graag eens bezoeken. Weerwater van Renate Dorrestein (KLIK HIER) heeft me nieuwsgierig gemaakt naar Almere. Ik heb er ooit een wandeling rond het "Kasteel" gemaakt, maar zou nu graag eens in de stad rondlopen. Of in het Delftse arbeiderstuindorp Agnetapark dat Jan van der Mast beschrijft in Agneta (KLIK HIER). En zo kan ik meer voorbeelden geven.
Maar daar ging het hier niet over. Toch vraag ik me af of daar misschien een keer een vraag voor #50books in zit? Kan het lezen van een boek je aanzetten tot het bezoeken van een land/streek of het je verdiepen in een historische figuur? Of omgekeerd: kan een vakantiebestemming je er toe brengen meer te lezen over het gebied dan alleen de reisgids (roman, literaire non-fictie, reisboek)?
Ik weet dat er in mijn vroegere leesclub in elk geval één persoon was die voorafgaand aan een buitenlandse vakantie een reisboek las of een roman die in dat land speelde.
© JannieTr, juni 2016.
De leesvraag #50books (KLIK HIER) is een initiatief van Peter in 2013. Martha nam het in 2014 over en in 2015 ging Peter zelf weer verder. Vanaf 2016 doet Hendrik-Jan dat. Vanaf "2016: vraag 2" probeer ik ook elke week mee te doen.
dinsdag 28 juni 2016
zondag 26 juni 2016
Aleksandr Skorobogatov - Sergeant Bertrand
Aleksandr Skorobogatov (Grodno, 1963) woont en werkt sinds de jaren negentig in Antwerpen. Hij studeerde in Minsk, Parijs en Moskou. Op zijn achttiende besloot hij zich volledig aan zijn schrijverschap te wijden, maar in het late Sovjettijdperk had Wit-Rusland maar één (staats)uitgeverij en één literair tijdschrift. De redacteur liet hem weten dat zijn teksten te ‘anders’ waren, ideologisch onacceptabel en politiek incorrect. Zijn spraakmakende debuutroman Sergeant Bertrand (1991) is inmiddels uitgegroeid tot een klassieker en bereikte wereldwijd een miljoenenpubliek. In 2015 verscheen zijn roman Portret van een onbekend meisje, een boek dat lyrisch besproken werd en op diverse eindejaarslijstjes verscheen als een van de beste romans van het jaar.
Samenvatting
Nikolaj en Vera zitten ’s avonds thuis, hij aan de wodka, zij aan de thee, wanneer er op de deur wordt geklopt. Vera doet open – Nikolaj luistert aandachtig mee vanuit zijn luie stoel. Er staat een man voor de deur, hoort hij, ‘Sergeant Bertrand’. Maar waarom fluisteren ze ineens?
Zodra Nikolaj zichzelf dit afvraagt, ontstaat er een klein barstje in het wederzijdse vertrouwen van het echtpaar. De twijfel sluipt naar binnen door de openstaande deur, neemt bezit van Nikolaj en transformeert hem langzaam maar zeker tot één brok jaloezie.
Daar kon je op wachten, met zo’n beeldschone vrouw, Vera, die avond na avond het toneel betreedt om aanbeden te worden door theaterbezoekers. Hij begint haar te volgen, te bespioneren, hoort geruchten over de losbandigheid die zo aan de toneelwereld kleeft, ziet in elke man een minnaar en raakt langzaam verstrikt in zijn hersenspinsels.
Met Nikolaj raken ook wij steeds verder weg van een eenvoudige, eenduidige werkelijkheid. Wat is waar, en wat verzinnen we voor onszelf? Hoe gaan we om met aspecten van het leven die ons minder bevallen? En wat als we ons niet meer bewust zijn van onze eigen fabricaties? Sergeant Bertrand weeft een ingenieus web van intriges en illusies dat ons aan onze leesstoel gekluisterd houdt tot we volledig in het hoofd van Nikolaj zitten, en ons met hem afvragen: wie was toch die man voor de deur, die Sergeant Bertrand? (Website Cossee).
Leeservaring
Een beetje een dilemma dit boek: het is vertaald uit het Russisch. Cossee stuurde het me ongevraagd op. Het thema intrigeerde me en omdat de auteur dus al meer dan 20 jaar in Vlaanderen woont.... toch maar aan begonnen. Ik heb daar geen spijt van, al zal mij vast wel een en ander ontgaan zijn door mijn focus op de oorspronkelijk Nederlandstalige literatuur.
Jaloezie is een giftig, allesvernietigend monster. Aanvankelijk lijken we vooral daarmee te maken te hebben. Maar naarmate de vertelling vordert, komt er van alles op losse schroeven te staan. Wat is werkelijkheid, wat zijn hersenspinsels, wat dromen, juiste of verzonnen herinneringen, wat dronkenmanspraat, is er sprake van psychoses?
Het perspectief van het verhaal ligt grotendeels bij Nikolaj. We krijgen via zijn gedachtegang en gesprekken met Sergeant Bertrand een beeld van zijn leven, zowel nu met Vera, als in het verleden. Al snel blijken er ongerijmdheden in zijn weergave van de werkelijkheid te zitten. Als rationele lezer probeer je achter de werkelijkheid te komen van wat je op de mouw gespeld wordt, maar dat lukt niet als je in het hoofd zit van iemand die geen betrouwbare verhalen vertelt. Het gekke (en dus ook het knappe!) is dat je je mee laat slepen, zelf een werkelijkheid probeert te construeren, op elke bladzijde een uitleg verwacht van wat eerder plompverloren (of bij herhaling) opgedist werd: hoe komt hij aan dat litteken op zijn hoofd, speelt dat een rol? Waardoor verloren Vera en hij hun zoontje? Had hij schuld? Speelt dit verdriet een rol in hun verhouding of bij zijn vreemde neigingen? Bestaat Sergeant Betrand wel of is het een verzonnen figuur in zijn hoofd die hem beheerst?
Wat als een beklemmend, nog onduidelijk, verhaal begint, wordt langzamerhand vervreemdend en uitermate spannend en aangrijpend. Je krijgt medelijden met Vera, maar begrijpt niet waarom ze niet bij hem weggaat. Hijzelf is aanvankelijk beklagenswaardig, je zoekt naar een verklaring, maar naarmate hij steeds agressiever en onberekenbaarder wordt, vraag je je angstig af waar dit moet eindigen. En aan het slot van het verhaal ben je helemaal gedesoriënteerd: is dit echt gebeurd? En wie deed dat?
Het zou niet juist zijn hier nader op de afzonderlijke gebeurtenissen in te gaan. Die moet je lezen en ondergaan. Het is een subtiel opgebouwd geheel, waar je al lezende in meegroeit, tot de climax.
Het is heel goed mogelijk dat er een metafoor te ontdekken valt met de toestand in het Wit-Rusland van de periode waarin het boek werd geschreven. Sergeant Bertrand (of die nu echt is of geïnternaliseerd) heeft hem duidelijk onder controle, zoals hijzelf Vera onder controle probeert te houden (via uitgebreide spionage en achtervolgen). Ook de scene in de kerk waar hij met een geestelijke hele discussies voert, kan in de richting wijzen van indoctrinatie. De geestelijke blijkt niet in staat iets te betekenen voor deze gekwelde mens. Behalve hem met gemeenplaatsen te wijzen op zijn rol als "echtgenoot die zijn vrouw met overreding op het rechte pad moet brengen". Wat het rechte pad destijds was, mag bekend verondersteld worden. Dan het verblijf in een krankzinnigengesticht, heel gebruikelijk voor iemand met een afwijkende mening. De enige keer dat het perspectief niet bij Nikolaj ligt, is als Vera haar man er weg wil halen. De directeur doet haar onzedelijke voorstellen en als ze er niet op in gaat, laat hij haar weten ervoor te kunnen zorgen dat haar man zich zogenaamd van het leven heeft beroofd.
Zoals ik al zei: beklemmend en doodeng, maar was het echte leven dat destijds ook niet in Wit-Rusland? Kortom: een uiterst intrigerend boek, dat op verschillende niveaus gelezen kan worden en waar ik vast niet alles uit heb kunnen halen. Maar wel aanbevelenswaardig: laat je meeslepen en bijt je tanden er eens op stuk. Het is de moeite waard!
Aleksandr Skorobogatov - Sergeant Bertrand. Amsterdam, Cossee, 2016. Pb., 158 pg., vert. door Rosemie Vermeulen uit het Russisch. ISBN:978-90-5936-667-1.
© JannieTr, juni 2016.
Ik lees Nederlands, 25/35. (Bij wijze van uitzondering tel ik dit in Nederland uitgegeven boek van een Russische Vlaming ook mee).
donderdag 23 juni 2016
De boeken van mijn vader
Omdat het afgelopen zondag Vaderdag was, leek het Hendrik-Jan wel leuk eens te horen met welke boeken de vaders van de deelnemers aan #50books blij gemaakt zouden kunnen worden. (Vraag 25: KLIK HIER). Helaas is mijn vader al 11 jaar geleden overleden, maar in het verleden kreeg hij elke Vaderdag een cadeautje en vaak was dat inderdaad een boek.
Mijn vader was een echte "spoorman". Meer dan 40 jaar heeft hij met hart en ziel voor de NS gewerkt en gezorgd voor de veiligheid op het spoor. Dat betekende ook een modelspoorbaan op zolder, boeken over treinen, stations e.d., tv-series kijken over treinreizen in vreemde landen en met het hele gezin naar het Spoorwegmuseum in Utrecht (KLIK HIER). Als de NS je hele leven bepaalt, dan is het logisch dat je het spoorbedrijf ook na je pensioen blijft volgen. Dat heeft hij nog ruim 20 jaar kunnen doen, maar met steeds meer pijn in het hart. Hij verzamelde alles wat over de NS en Prorail ging, mopperde, maakte zich zorgen over de veiligheid van passagiers, bekritiseerde de privatisering, de splitsing van het bedrijf, het toelaten van andere vervoerders. Een gevleugelde uitspraak van mijn moeder werd: "Denk toch om je bloeddruk, maak je niet zo kwaad. Je kunt er toch niets aan veranderen." Maar loslaten kon hij niet. Als dochter betreurde ik zeer dat hij op deze manier niet echt van zijn welverdiende pensioen kon genieten.
Toch kon je hem geen groter plezier doen dan hem een boek te geven dat deze problemen aan de kaak stelde. Eén van de laatste boek die hij (op verzoek) van mij kreeg, was: Kees Wessels - Verkeerd spoor: de crisis bij de NS. Hij vond er zijn gelijk in: eindelijk iemand die zag wat er gebeurde.
Een groot deel van zijn boekenbezit staat nu hier bij mij op zolder. Uit elke levensfase zijn er boeken: een weerspiegeling zijn leven. Zijn socialistische opvoeding heeft hem nooit verlaten, ook niet bij de keuze van de weinige romans die hij bezat. Onrecht bestrijden, opkomen voor wie het minder goed getroffen heeft, het was een rode draad in zijn leven. Ongetwijfeld zou hij ook heel geïnteresseerd geweest zijn in Dit kan niet waar zijn van Joris Luijendijk. Maar gezien de zorgen van mijn moeder over zijn bloeddruk zou de beste keus voor deze Vaderdag geweest zijn: De mythe van de economisme van Jesse Klaver. Als een teken van hoop dat het ook allemaal anders, socialer kan! Wat hadden we daar dan samen fijn over kunnen doorpraten........
© JannieTr, juni 2016.
De leesvraag #50books (KLIK HIER) is een initiatief van Peter in 2013. Martha nam het in 2014 over en in 2015 ging Peter zelf weer verder. Vanaf 2016 doet Hendrik-Jan dat. Vanaf "2016: vraag 2" probeer ik ook elke week mee te doen.
Mijn vader was een echte "spoorman". Meer dan 40 jaar heeft hij met hart en ziel voor de NS gewerkt en gezorgd voor de veiligheid op het spoor. Dat betekende ook een modelspoorbaan op zolder, boeken over treinen, stations e.d., tv-series kijken over treinreizen in vreemde landen en met het hele gezin naar het Spoorwegmuseum in Utrecht (KLIK HIER). Als de NS je hele leven bepaalt, dan is het logisch dat je het spoorbedrijf ook na je pensioen blijft volgen. Dat heeft hij nog ruim 20 jaar kunnen doen, maar met steeds meer pijn in het hart. Hij verzamelde alles wat over de NS en Prorail ging, mopperde, maakte zich zorgen over de veiligheid van passagiers, bekritiseerde de privatisering, de splitsing van het bedrijf, het toelaten van andere vervoerders. Een gevleugelde uitspraak van mijn moeder werd: "Denk toch om je bloeddruk, maak je niet zo kwaad. Je kunt er toch niets aan veranderen." Maar loslaten kon hij niet. Als dochter betreurde ik zeer dat hij op deze manier niet echt van zijn welverdiende pensioen kon genieten.
Toch kon je hem geen groter plezier doen dan hem een boek te geven dat deze problemen aan de kaak stelde. Eén van de laatste boek die hij (op verzoek) van mij kreeg, was: Kees Wessels - Verkeerd spoor: de crisis bij de NS. Hij vond er zijn gelijk in: eindelijk iemand die zag wat er gebeurde.
Een groot deel van zijn boekenbezit staat nu hier bij mij op zolder. Uit elke levensfase zijn er boeken: een weerspiegeling zijn leven. Zijn socialistische opvoeding heeft hem nooit verlaten, ook niet bij de keuze van de weinige romans die hij bezat. Onrecht bestrijden, opkomen voor wie het minder goed getroffen heeft, het was een rode draad in zijn leven. Ongetwijfeld zou hij ook heel geïnteresseerd geweest zijn in Dit kan niet waar zijn van Joris Luijendijk. Maar gezien de zorgen van mijn moeder over zijn bloeddruk zou de beste keus voor deze Vaderdag geweest zijn: De mythe van de economisme van Jesse Klaver. Als een teken van hoop dat het ook allemaal anders, socialer kan! Wat hadden we daar dan samen fijn over kunnen doorpraten........
© JannieTr, juni 2016.
De leesvraag #50books (KLIK HIER) is een initiatief van Peter in 2013. Martha nam het in 2014 over en in 2015 ging Peter zelf weer verder. Vanaf 2016 doet Hendrik-Jan dat. Vanaf "2016: vraag 2" probeer ik ook elke week mee te doen.
dinsdag 21 juni 2016
Gerbrand Bakker - Jasper en zijn knecht (deel 2)
Met het werk van Gerbrand Bakker maakte ik kennis toen hij met Boven is het stil één van de drie genomineerden was voor de Debuutprijs 2008. Ik was onder de indruk en met mij veel lezers blijkbaar. Want voor dit boek ontving hij het Gouden Ezelsoor, de Debutantenprijs en de Boekdelenprijs 2008. Het boek werd daarna genomineerd voor de AKO Literatuurprijs, de Anton Wachterprijs, de Libris Literatuur Prijs en een aantal buitenlandse prijzen. In juni 2010 werd aan The Twin (vertaald door David Colmer) de International IMPAC Dublin Literary Award toegekend.
Vanaf dat moment ben ik hem blijven volgen. Ik las zijn boeken, zijn weblog Gerbrandsdingetje, zijn columns en de interviews. Ik ging mij steeds meer verbazen over de reacties op (of het negeren van) zijn werk en zijn successen in het buitenland door "het literaire wereldje". Wat was hier aan de hand? Had ik het verkeerd toen ik schreef dat Juni een prachtig boek was? Nee, getwijfeld daarover heb ik nooit! Gelukkig voor Bakker kreeg hij elders in de wereld daarvoor wel de lof die hem toekwam.
Deze inleiding is nodig om duidelijk te maken waarom ik liever over leeservaring spreek dan over een recensie. Ik zal dat nog wel eens uitdiepen in een ander blog. Maar ik wil me nu beperken tot Jasper en zijn knecht. Mijn leeservaring zal een totaal andere zijn dan iemand die alleen Boven is het stil gelezen heeft en ook anders dan die van een beroepsrecensent. Omdat ik al veel persoonlijke feiten, citaten uit Gerbrandsdingetje, juryrapporten en buitenlandse recensies kende, las ik het boek met een gevoel van herkenning. En bleef ik hangen bij de nieuwe feiten, filosofische en psychologische overwegingen en analyses, zijn conclusies over het verleden en zijn ideeën over de toekomst. Ook in een autobiografie is er niemand die de schrijver ervan vertellen kan wat er in moet komen te staan. Maar dat hij erg open is geweest, is zonder meer duidelijk.
Zijn verontwaardiging over de miskenning is nog altijd niet helemaal verdwenen. Door het allemaal nog eens met de bewijzen op een rijtje te zetten is het alsof hij er voor zichzelf een punt achter wil zetten. Als ik hem hoor en zie bij de presentatie van dit boek, dan oogt hij ook meer ontspannen en zelfverzekerder.
Over zijn analyse ten aanzien van zijn psychisch welbevinden, in het verleden en nu met medicijnen, kan ik onmogelijk oordelen. Of de problemen die hij ondervond voortgekomen zijn uit de verdrinking van zijn broertje en het ontbreken van nazorg (zoals die meestal ontbrak toentertijd) of aangeboren is, is eigenlijk niet meer relevant. Het is zoals het is, hij zal er mee moeten leven. Iedereen heeft wel een dood broertje, zegt hij heel nuchter en symbolisch. (En ik moest daarbij denken aan de zelfmoord van het zusje van Renate Dorrestein.)
"Ik heb geluk en gelukkig zijn afgeschaft. Ik streef naar tevredenheid." stelt hij in een interview in de Volkskrant. Ook al zo'n waardevolle ontdekking. Vind ik dan, omdat ik allang volgens de bekende dichtregels van Bloem over de nachtegalen leef.
Zo'n vraag als: "Ben ik wel een schrijver? Of ben ik iemand die boeken geschreven heeft?" Dat lijkt op hetzelfde neer te komen, is het echter niet. Hij beschouwt de eerste als een ambachtelijk schrijver. Zijn conclusie luidt: Dat kan ik niet: mezelf dwingen een boek te schrijven (of een opdracht daartoe aan te nemen). Er komt een boek of niet. Het gaat om het boek, om de reden of de noodzaak iets te schrijven. Volgens mij ben ik dan dus meer iemand die boeken schrijft of geschreven heeft dan een schrijver. Uiteindelijk is het resultaat in beide gevallen een boek. Het verschil zit 'm in de manier waarop degene die dat boek geschreven heeft er mee omgaat.
Voor mij is een "echte schrijver" iemand die voldoende talent, fantasie en vakkennis heeft, maar die daarnaast de innerlijke noodzaak voelt tot het schrijven van juist dat ene boek. Misschien een te romantisch idee, maar als ik zijn overwegingen zo lees, dan spreekt hier een echte schrijver (niet te verwarren met de "brood-schrijver"). Het is heel goed mogelijk dat te vergelijken met de gedrevenheid van kunstschilders.
En deze echte schrijver heeft een prima stek gevonden in de Eiffel, met een schrijfhok. Tegen Das Magazine (april 2014) zei hij: "Ik heb wel zin om zin te hebben. Want ik vind dat heerlijk hoor dat schrijven. Zo geconcentreerd bezig kunnen zijn." Nu is daar Jasper en zijn knecht. Naarmate het boek vordert is het schrijfplezier er steeds meer aan af te lezen. En dat gun ik hem zo: zin om te schrijven, er weer plezier in vinden. Schrijven om te schrijven. Misschien wordt het een boek, misschien ook niet. Maak niet uit.
Mijn Leeservaring is daarmee geworden tot een meebeleven van de zoektocht naar antwoorden op voor Bakker belangrijke levensvragen. Hij heeft al schrijvende het een en ander opgelost, lijkt het. Daarover ben ik blij voor hem. Want al noemt hij zichzelf een moeilijk mens, ik heb na zoveel jaar een heel ander beeld, dat ook uit dit boek naar voren komt. Een kwetsbaar, zachtmoedig mens, niet erg assertief, maar wel empathisch. Die liever in zijn eentje zit te schrijven dan lezingen houdt en in vliegtuigen de wereld over reist.. Maar die dat toch allemaal maar gepresteerd heeft, omdat dat er nu eenmaal bij hoorde.
Tot slot: deze Leeservaring is subjectief. Dat mag. Een recensie zou objectief moeten zijn. Maar zolang er over één en hetzelfde boek door beroepsrecensenten totaal verschillend geoordeeld wordt, moet ik wel tot de conclusie komen dat ook daar subjectiviteit meespeelt. Juni is een prachtig boek en zolang die mening gedeeld wordt door het overgrote deel van de buitenlandse literaire wereld, mag je er van uitgaan dat dat klopt. Dus voor wie het nog niet las: nog steeds te koop, nieuw en tweedehands, of te leen in de bieb, ook als e-book! Mijn bespreking staat hier: JUNI
Gerbrand Bakker - Jasper en zijn knecht. Amsterdam, De Arbeiderspers, 2016. Paperback, 391 pg., Privé-domein nr. 287. ISBN:978-90-295-0512-3.
© JannieTr, juni 2016.
Ik lees Nederlands 2016: 24/35
Vanaf dat moment ben ik hem blijven volgen. Ik las zijn boeken, zijn weblog Gerbrandsdingetje, zijn columns en de interviews. Ik ging mij steeds meer verbazen over de reacties op (of het negeren van) zijn werk en zijn successen in het buitenland door "het literaire wereldje". Wat was hier aan de hand? Had ik het verkeerd toen ik schreef dat Juni een prachtig boek was? Nee, getwijfeld daarover heb ik nooit! Gelukkig voor Bakker kreeg hij elders in de wereld daarvoor wel de lof die hem toekwam.
Deze inleiding is nodig om duidelijk te maken waarom ik liever over leeservaring spreek dan over een recensie. Ik zal dat nog wel eens uitdiepen in een ander blog. Maar ik wil me nu beperken tot Jasper en zijn knecht. Mijn leeservaring zal een totaal andere zijn dan iemand die alleen Boven is het stil gelezen heeft en ook anders dan die van een beroepsrecensent. Omdat ik al veel persoonlijke feiten, citaten uit Gerbrandsdingetje, juryrapporten en buitenlandse recensies kende, las ik het boek met een gevoel van herkenning. En bleef ik hangen bij de nieuwe feiten, filosofische en psychologische overwegingen en analyses, zijn conclusies over het verleden en zijn ideeën over de toekomst. Ook in een autobiografie is er niemand die de schrijver ervan vertellen kan wat er in moet komen te staan. Maar dat hij erg open is geweest, is zonder meer duidelijk.
Zijn verontwaardiging over de miskenning is nog altijd niet helemaal verdwenen. Door het allemaal nog eens met de bewijzen op een rijtje te zetten is het alsof hij er voor zichzelf een punt achter wil zetten. Als ik hem hoor en zie bij de presentatie van dit boek, dan oogt hij ook meer ontspannen en zelfverzekerder.
Foto: Jolijn Snijders VK Magazine |
"Ik heb geluk en gelukkig zijn afgeschaft. Ik streef naar tevredenheid." stelt hij in een interview in de Volkskrant. Ook al zo'n waardevolle ontdekking. Vind ik dan, omdat ik allang volgens de bekende dichtregels van Bloem over de nachtegalen leef.
Zo'n vraag als: "Ben ik wel een schrijver? Of ben ik iemand die boeken geschreven heeft?" Dat lijkt op hetzelfde neer te komen, is het echter niet. Hij beschouwt de eerste als een ambachtelijk schrijver. Zijn conclusie luidt: Dat kan ik niet: mezelf dwingen een boek te schrijven (of een opdracht daartoe aan te nemen). Er komt een boek of niet. Het gaat om het boek, om de reden of de noodzaak iets te schrijven. Volgens mij ben ik dan dus meer iemand die boeken schrijft of geschreven heeft dan een schrijver. Uiteindelijk is het resultaat in beide gevallen een boek. Het verschil zit 'm in de manier waarop degene die dat boek geschreven heeft er mee omgaat.
Voor mij is een "echte schrijver" iemand die voldoende talent, fantasie en vakkennis heeft, maar die daarnaast de innerlijke noodzaak voelt tot het schrijven van juist dat ene boek. Misschien een te romantisch idee, maar als ik zijn overwegingen zo lees, dan spreekt hier een echte schrijver (niet te verwarren met de "brood-schrijver"). Het is heel goed mogelijk dat te vergelijken met de gedrevenheid van kunstschilders.
En deze echte schrijver heeft een prima stek gevonden in de Eiffel, met een schrijfhok. Tegen Das Magazine (april 2014) zei hij: "Ik heb wel zin om zin te hebben. Want ik vind dat heerlijk hoor dat schrijven. Zo geconcentreerd bezig kunnen zijn." Nu is daar Jasper en zijn knecht. Naarmate het boek vordert is het schrijfplezier er steeds meer aan af te lezen. En dat gun ik hem zo: zin om te schrijven, er weer plezier in vinden. Schrijven om te schrijven. Misschien wordt het een boek, misschien ook niet. Maak niet uit.
Mijn Leeservaring is daarmee geworden tot een meebeleven van de zoektocht naar antwoorden op voor Bakker belangrijke levensvragen. Hij heeft al schrijvende het een en ander opgelost, lijkt het. Daarover ben ik blij voor hem. Want al noemt hij zichzelf een moeilijk mens, ik heb na zoveel jaar een heel ander beeld, dat ook uit dit boek naar voren komt. Een kwetsbaar, zachtmoedig mens, niet erg assertief, maar wel empathisch. Die liever in zijn eentje zit te schrijven dan lezingen houdt en in vliegtuigen de wereld over reist.. Maar die dat toch allemaal maar gepresteerd heeft, omdat dat er nu eenmaal bij hoorde.
Tot slot: deze Leeservaring is subjectief. Dat mag. Een recensie zou objectief moeten zijn. Maar zolang er over één en hetzelfde boek door beroepsrecensenten totaal verschillend geoordeeld wordt, moet ik wel tot de conclusie komen dat ook daar subjectiviteit meespeelt. Juni is een prachtig boek en zolang die mening gedeeld wordt door het overgrote deel van de buitenlandse literaire wereld, mag je er van uitgaan dat dat klopt. Dus voor wie het nog niet las: nog steeds te koop, nieuw en tweedehands, of te leen in de bieb, ook als e-book! Mijn bespreking staat hier: JUNI
Gerbrand Bakker - Jasper en zijn knecht. Amsterdam, De Arbeiderspers, 2016. Paperback, 391 pg., Privé-domein nr. 287. ISBN:978-90-295-0512-3.
© JannieTr, juni 2016.
Ik lees Nederlands 2016: 24/35
zaterdag 18 juni 2016
Gerbrand Bakker - Jasper en zijn knecht (deel 1)
De gretigheid waarmee de lezer zich stort op Jasper en zijn knecht is verbazingwekkend. De tweede druk is inmiddels al in de maak. Maar het is dan ook een bijzonder boek geworden van een al even bijzondere schrijver. Daarom vind ik één blogpost te weinig om recht te doen aan dit boek. Ik heb besloten de bespreking te splitsen. Eerst een min of meer technische bespreking en in een volgende blogpost mijn persoonlijke leeservaring.
Samenvatting
In 2012 koopt Gerbrand Bakker in de Duitse Eifel, Schwarzbach, een oude woning, misschien om te vluchten voor een plotselinge afkeer van het schrijven. Hij begint bomen te kappen op het omvangrijke stuk grond dat erbij hoort en vertimmert zijn huisje dat het een lieve lust is. Al gauw verzekert hij zich van gezelschap dat zou moeten luisteren naar de naam Jasper. Maar het betreft hier een enigszins gedragsgestoorde, nauwelijks te disciplineren hond die lange tijd een blok aan zijn been zal zijn.
Vanaf december 2014 maakt Bakker korte metten met zijn schrijfcrisis door een jaar lang een dagboek bij te houden, waarin hij over zijn dagelijks leven in de Eifel vertelt en terloops diep in zijn eigen, nu eens deprimerende dan weer uitbundige verleden duikt. En zo komen we uit bij reizen en prijzen, ouders en grootouders, de literaire wereld en het hovenierswezen, zijn schaatscarrière en studentenleven, zijn schrijverschap en nog duizend andere dingen van muizenissen tot kapitale kwesties. (Achterzijde boek - Privé-domein nr. 287)
Bespreking
Een samenvatting heeft zo zijn beperkingen, dat spreekt vanzelf. Zeker voor een boek van bijna 400 pg. (in een vrij kleine druk), waarin Gerbrand Bakker zich niet terughoudend heeft opgesteld wat betreft de onderwerpen die hij aansnijdt. De manier waarop hij zijn autobiografie heeft vorm gegeven, zorgt ervoor dat je door wilt lezen (zelfs als je een deel van de teksten en gebeurtenissen al kent of eerder las). En voor wie het allemaal nieuw is, is het helemaal een afwisselend verhaal geworden.
De opzet van het boek is een dagboek van een jaar geworden: 3 december 2014 tot 3 december 2015. Gevolgd door een epiloog waarover ik zal zwijgen. Het is beter dat onwetende lezers die zelf lezen. Een diep ontroerende epiloog: je bent gewaarschuwd!
Deze tijdlijn is de enige echte chronologie in het boek. Daarin vinden we de verbouwing van zijn Eifelhuis, de sociale contacten en ontwikkelingen in de nieuwe omgeving, de opvoeding van en strubbelingen met Jasper. En de reizen die tussendoor gemaakt moeten worden i.v.m. met zijn literaire activiteiten en verplichtingen. Want al schreef hij dan lange tijd geen romans meer, vooral in het buitenland is hij een graag geziene gast.
Boeiend genoeg allemaal, maar het moest meer worden: een autobiografie. Al schrijvend over zijn leven, hoopte hij antwoorden te vinden op vragen die hem allang bezig hielden èn te ontdekken waar zijn weerzin tegen het schrijven vandaan gekomen was en te proberen daar op deze manier over heen te komen.
En dus krijgen we een heel afwisselend verhaal te lezen: de dagelijkse gebeurtenissen naast de herinneringen. Heel associatief en niet per se chronologisch. En toch is het beeld dat we van zijn leven krijgen vrij compleet achteraf. Hier en daar staat er ter illustratie een column, een lovende bespreking van een van zijn boeken in het buitenland, een citaat uit een van Gerbrandsdingetjes, een brief of e-mail. Ook het hoofdstuk dat uiteindelijk niet in Boven is het stil mocht staan is er in opgenomen, met de kanttekening dat hij achteraf ook vond dat het er eigenlijk niet in paste.
De stijl past bij het onderwerp en zijn stemming op het moment van schrijven. Het spat ongekunsteld van de bladzijden: ergernis, vrolijkheid en humor, wanhoop en verdriet, twijfel en opluchting, aarzeling en daadkracht. Het is niet moeilijk daarin mee te gaan en zijn zoektocht als een spannend avontuur te beschouwen. Dat naar mijn idee goed afloopt. Hij heeft inzichten verworven, heeft plezier hervonden in het schrijven van in elk geval dit belangrijke boek.
Houd er maar rekening mee dat je heen en weer geslingerd gaat worden tussen spontaan hardop in de lach schieten en momenten waarop het huilen je nader dan het lachen staat. Maar daarover zal ik meer vertellen in deel 2 van Jasper en zijn knecht. Wordt vervolgd dus.
Ter afsluiting een citaat (waar ik in elk geval erg om moest lachen):
5 december: Gisteren vertelde buurman Klaus dat er in Duitsland zeker wel Sinterklaas wordt gevierd. "Met Zwarte Pieten?" vroeg ik. Hij keek me aan en zei: "Nee, met Knecht Ruprecht." Of die dan ook zwart was, wilde ik weten. "In Nederland maken mensen elkaar momenteel af over Zwarte Piet", zei ik. "Dat kan niet meer, vindt men, dat is racistisch. Wordt daar hier niet over gepraat?" Nee. Buurman Klaus zei nog wel fijntjes: "Pas als Knecht Ruprecht een Jood zou zijn, dan waren de rapen gaar." Klaus kan erg goed Tweede Wereldoorloggrapjes maken.
Bij NTR Kunstof Radio is een prachtig interview van een uur met een openhartige Gerbrand te beluisteren over Jasper en zijn knecht. (24-05-2016 om 19.00 - KLIK HIER ).
Gerbrand Bakker - Jasper en zijn knecht. Amsterdam, Arbeiderspers, 2016. Paperback, 391 pg., Privé-domein nr. 287. ISBN:978-90-295-0512-3.
© JannieTr, juni 2016.
Ik lees Nederlands 2016: 24/35
Samenvatting
In 2012 koopt Gerbrand Bakker in de Duitse Eifel, Schwarzbach, een oude woning, misschien om te vluchten voor een plotselinge afkeer van het schrijven. Hij begint bomen te kappen op het omvangrijke stuk grond dat erbij hoort en vertimmert zijn huisje dat het een lieve lust is. Al gauw verzekert hij zich van gezelschap dat zou moeten luisteren naar de naam Jasper. Maar het betreft hier een enigszins gedragsgestoorde, nauwelijks te disciplineren hond die lange tijd een blok aan zijn been zal zijn.
Vanaf december 2014 maakt Bakker korte metten met zijn schrijfcrisis door een jaar lang een dagboek bij te houden, waarin hij over zijn dagelijks leven in de Eifel vertelt en terloops diep in zijn eigen, nu eens deprimerende dan weer uitbundige verleden duikt. En zo komen we uit bij reizen en prijzen, ouders en grootouders, de literaire wereld en het hovenierswezen, zijn schaatscarrière en studentenleven, zijn schrijverschap en nog duizend andere dingen van muizenissen tot kapitale kwesties. (Achterzijde boek - Privé-domein nr. 287)
Bespreking
Een samenvatting heeft zo zijn beperkingen, dat spreekt vanzelf. Zeker voor een boek van bijna 400 pg. (in een vrij kleine druk), waarin Gerbrand Bakker zich niet terughoudend heeft opgesteld wat betreft de onderwerpen die hij aansnijdt. De manier waarop hij zijn autobiografie heeft vorm gegeven, zorgt ervoor dat je door wilt lezen (zelfs als je een deel van de teksten en gebeurtenissen al kent of eerder las). En voor wie het allemaal nieuw is, is het helemaal een afwisselend verhaal geworden.
De opzet van het boek is een dagboek van een jaar geworden: 3 december 2014 tot 3 december 2015. Gevolgd door een epiloog waarover ik zal zwijgen. Het is beter dat onwetende lezers die zelf lezen. Een diep ontroerende epiloog: je bent gewaarschuwd!
Deze tijdlijn is de enige echte chronologie in het boek. Daarin vinden we de verbouwing van zijn Eifelhuis, de sociale contacten en ontwikkelingen in de nieuwe omgeving, de opvoeding van en strubbelingen met Jasper. En de reizen die tussendoor gemaakt moeten worden i.v.m. met zijn literaire activiteiten en verplichtingen. Want al schreef hij dan lange tijd geen romans meer, vooral in het buitenland is hij een graag geziene gast.
Boeiend genoeg allemaal, maar het moest meer worden: een autobiografie. Al schrijvend over zijn leven, hoopte hij antwoorden te vinden op vragen die hem allang bezig hielden èn te ontdekken waar zijn weerzin tegen het schrijven vandaan gekomen was en te proberen daar op deze manier over heen te komen.
Foto: YUKO KHO voor DAS MAGAZIN |
De stijl past bij het onderwerp en zijn stemming op het moment van schrijven. Het spat ongekunsteld van de bladzijden: ergernis, vrolijkheid en humor, wanhoop en verdriet, twijfel en opluchting, aarzeling en daadkracht. Het is niet moeilijk daarin mee te gaan en zijn zoektocht als een spannend avontuur te beschouwen. Dat naar mijn idee goed afloopt. Hij heeft inzichten verworven, heeft plezier hervonden in het schrijven van in elk geval dit belangrijke boek.
Houd er maar rekening mee dat je heen en weer geslingerd gaat worden tussen spontaan hardop in de lach schieten en momenten waarop het huilen je nader dan het lachen staat. Maar daarover zal ik meer vertellen in deel 2 van Jasper en zijn knecht. Wordt vervolgd dus.
Ter afsluiting een citaat (waar ik in elk geval erg om moest lachen):
5 december: Gisteren vertelde buurman Klaus dat er in Duitsland zeker wel Sinterklaas wordt gevierd. "Met Zwarte Pieten?" vroeg ik. Hij keek me aan en zei: "Nee, met Knecht Ruprecht." Of die dan ook zwart was, wilde ik weten. "In Nederland maken mensen elkaar momenteel af over Zwarte Piet", zei ik. "Dat kan niet meer, vindt men, dat is racistisch. Wordt daar hier niet over gepraat?" Nee. Buurman Klaus zei nog wel fijntjes: "Pas als Knecht Ruprecht een Jood zou zijn, dan waren de rapen gaar." Klaus kan erg goed Tweede Wereldoorloggrapjes maken.
Bij NTR Kunstof Radio is een prachtig interview van een uur met een openhartige Gerbrand te beluisteren over Jasper en zijn knecht. (24-05-2016 om 19.00 - KLIK HIER ).
Gerbrand Bakker - Jasper en zijn knecht. Amsterdam, Arbeiderspers, 2016. Paperback, 391 pg., Privé-domein nr. 287. ISBN:978-90-295-0512-3.
© JannieTr, juni 2016.
Ik lees Nederlands 2016: 24/35
donderdag 16 juni 2016
Karlijn Stoffels - Eigen vuur
De naam Karlijn Stoffels kende ik eigenlijk alleen van Zuiderzeeballade. Het boek stond op mijn leeslijstje, maar van lezen was nog niets gekomen. Vorige week kreeg ik van mijn boekwinkelvriendinnetje uit Haarlem het jeugdboek Eigen vuur opgestuurd. Omdat het verhaal in Zeeuws-Vlaanderen speelt, waar wij nu ruim tien jaar wonen, vermoedde ze dat ik dat wel waarderen zou. En dat is ook zo! Maar toen werd me pas duidelijk dat de schrijfster al heel wat jeugdboeken op haar naam heeft staan en er ook prijzen mee gewonnen heeft. Zuiderzeeballade blijkt haar eerste roman voor volwassenen te zijn. Misschien komt die dan toch binnenkort eens aan de beurt.
Samenvatting
1944. Oostburg, Zeeuws-Vlaanderen. Het stadje waar Sooys woont wordt gebombardeerd. Zonder huis, zonder ouders en zonder wegwijzers moet hij met zijn zusje en broertjes op zoek naar veiligheid – dwars door oorlogsgebied. Bruggen zijn opgeblazen, er liggen mijnenvelden, hele gebieden zijn onder water gelopen… En ondertussen heeft hij ook nog een geheime boodschap bij zich.
Wie kun je vertrouwen in een land vol vijanden en gevaar? En hoe kan er te midden van alle geweld en onzekerheid toch iets heel moois ontstaan? Als Sooys in Marries ogen kijkt, weet hij dat het kan.
In 1944 lag Oostburg twee maanden onder vuur. De bommen die de bevrijders in de maanden ervoor lieten vallen om de Duitsers tot overgave te dwingen, kostten honderden burgers het leven en zorgden voor enorme verwoestingen.
Leeservaring
Een landkaartje voor in het boek geeft schematisch aan welke route Sooys met zijn zusje en broertjes liep om van het kapot gebombardeerde Oostburg door oorlogsgebied in het redelijk veilige Zaamslag bij zijn oma te komen. Voor wie hier niet bekend is, is het een handig hulpmiddel.
In de afgelopen 12 jaar heb ik Zeeuws-Vlaanderen en haar geschiedenis goed leren kennen. Ik kende alleen Breskens: een saaie stad waar mijn ouders ons vanuit Vlissingen mee naar toe namen met de veerboot als we op vakantie waren in Zoutelande. Een Zeeuwse bolus eten en dan met de volgende boot weer terug.
Toen mijn zoon naar deze streek verhuisde en wij in zijn huis onze zomervakanties doorbrachten, begon ik me er steeds meer thuis voelen. Eerst doorkruisten we de streek op zoek naar een geschikte plek om te gaan wonen en eenmaal verhuisd probeerde ik zoveel mogelijk te weten te komen over de geschiedenis van de streek. Daarbij moest ik tot mijn schande constateren, dat ik weinig wist van dit stukje Nederland.
Nog steeds staat Zeeuws-Vlaanderen geregeld niet op landkaartjes en denkt menigeen dat het bij België hoort. Toen wij voor ons nieuwe huis gas aanvroegen bij de Zeeuwse energie maatschappij Delta kregen we te horen, dat ze geen gas leverden in België! Een vergissing, maar toch... De ingewikkelde overtocht met de veerboot (die best wel gezellig was) werd vervangen door een tunnel. Maar of het door de tolheffing komt? Nog steeds weten velen dit prachtige stukje Nederland niet te vinden en op waarde te schatten. De Belgen en de Duitsers overigens wel: 's zomers wonen hier ongeveer tweemaal zoveel mensen als in de winter.
Maar nu over het boek. Wie hier woont, oud en jong, zal de plaatsjes waarover geschreven wordt zonder meer herkennen. Het zal zelfs nog wel mogelijk zijn de route ongeveer na te lopen/fietsen. Onderweg zul je de talloze herdenkingsmonumenten zien voor Poolse, Canadese en Amerikaanse militairen. Ja Breskens is saai: er was immers niets meer van over na de bombardementen door de geallieerden? De wederopbouw van de totaal verwoeste stad vond zonder veel franje plaats. Dat gold voor veel meer plaatsen (al zijn er ook die in staat bleken veel later alles prachtig te restaureren). De verwoestingen waren enorm en de bevolking kon nergens heen om te schuilen. Zeeuws-Vlaanderen moest de prijs betalen voor het veiligstellen van de vaarweg naar Antwerpen. Het werd in oktober/november 1944 "bevrijd". Met de winter voor de deur en geen onderdak meer voor talloze gezinnen, treurend om de vele burgerslachtoffers, gevallen door "Eigen vuur" (nl. door de bombardementen van de geallieerden om de Duitsers te verdrijven en te verzwakken en de haven te vernietigen) viel er weinig te vieren. En ook nu nog vieren veel families de bevrijding niet: wel herdenken ze de gevallenen: burgers en bevrijders.
Karlijn Stoffels heeft zich goed voorbereid op het schrijven van het boek. Alle relevante achtergronden en gebeurtenissen krijgen op een terloopse manier een plek in een spannend verhaal voor de jeugd vanaf ongeveer 12 jaar. De gruwelen uit de oorlog worden niet verbloemd, maar ook niet aangedikt. Sooys is degene die de ernst van de situatie inziet en ernaar handelt, zijn jongere broertjes vinden alles vooral spannend. Zelfs "goede Duitsers", het verzet en de NSB spelen een rol.
De stijl is eenvoudig en duidelijk. Het verhaal wordt niet belerend, ondanks de vele feiten die er in opgesomd worden: ze worden er terloops doorgeweven.
Ik vond het als volwassene spannend genoeg om het in een ruk uit te lezen. Ik denk dat kinderen, zowel jongens als meisjes, het graag zullen lezen. Maar ik zou willen dat ook volwassenen die weinig van deze streek weten het eens lezen. Het achtergrondverhaal is compleet!
En is de belangstelling gewekt? Dan kun je in Nieuwdorp (aan de overkant zegt men hier) nog veel meer te weten komen over de Slag om de Schelde in het Bevrijdingsmuseum (KLIK HIER). Elk najaar wordt de Bevrijdingsmars georganiseerd: een wandeltocht voor burgers en militairen over de route die de bevrijders namen. Of volg een etappe van de Liberation Route Europa (KLIK HIER) die o.a. door Groede gaat.
En wil je verder terug in de historie van Zeeuws-Vlaanderen, dan kun je in IJzendijke Museum het Bolwerk (KLIK HIER) bezoeken, waar de Tachtigjarige oorlog centraal staat. Ook toen was Zeeuws-Vlaanderen een strijdtoneel: tussen de Spaanse en Staatse troepen. Met als overblijfsel vele forten en linies, om langs te wandelen of fietsen (routes beschikbaar o.a. in het Museum).
En dan heb ik het nog niet eens over het natuurschoon gehad. En de pittoreske dorpjes die gespaard gebleven zijn. Je bent gewaarschuwd: wie hier eenmaal is geweest, blijft terugkomen. Dat mag, want we hebben ruimte, rust, natuur en historie genoeg en die delen we graag!
Karlijn Stoffels - Eigen vuur. Amsterdam, Leopold, 2016. Pb., 152 pg., met krtn. ISBN:978-90-258-6972-4.
© JannieTr, juni 2016.
Ik lees Nederlands 2016: 23/35
Samenvatting
1944. Oostburg, Zeeuws-Vlaanderen. Het stadje waar Sooys woont wordt gebombardeerd. Zonder huis, zonder ouders en zonder wegwijzers moet hij met zijn zusje en broertjes op zoek naar veiligheid – dwars door oorlogsgebied. Bruggen zijn opgeblazen, er liggen mijnenvelden, hele gebieden zijn onder water gelopen… En ondertussen heeft hij ook nog een geheime boodschap bij zich.
Wie kun je vertrouwen in een land vol vijanden en gevaar? En hoe kan er te midden van alle geweld en onzekerheid toch iets heel moois ontstaan? Als Sooys in Marries ogen kijkt, weet hij dat het kan.
In 1944 lag Oostburg twee maanden onder vuur. De bommen die de bevrijders in de maanden ervoor lieten vallen om de Duitsers tot overgave te dwingen, kostten honderden burgers het leven en zorgden voor enorme verwoestingen.
Leeservaring
Een landkaartje voor in het boek geeft schematisch aan welke route Sooys met zijn zusje en broertjes liep om van het kapot gebombardeerde Oostburg door oorlogsgebied in het redelijk veilige Zaamslag bij zijn oma te komen. Voor wie hier niet bekend is, is het een handig hulpmiddel.
In de afgelopen 12 jaar heb ik Zeeuws-Vlaanderen en haar geschiedenis goed leren kennen. Ik kende alleen Breskens: een saaie stad waar mijn ouders ons vanuit Vlissingen mee naar toe namen met de veerboot als we op vakantie waren in Zoutelande. Een Zeeuwse bolus eten en dan met de volgende boot weer terug.
Toen mijn zoon naar deze streek verhuisde en wij in zijn huis onze zomervakanties doorbrachten, begon ik me er steeds meer thuis voelen. Eerst doorkruisten we de streek op zoek naar een geschikte plek om te gaan wonen en eenmaal verhuisd probeerde ik zoveel mogelijk te weten te komen over de geschiedenis van de streek. Daarbij moest ik tot mijn schande constateren, dat ik weinig wist van dit stukje Nederland.
Nog steeds staat Zeeuws-Vlaanderen geregeld niet op landkaartjes en denkt menigeen dat het bij België hoort. Toen wij voor ons nieuwe huis gas aanvroegen bij de Zeeuwse energie maatschappij Delta kregen we te horen, dat ze geen gas leverden in België! Een vergissing, maar toch... De ingewikkelde overtocht met de veerboot (die best wel gezellig was) werd vervangen door een tunnel. Maar of het door de tolheffing komt? Nog steeds weten velen dit prachtige stukje Nederland niet te vinden en op waarde te schatten. De Belgen en de Duitsers overigens wel: 's zomers wonen hier ongeveer tweemaal zoveel mensen als in de winter.
Maar nu over het boek. Wie hier woont, oud en jong, zal de plaatsjes waarover geschreven wordt zonder meer herkennen. Het zal zelfs nog wel mogelijk zijn de route ongeveer na te lopen/fietsen. Onderweg zul je de talloze herdenkingsmonumenten zien voor Poolse, Canadese en Amerikaanse militairen. Ja Breskens is saai: er was immers niets meer van over na de bombardementen door de geallieerden? De wederopbouw van de totaal verwoeste stad vond zonder veel franje plaats. Dat gold voor veel meer plaatsen (al zijn er ook die in staat bleken veel later alles prachtig te restaureren). De verwoestingen waren enorm en de bevolking kon nergens heen om te schuilen. Zeeuws-Vlaanderen moest de prijs betalen voor het veiligstellen van de vaarweg naar Antwerpen. Het werd in oktober/november 1944 "bevrijd". Met de winter voor de deur en geen onderdak meer voor talloze gezinnen, treurend om de vele burgerslachtoffers, gevallen door "Eigen vuur" (nl. door de bombardementen van de geallieerden om de Duitsers te verdrijven en te verzwakken en de haven te vernietigen) viel er weinig te vieren. En ook nu nog vieren veel families de bevrijding niet: wel herdenken ze de gevallenen: burgers en bevrijders.
Karlijn Stoffels heeft zich goed voorbereid op het schrijven van het boek. Alle relevante achtergronden en gebeurtenissen krijgen op een terloopse manier een plek in een spannend verhaal voor de jeugd vanaf ongeveer 12 jaar. De gruwelen uit de oorlog worden niet verbloemd, maar ook niet aangedikt. Sooys is degene die de ernst van de situatie inziet en ernaar handelt, zijn jongere broertjes vinden alles vooral spannend. Zelfs "goede Duitsers", het verzet en de NSB spelen een rol.
De stijl is eenvoudig en duidelijk. Het verhaal wordt niet belerend, ondanks de vele feiten die er in opgesomd worden: ze worden er terloops doorgeweven.
Ik vond het als volwassene spannend genoeg om het in een ruk uit te lezen. Ik denk dat kinderen, zowel jongens als meisjes, het graag zullen lezen. Maar ik zou willen dat ook volwassenen die weinig van deze streek weten het eens lezen. Het achtergrondverhaal is compleet!
En is de belangstelling gewekt? Dan kun je in Nieuwdorp (aan de overkant zegt men hier) nog veel meer te weten komen over de Slag om de Schelde in het Bevrijdingsmuseum (KLIK HIER). Elk najaar wordt de Bevrijdingsmars georganiseerd: een wandeltocht voor burgers en militairen over de route die de bevrijders namen. Of volg een etappe van de Liberation Route Europa (KLIK HIER) die o.a. door Groede gaat.
En wil je verder terug in de historie van Zeeuws-Vlaanderen, dan kun je in IJzendijke Museum het Bolwerk (KLIK HIER) bezoeken, waar de Tachtigjarige oorlog centraal staat. Ook toen was Zeeuws-Vlaanderen een strijdtoneel: tussen de Spaanse en Staatse troepen. Met als overblijfsel vele forten en linies, om langs te wandelen of fietsen (routes beschikbaar o.a. in het Museum).
En dan heb ik het nog niet eens over het natuurschoon gehad. En de pittoreske dorpjes die gespaard gebleven zijn. Je bent gewaarschuwd: wie hier eenmaal is geweest, blijft terugkomen. Dat mag, want we hebben ruimte, rust, natuur en historie genoeg en die delen we graag!
Karlijn Stoffels - Eigen vuur. Amsterdam, Leopold, 2016. Pb., 152 pg., met krtn. ISBN:978-90-258-6972-4.
© JannieTr, juni 2016.
Ik lees Nederlands 2016: 23/35
zaterdag 11 juni 2016
Doe jij wel eens boeken weg?
Door vraag 23 van #50books van Hendrik-Jan (KLIK HIER) werd ik me weer eens pijnlijk bewust van mijn onvermogen orde te scheppen in de enorme hoeveelheid boeken die ik zo langzamerhand verzameld heb. Onder verzamelen moet je dan niet alleen verstaan het weloverwogen aanschaffen met een plan in het achterhoofd, maar vooral ook het onderdak bieden aan heel veel boeken die toevallig op mijn pad kwamen en waarvan ik het niet verdragen kon dat ze wellicht weggegooid zouden gaan worden. Uit de nalatenschap van mijn ouders en grootouders of via boekenmarkten in de regio, antiquariaten, kringloopwinkels en zelfs afgeschreven boeken van de bibliotheek. Steeds als ik het idee had dat er ergens iemand belangstelling voor een bepaald boek zou kunnen hebben en dat het dus zonde was als het weggegooid zou worden, mocht het mee naar huis.
Hendrik-Jan kondigde aan veel kleiner te gaan wonen en heeft een te grote verzameling boeken om mee te kunnen nemen naar zijn nieuwe woning. Wij verhuisden tien jaar geleden en ik besloot voor vertrek veel weg te doen: serviesgoed en keukengerei, puzzels en spelletjes, kleding en ander textiel, meubels: van alles verhuisde vooraf naar de kringloopwinkel. Maar toen ik aan de boeken toe was..... Het kostte me te veel tijd daar beslissingen over te nemen en dus gingen ze mee. In de vaste overtuiging dat ze eenmaal hier aangekomen, uitgezocht zouden gaan worden.
Niet dus. Er moesten extra kasten bijgebouwd worden op zolder en sindsdien nam de hoeveelheid boeken alleen maar toe. Er moest dus iets gebeuren.
Stap 1 was: zorgen dat er minder boeken binnenkwamen.
Door niet meer naar boekenmarkten e.d. te gaan, door vrienden en familieleden vriendelijk te verzoeken hun boeken ergens anders heen te brengen. Door meer te lenen bij de bieb en slechts af en toe iets te kopen. Door zelden mee te doen aan winacties. Door sporadisch en weloverwogen recensie-exemplaren op te vragen.
Stap 2 was: bekijken hoe ik op een verantwoorde manier van mijn boeken af kon komen.
Als weggooien geen optie is, wat dan? Ik ben er nog steeds niet helemaal uit, maar er is een begin gemaakt door een afspraak te maken met een boekwinkel/antiquariaat hier in de buurt. Daar breng ik mijn nog goed verkoopbare Nederlandse literatuur en poëzie en krijg daarvoor een tegoed om nieuwe boeken mee te kopen. Vaak gebruik ik dat dan voor boeken voor de kleinkinderen tijdens de Kinderboekenweek. Zo dikt mijn voorraad langzaam in.
In 2004 maakte ik een online-boekwinkeltje aan op Boekwinkeltjes.nl. Een fijne tijd was dat: ik raakte er zo behoorlijk wat kwijt: niet voor de hoofdprijs, maar wel aan blije kopers. Deze boeken hadden dus een nieuw thuis! Drie tot vier per week was geen uitzondering. Bovendien kon ik zo lange tijd ook nog mijn Nederlandse postzegelverzameling opgebruiken. Maar die tijd is nu voorbij: de resterende postzegels zijn ongeldig verklaard en er zijn nu zoveel online-boekwinkeltjes, dat ik blij mag zijn als ik eens in de twee, drie maanden een boek verkoop.
Soms kan ik iets kwijt aan een museum: aan het Nationaal Reddingsmuseum Dorus Rijkers bv: een puzzelboekje dat mijn grootvader rond 1930 kocht ter ondersteuning van het Nederlands Reddingwezen op zee. Ze waren er blij mee. Maar wat te doen met De Handleiding bij den verzorging van den Zuigeling, die in 1929 werd uitgereikt aan een pas bevallen moeder door de wijkzuster? Zoiets gooi je toch niet weg?
Stap 3 is: proberen realistischer te worden en leren loslaten.
Dat betekent o.a. dozen vullen met boeken voor de verkoop voor het Goede Doel. Ik weet dat dat een beetje struisvogelpolitiek is: wie voor 1 of 2 euro een boek mee naar huis neemt, zal het vaak niet koesteren en na lezing (of zelfs daarvoor) wegdoen. Maar ik weet ook dat daar handelaren rondlopen met oog voor wat behouden moet blijven, mocht ik iets over het hoofd zien.
Want er staan hier ook mooie, bijzondere boeken, waarvan sommigen al jaren op Boekwinkeltjes, die onverkoopbaar blijken. Vaak is het aantal beschikbare exemplaren flink toegenomen en de vraagprijs dus inmiddels een stuk lager dan mijn oorspronkelijke prijs. Ik heb er geen zin meer in dat allemaal bij te houden. En dan de boeken die ikzelf nog te mooi vind om weg te doen. Of de verzameling van mijn overleden vader (die een afspiegeling is van zijn interesses) die ik nog niet los kan laten.
Voor de Kinderboeken heb ik een oplossing gevonden: nadat mijn kinderen uitgezocht hebben wat ze willen hebben en ik mijn lievelingsboeken heb veilig gesteld, gaat de rest naar het Kinderboekenhuis in Winsum (KLIK HIER). Daar zoeken ze dan wel uit wat de moeite van het bewaren (of verkopen) waard is en wat nog ontbrak in hun collectie. De rest mag weg van mij.
Stap 3 is gigantisch moeilijk voor mij. Misschien moet ik daar nog maar eens op terugkomen hier, over een jaar of zo. Ik ben inmiddels in staat om hele jaargangen tijdschriften die niemand (GRATIS!) wil hebben in de oudpapiercontainer te gooien. Dus er is nog hoop......
© JannieTr, juni 2016.
De leesvraag #50books (KLIK HIER) is een initiatief van Peter in 2013. Martha nam het in 2014 over en in 2015 ging Peter zelf weer verder. Vanaf 2016 doet Hendrik-Jan dat. Vanaf "2016: vraag 2" probeer ik ook elke week mee te doen.
Hendrik-Jan kondigde aan veel kleiner te gaan wonen en heeft een te grote verzameling boeken om mee te kunnen nemen naar zijn nieuwe woning. Wij verhuisden tien jaar geleden en ik besloot voor vertrek veel weg te doen: serviesgoed en keukengerei, puzzels en spelletjes, kleding en ander textiel, meubels: van alles verhuisde vooraf naar de kringloopwinkel. Maar toen ik aan de boeken toe was..... Het kostte me te veel tijd daar beslissingen over te nemen en dus gingen ze mee. In de vaste overtuiging dat ze eenmaal hier aangekomen, uitgezocht zouden gaan worden.
Niet dus. Er moesten extra kasten bijgebouwd worden op zolder en sindsdien nam de hoeveelheid boeken alleen maar toe. Er moest dus iets gebeuren.
Stap 1 was: zorgen dat er minder boeken binnenkwamen.
Door niet meer naar boekenmarkten e.d. te gaan, door vrienden en familieleden vriendelijk te verzoeken hun boeken ergens anders heen te brengen. Door meer te lenen bij de bieb en slechts af en toe iets te kopen. Door zelden mee te doen aan winacties. Door sporadisch en weloverwogen recensie-exemplaren op te vragen.
Stap 2 was: bekijken hoe ik op een verantwoorde manier van mijn boeken af kon komen.
Als weggooien geen optie is, wat dan? Ik ben er nog steeds niet helemaal uit, maar er is een begin gemaakt door een afspraak te maken met een boekwinkel/antiquariaat hier in de buurt. Daar breng ik mijn nog goed verkoopbare Nederlandse literatuur en poëzie en krijg daarvoor een tegoed om nieuwe boeken mee te kopen. Vaak gebruik ik dat dan voor boeken voor de kleinkinderen tijdens de Kinderboekenweek. Zo dikt mijn voorraad langzaam in.
In 2004 maakte ik een online-boekwinkeltje aan op Boekwinkeltjes.nl. Een fijne tijd was dat: ik raakte er zo behoorlijk wat kwijt: niet voor de hoofdprijs, maar wel aan blije kopers. Deze boeken hadden dus een nieuw thuis! Drie tot vier per week was geen uitzondering. Bovendien kon ik zo lange tijd ook nog mijn Nederlandse postzegelverzameling opgebruiken. Maar die tijd is nu voorbij: de resterende postzegels zijn ongeldig verklaard en er zijn nu zoveel online-boekwinkeltjes, dat ik blij mag zijn als ik eens in de twee, drie maanden een boek verkoop.
Soms kan ik iets kwijt aan een museum: aan het Nationaal Reddingsmuseum Dorus Rijkers bv: een puzzelboekje dat mijn grootvader rond 1930 kocht ter ondersteuning van het Nederlands Reddingwezen op zee. Ze waren er blij mee. Maar wat te doen met De Handleiding bij den verzorging van den Zuigeling, die in 1929 werd uitgereikt aan een pas bevallen moeder door de wijkzuster? Zoiets gooi je toch niet weg?
Stap 3 is: proberen realistischer te worden en leren loslaten.
Dat betekent o.a. dozen vullen met boeken voor de verkoop voor het Goede Doel. Ik weet dat dat een beetje struisvogelpolitiek is: wie voor 1 of 2 euro een boek mee naar huis neemt, zal het vaak niet koesteren en na lezing (of zelfs daarvoor) wegdoen. Maar ik weet ook dat daar handelaren rondlopen met oog voor wat behouden moet blijven, mocht ik iets over het hoofd zien.
Want er staan hier ook mooie, bijzondere boeken, waarvan sommigen al jaren op Boekwinkeltjes, die onverkoopbaar blijken. Vaak is het aantal beschikbare exemplaren flink toegenomen en de vraagprijs dus inmiddels een stuk lager dan mijn oorspronkelijke prijs. Ik heb er geen zin meer in dat allemaal bij te houden. En dan de boeken die ikzelf nog te mooi vind om weg te doen. Of de verzameling van mijn overleden vader (die een afspiegeling is van zijn interesses) die ik nog niet los kan laten.
Voor de Kinderboeken heb ik een oplossing gevonden: nadat mijn kinderen uitgezocht hebben wat ze willen hebben en ik mijn lievelingsboeken heb veilig gesteld, gaat de rest naar het Kinderboekenhuis in Winsum (KLIK HIER). Daar zoeken ze dan wel uit wat de moeite van het bewaren (of verkopen) waard is en wat nog ontbrak in hun collectie. De rest mag weg van mij.
Stap 3 is gigantisch moeilijk voor mij. Misschien moet ik daar nog maar eens op terugkomen hier, over een jaar of zo. Ik ben inmiddels in staat om hele jaargangen tijdschriften die niemand (GRATIS!) wil hebben in de oudpapiercontainer te gooien. Dus er is nog hoop......
© JannieTr, juni 2016.
De leesvraag #50books (KLIK HIER) is een initiatief van Peter in 2013. Martha nam het in 2014 over en in 2015 ging Peter zelf weer verder. Vanaf 2016 doet Hendrik-Jan dat. Vanaf "2016: vraag 2" probeer ik ook elke week mee te doen.
maandag 6 juni 2016
Alex Boogers - Alleen met de goden
Het is al weer weken geleden dat ik Alleen met de goden met een diepe zucht dichtsloeg. Ik was er zo van onder de indruk dat het me niet meteen lukte er een blog over te schrijven. En toen ik er uiteindelijk aan wilde beginnen, was ik het boek al weer kwijt: aan mijn eigen Rotterdamse "straatschoffie". Er waren voor hem zoveel raakvlakken dat ook hij het verslonden heeft. Nu heb ik het weer terug en is het tijd voor een beschrijving van mijn leeservaring.
Samenvatting
Samenvatting
De elfjarige Aaron Bachman ziet op een avond een man roerloos in de
deuropening liggen. Zijn vader staat met gebalde vuisten in de gang.
Hij brult dat Aaron naar de huiskamer moet gaan. De vader belt met de
alarmdiensten en geeft zichzelf aan.
Zo opent deze overweldigende coming-of-ageroman, waarin Alex Boogers als in een ‘eindboek’ al zijn thema’s laat samenvloeien: verstoorde familierelaties, liefde en verlating, vechten om te overleven, schrijven om te groeien. Tegelijk is deze ontroerende, soepele vertelling een zoektocht naar een vader.
Aaron is de zoon van een veroordeelde, met de gevoelige, genuanceerde blik van een kunstenaar, de honger van een schrijver, de woede van een vechter, en de overlevingsdrift van een jongen van de straat.
Alex Boogers (1970) schreef zeven romans, waaronder Het boek Estee en Alle dingen zijn schitterend. Hij baarde veel opzien met de novelle Wanneer de mieren schreeuwen, over de Rotterdamse jongen Sedar Soares. Alleen met de goden won de Nederlandse Boekhandelsprijs 2016 en werd genomineerd voor de shortlist van de Libris Literatuur Prijs 2016. (Uitgeverij Podium).
Leeservaring
Er is inmiddels al zoveel gezegd over deze roman, dat ik er weinig voor voel dat allemaal te herhalen. Het is gewoon een keigoed boek, daar is iedereen het over eens. Met vaart geschreven: de noodzakelijkheid van het schrijven ervan spat van de bladzijden. Spannend, ontroerend, af en toe onderkoelde humor, maar vooral gedrevenheid sleuren je mee het verhaal in. Loslaten is geen optie: je wilt erbij blijven tot het verlossende einde.
Toen ik bijna 50 jaar geleden thuiskwam met mijn Rotterdamse "straatschoffie" stonden ze thuis niet te juichen: kraanmachinist, dus een havenarbeider. Hadden ze me daarvoor "door laten leren"? Maar ik zag meer: een gevoelige, intelligente jongen die niet de kansen had gekregen die ik kreeg. In het grote arbeidersgezin waaruit hij kwam, moest er al jong gewerkt worden om bij te dragen aan het gezinsinkomen en wie verder wilde leren was egoïstisch en had verbeelding. Dus moesten ze lachen om de uit 30 delen bestaande Encyclopedie voor Zelfstudie die op een plank boven zijn bed stond. Om het elektronische orgel dat hij kocht en de muzieklessen die hij nam. Toen hij ook nog thuiskwam met zo'n arrogant mokkel dat "gestudeerd" had, werd het echt te gek voor woorden: de vooroordelen bleken dus gelukkig wederzijds.
Zo opent deze overweldigende coming-of-ageroman, waarin Alex Boogers als in een ‘eindboek’ al zijn thema’s laat samenvloeien: verstoorde familierelaties, liefde en verlating, vechten om te overleven, schrijven om te groeien. Tegelijk is deze ontroerende, soepele vertelling een zoektocht naar een vader.
Aaron is de zoon van een veroordeelde, met de gevoelige, genuanceerde blik van een kunstenaar, de honger van een schrijver, de woede van een vechter, en de overlevingsdrift van een jongen van de straat.
Alex Boogers (1970) schreef zeven romans, waaronder Het boek Estee en Alle dingen zijn schitterend. Hij baarde veel opzien met de novelle Wanneer de mieren schreeuwen, over de Rotterdamse jongen Sedar Soares. Alleen met de goden won de Nederlandse Boekhandelsprijs 2016 en werd genomineerd voor de shortlist van de Libris Literatuur Prijs 2016. (Uitgeverij Podium).
Leeservaring
Er is inmiddels al zoveel gezegd over deze roman, dat ik er weinig voor voel dat allemaal te herhalen. Het is gewoon een keigoed boek, daar is iedereen het over eens. Met vaart geschreven: de noodzakelijkheid van het schrijven ervan spat van de bladzijden. Spannend, ontroerend, af en toe onderkoelde humor, maar vooral gedrevenheid sleuren je mee het verhaal in. Loslaten is geen optie: je wilt erbij blijven tot het verlossende einde.
Toen ik bijna 50 jaar geleden thuiskwam met mijn Rotterdamse "straatschoffie" stonden ze thuis niet te juichen: kraanmachinist, dus een havenarbeider. Hadden ze me daarvoor "door laten leren"? Maar ik zag meer: een gevoelige, intelligente jongen die niet de kansen had gekregen die ik kreeg. In het grote arbeidersgezin waaruit hij kwam, moest er al jong gewerkt worden om bij te dragen aan het gezinsinkomen en wie verder wilde leren was egoïstisch en had verbeelding. Dus moesten ze lachen om de uit 30 delen bestaande Encyclopedie voor Zelfstudie die op een plank boven zijn bed stond. Om het elektronische orgel dat hij kocht en de muzieklessen die hij nam. Toen hij ook nog thuiskwam met zo'n arrogant mokkel dat "gestudeerd" had, werd het echt te gek voor woorden: de vooroordelen bleken dus gelukkig wederzijds.
Er zijn genoeg verschillen met Alleen met de goden. Maar wat helemaal klopt, is de boodschap. Doorzetten, in jezelf geloven en steun krijgen van mensen die in je geloven. Je kansen pakken: niemand is kansloos als hij daar zelf weigert aan toe te geven. Het is helemaal goed gekomen met mijn "straatschoffie". Opbloeiend in de Ondernemingsraad en gedreven lid van de anti-alcoholcommissie (nog steeds een probleem in de haven) in zijn bedrijf, gewaardeerd lid van de schaakclub en de fotoclub. En een vrolijke noot in het plaatselijke mannenkoor.
Mijn kennismaking met het werk van Alex Boogers ging via De lezer is niet dood (KLIK HIER) . Daarna las ik Wanneer de mieren schreeuwen (KLIK HIER) . En toen zag ik bij de VPRO de uitzending van 24 uur met...Alex Boogers, waarin hij zijn persoonlijke verhaal deelde met Theo Maassen. Ondertussen waren er nog interviews op TV en in kranten. En werd duidelijk dat hij een held begint te worden onder de schooljeugd. Geweldig! Eindelijk een positief geluid: het kan wel, kijk naar mij, doe je best. Er zijn voldoende boeken om dat te bewijzen.
En dat is dus wat mij boeit in het werk van Alex Boogers: hij is in
staat om jongeren enthousiast te maken. Om ze een schop onder hun kont
te geven: hij schrijft de literatuur waarvan hij in zijn pamflet stelt
dat daar lezers voor zijn. En dat het tijd voor actie is om te zorgen
dat ze de jeugd bereikt.
Ik ben erg terughoudend als het om het lezen van bestsellers gaat, maar soms voel je dat er eentje tussen zit die terecht een bestseller is en dat die gelezen mòet worden. Alleen met de goden is er zo één. Dus voor wie nog twijfelt: LEZEN, je krijgt er geen spijt van.
Alex Boogers - Alleen met de goden. Amsterdam, Podium, 2016. Geb. 5de dr., 519 pg. ISBN:978-90-5759-798-5.
© JannieTr, juni 2016.
Ik lees Nederlands 2016: 22/35
woensdag 1 juni 2016
Culinaire genoegens van Adriaan van Dis?
Voor vraag 22 van #50books (KLIK HIER) kreeg Hendrik-Jan een leuke tip van blogster Tessa Heijtmeijer (KLIK HIER) Die vraag luidt: Welke schrijver of schrijfster zie jij het liefst zijn of haar boekje te buiten gaan? Zij vroeg zich af hoe het zou zijn als bijvoorbeeld John Irving een chicklit zou schrijven. En nu is dus de beurt aan de deelnemers van #50books om zich daar eens het hoofd over te breken.
Inmiddels mag als bekend beschouwd worden dat ik me meestal beperk tot Nederlandse en Vlaamse auteurs. Dat zal bij het beantwoorden van deze vraag dus niet anders zijn. Bovendien moet vooraf gezegd worden dat ik het werk van de meeste schrijvers lees, juist omdat ze een genre schrijven waar ik van houd. Maar toch vond ik het wel een uitdaging om ook zelf buiten mijn boekje te gaan en te bedenken wat ik van gewaardeerde auteurs zou willen lezen, ook als het niet tot hun gebruikelijke genre behoort. Dit kwam vervolgens naar boven borrelen.
** Een kookboek van Adriaan van Dis.
Wie zijn bibliografie bekijkt, zal ontdekken hoe enorm veelzijdig hij is. Hij schrijft niet alleen romans, maar ook reisverhalen, essays, toneelstukken en poëzie. Uit de autobiografische gegevens in veel van zijn werk en uit interviews komt een man naar voren die van Parijs, een goed glas wijn en een verfijnde Franse maaltijd houdt. Maar hij is ook thuis in Zuid-Afrika en kent de Indische keuken goed. Als hij zijn favoriete gerechten uit al die landen zou verzamelen, dan zou dat een origineel en veelzijdig kookboek opleveren.
** Een bundel met light verse van Maarten 't Hart
Net zo veelzijdig is deze duizendpoot. Naast allerlei romangenres is er nog veel non-fictie en wetenschappelijk werk van hem verschenen. Maar voor zover ik weet : nauwelijks poëzie. Drie bibliofiele bundeltjes in een zeer beperkte oplage. Ik zou ze graag eens zien. En een gedicht op de muur van de modezaak van Paul van Egmond aan de Nieuwe Rijn 53/54 in Leiden. Dat gedicht bracht me op het idee van een bundel met light verse. Het gaat als volgt:
Een vrouw mag alles dragen
blazer, broek of rok.
Dat kan een man niet wagen
voor hem slechts pak of sok.
Een vrouw kan over straten gaan
gehuld in bont of leer
Ook ik wil soms "een robe" aan
al ben ik dan een heer.
Light verse is een benaming voor poëzie die een wat lichtere, meer speelse toon heeft. Drs. P ontwierp er de Nederlandse term plezierdichten voor. (Zie ook mijn blogpost: Schrijfkramp van Alexander Pola: KLIK HIER) Ik durf te wedden dat hij veel plezier aan zou beleven om er een heerlijk, humoristisch, recalcitrant, venijnig, sarcastisch, parodistisch bundeltje van te maken.
**Een historisch jeugdboek van Margriet de Moor
Van haar las ik twee boeken waar ik erg van onder de indruk was: De verdronkene (KLIK HIER) (over de Watersnoodramp) en De schilder en het meisje (KLIK HIER) (spelend in het Amsterdam van Rembrandt, met als uitgangspunt een ets van een ter dood veroordeeld meisje). In beide boeken worden historische feiten onder de aandacht gebracht via fictie. Dat doet ze heel knap in een aansprekend verhaal. Precies wat ook de jeugd aan zou spreken: lezend in een spannend boek ongemerkt kennis nemen van een stukje geschiedenis.
**Fantasy van Elke Geurts
Voorop gesteld: ik ben geen fan van fantasy. Ik houd meer van psychologische en historische romans. Maar ik ben wel een fan van Elke Geurts. En zij scheert er soms zo vlak langs, dat ik me heel goed voor kan stellen dat ze uiteindelijk fantasyboeken gaat schrijven die ik wèl wil lezen. Haar eerste roman De weg naar zee (KLIK HIER) was angstaanjagend door het gruwelijke besef dat ze een gang van zaken beschreef die weliswaar voorstelbaar was, maar te gruwelijk om als lezer te willen aanvaarden als echt gebeurd. Maar daarmee legde ze meteen wel een vinger op een zere plek in de samenleving. Ook in haar verhalenbundels voel je dat de fantasie met haar en dus met de lezer op de loop gaat. Een citaat uit mijn blogpost (KLIK HIER) over Lastmens & andere verhalen:
"Wat als een onschuldig beschrijving van een normaal leven begint, verandert ongemerkt is een wurgende toestand waarvan niet helemaal duidelijk is of die echt gebeurt (zou best kunnen), gefantaseerd wordt, gevreesd wordt (in gedachten), een nachtmerrie blijkt. De grens van waar de werkelijkheid overgaat in fantasieën, hallucinaties e.d. is soms moeilijk te ontdekken. Alleen wie zelf over voldoende fantasie beschikt, kan zich mee laten slepen door het verhaal, kan aanvaarden dat het echte leven soms absurder is dan wat je zou kunnen fantaseren."
Een klein stapje verder dus maar: fantasy. Overigens liet Elke Geurts me na lezing van dit stukje weten, dat ze eigenlijk liever horror zou willen proberen. En bij nader inzien: dat klopt ook beter met wat ze nu al laat zien. Wordt wellicht vervolgd, dus!
Ik vond het een leuke vraag om mee bezig te zijn. Ik ben benieuwd wat de anderen verzonnen hebben. En ik kijk al weer uit naar vraag 23......
© JannieTr, juni 2016.
De leesvraag #50books (KLIK HIER) is een initiatief van Peter in 2013. Martha nam het in 2014 over en in 2015 ging Peter zelf weer verder. Vanaf 2016 doet Hendrik-Jan dat. Vanaf "2016: vraag 2" probeer ik ook elke week mee te doen.
Inmiddels mag als bekend beschouwd worden dat ik me meestal beperk tot Nederlandse en Vlaamse auteurs. Dat zal bij het beantwoorden van deze vraag dus niet anders zijn. Bovendien moet vooraf gezegd worden dat ik het werk van de meeste schrijvers lees, juist omdat ze een genre schrijven waar ik van houd. Maar toch vond ik het wel een uitdaging om ook zelf buiten mijn boekje te gaan en te bedenken wat ik van gewaardeerde auteurs zou willen lezen, ook als het niet tot hun gebruikelijke genre behoort. Dit kwam vervolgens naar boven borrelen.
** Een kookboek van Adriaan van Dis.
Wie zijn bibliografie bekijkt, zal ontdekken hoe enorm veelzijdig hij is. Hij schrijft niet alleen romans, maar ook reisverhalen, essays, toneelstukken en poëzie. Uit de autobiografische gegevens in veel van zijn werk en uit interviews komt een man naar voren die van Parijs, een goed glas wijn en een verfijnde Franse maaltijd houdt. Maar hij is ook thuis in Zuid-Afrika en kent de Indische keuken goed. Als hij zijn favoriete gerechten uit al die landen zou verzamelen, dan zou dat een origineel en veelzijdig kookboek opleveren.
** Een bundel met light verse van Maarten 't Hart
Net zo veelzijdig is deze duizendpoot. Naast allerlei romangenres is er nog veel non-fictie en wetenschappelijk werk van hem verschenen. Maar voor zover ik weet : nauwelijks poëzie. Drie bibliofiele bundeltjes in een zeer beperkte oplage. Ik zou ze graag eens zien. En een gedicht op de muur van de modezaak van Paul van Egmond aan de Nieuwe Rijn 53/54 in Leiden. Dat gedicht bracht me op het idee van een bundel met light verse. Het gaat als volgt:
Een vrouw mag alles dragen
blazer, broek of rok.
Dat kan een man niet wagen
voor hem slechts pak of sok.
Een vrouw kan over straten gaan
gehuld in bont of leer
Ook ik wil soms "een robe" aan
al ben ik dan een heer.
Light verse is een benaming voor poëzie die een wat lichtere, meer speelse toon heeft. Drs. P ontwierp er de Nederlandse term plezierdichten voor. (Zie ook mijn blogpost: Schrijfkramp van Alexander Pola: KLIK HIER) Ik durf te wedden dat hij veel plezier aan zou beleven om er een heerlijk, humoristisch, recalcitrant, venijnig, sarcastisch, parodistisch bundeltje van te maken.
**Een historisch jeugdboek van Margriet de Moor
Van haar las ik twee boeken waar ik erg van onder de indruk was: De verdronkene (KLIK HIER) (over de Watersnoodramp) en De schilder en het meisje (KLIK HIER) (spelend in het Amsterdam van Rembrandt, met als uitgangspunt een ets van een ter dood veroordeeld meisje). In beide boeken worden historische feiten onder de aandacht gebracht via fictie. Dat doet ze heel knap in een aansprekend verhaal. Precies wat ook de jeugd aan zou spreken: lezend in een spannend boek ongemerkt kennis nemen van een stukje geschiedenis.
**Fantasy van Elke Geurts
Voorop gesteld: ik ben geen fan van fantasy. Ik houd meer van psychologische en historische romans. Maar ik ben wel een fan van Elke Geurts. En zij scheert er soms zo vlak langs, dat ik me heel goed voor kan stellen dat ze uiteindelijk fantasyboeken gaat schrijven die ik wèl wil lezen. Haar eerste roman De weg naar zee (KLIK HIER) was angstaanjagend door het gruwelijke besef dat ze een gang van zaken beschreef die weliswaar voorstelbaar was, maar te gruwelijk om als lezer te willen aanvaarden als echt gebeurd. Maar daarmee legde ze meteen wel een vinger op een zere plek in de samenleving. Ook in haar verhalenbundels voel je dat de fantasie met haar en dus met de lezer op de loop gaat. Een citaat uit mijn blogpost (KLIK HIER) over Lastmens & andere verhalen:
"Wat als een onschuldig beschrijving van een normaal leven begint, verandert ongemerkt is een wurgende toestand waarvan niet helemaal duidelijk is of die echt gebeurt (zou best kunnen), gefantaseerd wordt, gevreesd wordt (in gedachten), een nachtmerrie blijkt. De grens van waar de werkelijkheid overgaat in fantasieën, hallucinaties e.d. is soms moeilijk te ontdekken. Alleen wie zelf over voldoende fantasie beschikt, kan zich mee laten slepen door het verhaal, kan aanvaarden dat het echte leven soms absurder is dan wat je zou kunnen fantaseren."
Een klein stapje verder dus maar: fantasy. Overigens liet Elke Geurts me na lezing van dit stukje weten, dat ze eigenlijk liever horror zou willen proberen. En bij nader inzien: dat klopt ook beter met wat ze nu al laat zien. Wordt wellicht vervolgd, dus!
Ik vond het een leuke vraag om mee bezig te zijn. Ik ben benieuwd wat de anderen verzonnen hebben. En ik kijk al weer uit naar vraag 23......
© JannieTr, juni 2016.
De leesvraag #50books (KLIK HIER) is een initiatief van Peter in 2013. Martha nam het in 2014 over en in 2015 ging Peter zelf weer verder. Vanaf 2016 doet Hendrik-Jan dat. Vanaf "2016: vraag 2" probeer ik ook elke week mee te doen.
Abonneren op:
Posts (Atom)