Soms is het moeilijk om onder woorden te brengen hoe het komt dat een verhaal dat zo eenvoudig begint uiteindelijk zoveel verwarring en ongemak sticht. Hoewel? De eerste zin mag er zijn: "Nooit had David Schijndels durven hopen dat hij in een dinosaurus zou veranderen. De dag was niet slecht begonnen, maar dat het leven zo mooi zou eindigen...." Alle alarmbellen zouden af moeten gaan, maar als het verhaal meteen daarna teruggaat naar vele jaren vóór die blijkbaar beslissende dag, lees je argeloos verder.
David is het enige kind van Nico en Ida Schijndels. Hij woont met zijn ouders in een kleine Zeeuwse provinciestad waar zij een goede boterham verdienen in hun betere herenmodezaak. Ida zorgt voor de inkoop en de administratie en Nicolas is een uitstekende verkoper: hij betovert zijn klanten met zijn praatjes. Als David 6 jaar is, maakt hij voor het eerst een reis met zijn vader. Naar Amsterdam zeggen ze tegen Ida, maar David ontdekt dat ze in Brussel zijn. Het is hun geheim. Ze bezoeken er onder andere het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen. David maakt kennis met allerlei opgezette dieren, maar vooral de enorme collectie dinosauriërs spreekt tot zijn verbeelding. Het wordt een maandelijkse uitstap. Maar al snel zorgt zijn vader voor een oppas: Sarah. Wat hijzelf ondertussen onderneemt als David in het museum is, blijft doorgaans schimmig.
Het vertelperspectief ligt bij David en dat zorgt voor de vervreemding die je ervaart bij het lezen. Niet alleen heeft de jongen een levendige fantasie, hij geeft ons ook een duidelijk beeld van zijn ouders, hun geschiedenis, hun relatie en hun drijfveren. Niet als een kind, maar als een volwassene die terugkijkt en dat is eigenlijk ook precies wat hij doet, zoals op de laatste bladzijde zal blijken.
Het gaat niet goed met het huwelijk van zijn ouders. Zijn vader trekt er op uit om nieuwe handel op te sporen (zegt hij) en zijn moeder weet zich geen raad alleen en krijgt labiele aanvallen. Het kind schippert, troost en bemiddelt, maar wordt ondanks de liefde die beiden voor hem voelen niet echt gezien door zijn ouders. Zijn fascinatie voor de dinosauriërs, het uitgestorven leven, bezieling: hij raakt er door bezeten. Dan verdwijnt zijn vader definitief en zijn de bezoekjes aan het museum ook voorbij. Tot die dag waarmee het boek begint.... en we een slotakkoord krijgen te lezen dat je bij de keel grijpt.
Of zoals op de achterflap staat: "In het museum" is het verhaal van de liefde tussen een vader en zoon, van de fantasie van een jongen en het verraad van volwassenen, van het verborgen leven in dode fossielen."
Een bijzonder, teder en geheimzinnig boek over twee ongelukkige volwassenen en een eenzaam kind dat een schuilplaats zoekt in zijn fantasie.
Joost van Driel (1976) studeerde Nederlands aan de Rijksuniversiteit Leiden
(1995-2000). Hij was als onderzoeker en docent werkzaam aan verschillende Nederlandse universiteiten en gespecialiseerd in middeleeuwse literatuur. Nu is hij leraar Nederlands aan een middelbare school in Middelburg. In het Museum is zijn debuut als romanschrijver.
Joost van Driel - In het museum. Antwerpen, Vrijdag, 2017. Pb., 160 pg. ISBN:978-94-6001-5205.
© Jannie Trouwborst, maart 2017.
Hoi Jannie, kunt u mij uw e-mailadres sturen? Ik organiseer in juni een bloggersbijeenkomst en daarbij wil ik u van harte uitnodigen. Met vriendelijke groeten, Erik
BeantwoordenVerwijderenAls het goed is, staat mijn e-mailadres rechtsboven in de donkerblauwe balk?
VerwijderenHoi Jannie, er staat wel een e-mailadres in de blauwe balk, maar dat is van een oom van mij en ik weet niet hoe het daar terechtkomt. Mijn e-mailadres is erikscheffers@hotmail.com. Alvast bedankt, Erik
BeantwoordenVerwijderenHoi Jannie, ik kreeg van jou een emailadres van Librije. Ik heb daar de uitnodiging naar toe gestuurd. Ik hoop dat die aankomt. Groetjes, Erik
VerwijderenKlopt Erik, ik heb hem ontvangen. Je hoort nog van me.
Verwijderen