vrijdag 3 augustus 2018

Stephan Zweig - Schaaknovelle

De eerste titel die mij te binnen schoot toen Sandra (KLIK HIER) aankondigde dit jaar in augustus weer de Maand  van de Klassiekers te gaan organiseren, was Schaaknovelle van Stefan Zweig, geschreven in 1941. Hoewel het ongeveer 55 jaar geleden is dat ik hem las, omdat hij op mijn literatuurlijstje voor Duits terecht was gekomen, ben ik de essentie ervan nooit vergeten. Vooral het psychologische aspect sprak destijds enorm aan, hoewel ik toen nog nooit van het vak Psychologie gehoord had....
 
Het is altijd een gok wat er gebeurt als je na zoveel tijd een geliefd boek nogmaals leest. Is het nog wel leesbaar? Blijkt het toch minder indruk te maken dan toen je een puber was? Of haal je er juist meer uit? Wat destijds meegespeeld zal hebben is de omvang: de novelle is maar 88 pg. dik. Lezen in een andere taal is geen sinecure als je bèta-leerling bent. Misschien zou het me nu beter af gaan, maar toch koos ik dit keer maar voor een vertaling door Willem van Toorn.

Samenvatting

Schaaknovelle is een spannend en intrigerend verhaal over een man die zijn poging te overleven in gevangenschap bijna ziet uitmonden in een persoonlijke catastrofe. Een beroemde novelle over de gevaren van eenzaamheid.
Tijdens een zeereis duikt de man plotseling op als tegenstander van een groot schaakmeester. Als gevangene van de Gestapo heeft hij zich met behulp van zelfgemaakte stukken tot meesterschaker ontwikkeld. Maar hij is er niet geheel zonder schade vanaf gekomen; hij moet toegeven dat het voortdurende schaken tegen zichzelf een gespletenheid van het bewustzijn heeft veroorzaakt die noodlottige gevolgen had kunnen hebben.


Mijn leeservaring

Eigenlijk is deze novelle een raamvertelling. De lezer wordt door een ik-verteller op de hoogte gebracht van zijn belevenissen aan boord van een luxe passagiersschip. Een kennis die hem uitgeleide doet, maakt hem opmerkzaam op de aanwezigheid van Czentovic, wereldkampioen schaken, maar die behalve schaken geen andere talenten of interesses heeft en sociaal uit te toon valt: hij is afhoudend, arrogant en onbeschaafd. Tijdens de reis probeert onze verteller C. uit zijn tent te lokken door een partijtje schaak te spelen met een andere passagier: McConner, een rijke ingenieur uit Schotland. C. bekijkt het met een geamuseerde blik en bemoeit zich er verder niet mee. Maar als McConner verneemt dat C. wereldkampioen is, daagt hij hem uit voor een partij. Dat kost hem veel geld, maar dat is geen probleem. Uiteraard verliest hij de partij en eist de volgende dag een revanche. Voor C. geen probleem: gemakkelijk verdiend.
De volgende partij spelen enkele aanwezigen samen tegen C. Het gaat niet best, tot Dr. B., een stille, onopvallende man, zich er mee bemoeit. Hij behoedt Mc. voor een domme zet en die weet via zijn aanwijzingen een bijna verloren partij om te buigen naar remise. Iedereen is verbaasd.

Onze ik-verteller is nieuwsgierig naar deze  bescheiden reisgenoot en krijgt van de anderen de opdracht Dr. B. over te halen tot een nieuwe partij tegen C. Mc. zal die betalen. Als hij Dr. B. het verzoek overbrengt, vertelt deze hem zijn verhaal. Dat neemt een groot deel van de novelle in beslag. De psychologische mishandeling door eenzame opsluiting in een kale cel door de Gestapo heeft hem bijna tot waanzin gedreven. Tot hij erin slaagt een schaakboek zijn cel binnen te smokkelen. Hij probeert zijn geest levendig te houden door schaakpartijen uit zijn hoofd te leren. Dat helpt, maar als hij vervolgens tegen zichzelf probeert te schaken in zijn hoofd dreigt het helemaal mis te gaan. 
Na zijn vrijlating raadt zijn therapeut hem aan nooit meer te schaken. Toch stemt hij bij uitzondering toe in deze ene partij. Maar zelfs dat blijkt riskant, als de ijzige tegenstander hem psychologisch onder druk weet te zetten. 

Nog even indrukwekkend

Het verloop van het verhaal heeft nog niets aan spanning ingeboet. Enerzijds is er het heden, waarin de schaakpartijen plaatsvinden. Daarnaast de voorgeschiedenis van zowel de ongecultiveerde schaakkampioen als die van de getraumatiseerde Dr. B. Zweig neemt ruimschoots de tijd om ons in staat te stellen van beiden een goede voorstelling te maken. Omdat het een novelle van beperkte omvang betreft, is dat niet echt hinderlijk, maar nu zou dat anders, compacter beschreven zijn. Echt storen deed het niet, het was even omschakelen.
Het gedrag van de beide heren tijdens de schaakpartijen vertoont een beeld dat met hun geschetste persoonlijkheden overeenkomt. Daarbij is voor C. zijn afkomst van belang en voor Dr. B. de periode waarover hij onze verteller vertelde. De grootste spanning lag dan ook daar: niet alleen wie gaat er winnen, maar vooral hoe gaat Dr. B. dit verwerken? De psychologische oorlogsvoering, zowel tijdens zijn gevangenschap, als tijdens het schaakspel grijpt me nog steeds aan.
Ik heb niet het gevoel dat deze herlezing een andere beleving bij mij teweeg bracht. Details zijn misschien verloren gegaan in de loop der tijd, het is mooi ze nu (weer) te ontdekken. Maar de essentie van het verhaal blijft voor mij hetzelfde: hoe kwetsbaar een mens kan worden door extreme eenzaamheid en psychische druk. En hoezeer dat de rest van een leven kan beïnvloeden. Posttraumatische stressstoornis? Daar had nog niemand van gehoord destijds.

Stefan Zweig 

Stefan Zweig (Wenen, 1881 – Petrópolis (bij Rio de Janeiro), 1942) was een Oostenrijkse schrijver van Joodse afkomst. Zweig studeerde Germanistiek, Romaanse kunst en Filosofie in Oostenrijk, Frankrijk en Duitsland. In 1913 vestigde hij zich in Salzburg. Als biograaf beschreef Zweig veel historische en literaire figuren uit het Europese cultuurgebied. Later schreef hij novellen en romans die opvielen door de psychologische benadering en het subtiele taalgebruik.
Net als zijn grote vriend Joseph Roth zwierf Stefan Zweig na de opkomst van de nationaalsocialisten jarenlang door Europa, gescheiden van zijn thuisland. Uiteindelijk vestigde hij zich in Brazilië, waar hij in 1942 samen met zijn vrouw zelfmoord pleegde.
Schachnovelle verscheen in 1941. De twee schakers symboliseren de figuren van die tijd in Naziduitsland. De confrontatie tussen de twee spelers symboliseert de botsing tussen bruutheid en beschaafdheid.
In 1942 verscheen Die Welt von Gestern, de kort voor zijn dood geschreven autobiografie van Stefan Zweig, die vandaag de dag gezien wordt als een van de meest treffende en best geschreven tijdsbeelden van de periode 1900-1940. (zie Wikipedia).

Stefan Zweig - Schaaknovelle. Amsterdam, Atheneaeum-Polak & Van Gennep, 2017. Geb., 88 pg., ISBN:978902530805

© Jannie Trouwborst, augustus 2018.



6 opmerkingen:

  1. Wat een mooie recensie en zo bijzonder dat je deze novelle na 55 jaar herlas! Jouw recensie maakt mij nieuwsgierig, ik wilde het op mijn MKA lijstje voor volgend jaar zetten maar bedacht mij net dat ik het natuurlijk ook gewoon eerder kan lezen en recenseren :) Ik zag dat mijn bibliotheek een exemplaar heeft dus dat komt goed.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Leuk! Het wordt ook nog geregeld herdrukt. Maar ja dat is een van de kenmerken van een klassieker toch? ;-)

      Verwijderen
  2. Hoi Jannie, ik heb "Schaaknovelle" toevallig ook gelezen eerder dit jaar (geen bespreking van geschreven). Een indrukwekkend boek en een mooie recensie. Groetjes, Erik

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Zeker indrukwekkend. Dank je Erik. Het is dat ik alleen Nederlands lees, want ik twijfel nu over Die Welt von Gestern.

      Verwijderen
  3. Het lijkt mij een uitdaging om een goed verhaal in 88 pagina's weer te geven. De auteur lijkt hier goed in geslaagd te zijn.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Zeker, het is een heel compleet verhaal. Misschien is Die Welt van Gestern ook iets voor jou Sue? Ik weet niet of er een vertaling van is.

      Verwijderen